
Heel voorzichtig prikt Benjamin een gaatje in zijn zelfgemaakte kerstbal. Hij heeft er heel erg zijn best op gedaan. Eerst heeft hij een rondje uitgeknipt. Toen heeft hij er een sneeuwpop op getekend. Nu moet er alleen nog een hangertje aan. Zo, klaar! Nu kan hij in de kerstboom. āIk hang ām nog wel in de kerstboom, hoor!ā zegt Benjamin tegen zijn zus. āJa, maar je moet wĆ©l opschieten, want we moeten weg!ā roept Sietske.
Sietske en Benjamin mogen vandaag alleen naar school lopen. Want papa is al weg, naar zijn werk. Benjamin loopt naar de kerstboom. Die hebben ze gisteren samen gekocht en helemaal opgetuigd. Jammer dat hij de kerstboom volgende week pas weer ziet. Vandaag gaan zijn zusje en hij uit school weer naar mama. Papa en mama wonen niet meer bij elkaar. De ene week zijn Benjamin en Sietske bij papa en de andere week bij mama. Benjamin ziet een heel mooi plekje voor zijn kerstbal. Hij klimt op de stoel. Dan kan hij er beter bij.
āBenjamin! Schiet nou op! We komen te laat!ā roept Sietske ongeduldig. āJaahaa!ā roept Benjamin. Terwijl hij naar voren buigt om het haakje aan de tak te hangen, voelt hij dat de stoel begint te schuiven. Hij grijpt naar een tak in de kerstboom. Maar die buigt helemaal door! Kletter! Beng! Kloenk! Baf! Rinkelderinkelderinkel! Dan wordt het helemaal stil in de kamer. Benjamin ligt op de grond, naast de kerstboom. Hij durft niet te kijken. Sietske staat met haar hand voor haar mond. Dan moet Benjamin heel hard huilen. āIk deed het niet expreeheeees,ā huilt hij met lange uithalen. Sietske troost Benjamin. Zij is ook geschrokken. Zelfs de kat is er vandoor gerend, terwijl hij de meest luie kat van de wereld is, volgens papa. Sietske denkt snel na. Ze kunnen dit nu niet opruimen. āWe verzinnen wel wat. Goed? Maar nu gaan we naar school, Benjamin. Laat maar liggen,ā zegt Sietske, terwijl ze Benjamin meetrekt.
Onderweg naar school gaan de tranen van Benjamin weg. Eenmaal in de klas ziet hij de kerstboom, die de juf heeft neergezet en moet hij bijna wƩƩr huilen. De juf ziet het. āAlles goed, Benjamin?ā vraagt ze. āJa,ā zegt Benjamin. Hij hoopt dat de juf hem met rust laat. En dat doet ze. ās Middags gaan ze lekker gymmen. Benjamin is de omgevallen kerstboom al snel helemaal vergeten. Uit school lopen Sietske en Benjamin naar het huis van mama. Mama heeft nog geen kerstboom. Dus als Benjamin thuiskomt, is hij de omgevallen kerstboom nog steeds vergeten. En Sietske ook.
ās Avonds onder het eten gaat de telefoon. Mama neemt op en geeft de telefoon aan Benjamin. āPapa voor jou,ā zegt ze. Ineens krijgt Benjamin het heel warm. De kerstboom, denkt hij. Oh, nee! Met een heel klein stemmetje zegt hij: āHoi, pap.ā āHa, boef! Moet je horen wat Zoezoeni, die gekke kat, heeft gedaan! Nooit komt hij van zijn plek, maar vandaag kwam ik thuis en raad je wat? Ligt de kerstboom op de grond! Alle ballen door de kamer! En je raadt nooit waar de piek lag. Helemaal aan de andere kant van de kamer! Wat een klap zal dat gegeven hebben. Stoute kat. Maar ik heb alles al weer opgeruimd en jouw zelfgemaakte kerstbal heb ik als piek opgehangen. Goed, hĆØ!?ā āJa…, eh…,ā zegt Benjamin. āNou, geef mama nog maar even, want ik moet nog even wat afspreken. Dag, boef!ā
Benjamin geeft de telefoon aan mama. Hij kijkt naar Sietske. Sietske heeft ook een rood hoofd. āWat zei papa?ā vraagt ze zachtjes. āHij denkt dat de kat het heeft gedaan.ā āOhā¦ā Maar Benjamin vindt het zó erg! Hij moet er wƩƩr van huilen! Mama legt de telefoon neer en trekt hem op schoot. āWat is er, liefje? Heb je je pijn gedaan?ā vraagt ze. Benjamin vertelt snikkend wat er gebeurd is. Hij vertelt ook dat papa nu denkt dat de kat het gedaan heeft. Hij durfde het gewoon niet te zeggen. Mama moet er een beetje om lachen. āIk heb een goed idee,ā zegt ze. En ze fluistert in Benjamins oor.
Als papa de deur opendoet, ziet hij drie kerstmannen. Mama, Sietske en Benjamin hebben alle drie een kerstmannenmuts op. Ze zingen een liedje: āHet spijt me. Vergeef me. Ik kan het echt niet anders zeggen. Er valt heel veel uit te leggen. Vrolijk kerstfeest!ā Papa lacht. Hij vindt het leuk. Maar hij snapt het niet echt. Dan gaan ze allemaal naar binnen. En mama vertelt het verhaal, dat ze van Sietske en Benjamin heeft gehoord. Papa moet er heel hard om lachen. Gelukkig! Maar ze spreken wĆ©l meteen af, dat Benjamin niet meer in zān eentje iets in de kerstboom mag hangen. En dat vindt Benjamin een prima afspraak.
LESSUGGESTIES BIJ HET VOORLEESVERHAAL
1 Vertel alleen de titel van het verhaal en laat de kinderen vooraf voorspellen waar het verhaal over gaat. Behalve dat het leuk is om te horen welke associaties kinderen bij een titel maken, vergroot dit ook de betrokkenheid bij het luisteren. Na het voorlezen vraagt u de kinderen dan of ze de titel passend vonden óf dat ze misschien een betere suggestie hebben.
2 Laat de kinderen kerstballen knutselen en zelf (onder uw wakend oog) in de kerstboom hangen.
3 Bespreek met de kinderen wat ze in Benjamins geval gedaan zouden hebben. En wat was er gebeurd, als papa nog thuis was geweest?
4 Laat de kinderen in de huishoek het verhaal naspelen. Zorg voor een klein (kunst)kerstboompje en kerstmannenmutsen.
5 Maak een verteltafel met drie situaties: bij papa, op school en bij mama. Zorg voor voldoende figuurtjes. Laat de kinderen hiermee het verhaal naspelen.