De dramatheek: Wat staat er in de krant
Nieuw! Drama-activiteiten naar aanleiding van nieuwsberichten. In deze internetuitbreiding vindt u de derde aflevering.
Column: Een foto van opa
Elke maand leest u hier een column van Lysbeth of Gallus. Deze maand buigt Gallus zich over de Cito-toets.
Mag het een onsje meer zijn
“Mag het een onsje meer zijn?” is een wereldoriëntatieproject voor de midden- en bovenbouw. We bekijken de rijkdom aan leerervaringen, die het thema De markt ons geeft. Uit deze veelheid van ervaringen halen we díe aspecten, die verband houden met rekenen. Waarom rekenen? Door de druk op de te behalen doelen van de methodes is er nauwelijks tijd om kinderen concrete ervaringen te bieden. Met dit thema kunnen we daarom rekenen weer levend – en dus voor de kinderen interessant – maken. We sluiten het thema af met een échte markt, waarop de ouders onze gast zijn. Dit artikel bevat een uitbreiding.
Bijzondere gesprekken met ouders
Diane, de leerkracht van Bart, legt met het zweet in haar handen de telefoon neer. Ze heeft zojuist de ouders van Bart uitgenodigd voor een gesprek, volgende week, over het gedrag van Bart. Vader was aan de telefoon nogal boos en onvriendelijk en gaf aan, dat hij volgende week wel komt, maar eigenlijk geen zin heeft in zo’n “flauwekulgesprek”. Diane weet, dat het volgende week een lastig gesprek gaat worden en neemt zich voor, om het gesprek goed voor te bereiden. En zo begint het zesde artikel in de serie over bijzondere gesprekken met ouders, die in deze jaargang van het Praxisbulletin verschijnt. Aflevering 6: over het contact met (mogelijk) agressieve ouders.
Mooi werk inspireert
“Je hebt een leuk verhaal geschreven. Maak er nog maar een tekening bij.” Hoe vaak zal die zin in het onderwijs zijn uitgesproken? Leerlingen kunnen dan steeds maar weer een tekening maken, maar ze kunnen zich in de tijd die ze over hebben óók bekwamen in verschillende illustratietechnieken. Ze ontwikkelen dan vaardigheden, waarmee ze hun teksten en werkstukken naar een hoger plan tillen. De laatste jaren worden steeds meer schoolteams (op verzoek) weer ingewijd in deze illustratietechnieken. We adviseren collega’s daarbij, om – per techniek – zelf een werkkaart samen te stellen, aangepast aan de manier van werken van de school. Op die kaarten gaat het over het gebruik van goede materialen en een doelmatige volgorde van handelen, aangevuld met tips en prachtige voorbeelden van kinderwerk. Dit artikel bevat een uitbreiding.
Natuurkalender: Buiten in maart
In jaargang 29 van het Praxisbulletin is in elk regulier nummer een natuurkalend er als kopieerblad opgenomen.
Aanraken
Een baby, die niet liefdevol wordt aangeraakt, die niet wordt geknuffeld, gaat dood. Hij/zij heeft in ieder geval weinig overlevingskansen. In honderden publicaties wordt de affectieve noodzaak beschreven: elkaar aanraken is een noodzakelijke behoefte om te overleven. Aanraken is noodzakelijk, om te kunnen groeien, om te kunnen ontwikkelen... Dit artikel gaat over het aanraken van elkaar in de klas! Aanraken als middel, om beter in je vel te komen. Aanraken als middel, om zonder veel gedoe weer verder te kunnen. Aanraken als bemoediging, als erkenning, als sociale vaardigheid. Aanraken als noodzaak, om te kunnen leren.
Laten zien wat ik voel
Als je stilstaat bij iets ongewoons en dat ongewone uit de omgeving filtert, dan kan iets heel sterk worden. Als beeldend kunstenaar ben ik op zoek naar dit soort dingen: dingen, die kwetsbaar lijken, maar die ontzettend krachtig kunnen zijn, als er eventjes anders naar gekeken wordt. In mijn lessen kunsteducatie voor het basisonderwijs werk ik vanuit mijn beroepspraktijk als beeldend kunstenaar. Maar als Beroepskunstenaar In de Klas (BIK) probeer ik ook linken te leggen met andere vakgebieden, zoals natuur, milieu en cultuur. In de les in dit artikel laat ik kinderen kennismaken met gebarentaal. Naast de schoonheid die je in de gebaren kunt zien, is hier ook iets heel sterks en iets heel universeels aanwezig, namelijk: lichaamstaal. Dit artikel bevat een uitbreiding.
Werken aan woordenschat
Zit u wel eens met de handen in het haar, omdat u gewoonweg niet meer weet hoe u leerlingen met een woordenschatachterstand effectief kunt helpen? Als de reken- of spellingvaardigheid van leerlingen achterblijft, is het relatief eenvoudig om doelgericht met bepaalde reken- of spellingcategorieën te gaan oefenen. Voor deze vaardigheden geldt, dat kennis opgedaan kan worden, die vervolgens vaak ook nog eens gegeneraliseerd kan worden naar een groot aantal vergelijkbare som- of woordtypen (Hilte, 2009). Bij de ontwikkeling van de woordenschat ligt dit anders. Transfer vindt niet of nauwelijks plaats. En dat betekent, dat elk woord op zich moet worden aangeleerd en van een label moet worden voorzien. Het vergroten van de woordenschat is dan ook een enorm karwei. En gericht oefenen is nog niet zo eenvoudig. Daarom zal in dit artikel worden ingegaan op de vraag: hoe kan ik tóch op een effectieve manier aan de slag gaan met het vergroten van de woordenschat van mijn leerlingen? Dit artikel bevat een uitbreiding.