Door het werken met zogenoemde dramakaarten kunnen groepjes kinderen hun eigen tijdreizen grotendeels zelfstandig vormgeven.

Korte inhoud

• Verhaallijn
Met behulp van de Tijdbus van professor Piek worden door groepjes kinderen uit een schoolklas uitstapjes gemaakt naar enkele “historische hoogtepunten”, met bijna fatale afloop…

• Liedjes
– Startliedje: Retourtje naar vroeger (liedje 1).
– Basisliedje: Reizen in de tijd (liedje 2). Per uitstapje wordt er steeds één couplet gezongen, met als inhoud iets over de reisbestemming van de uit te beelden tijdreis.

• Dramakaarten
– Bij dit thema worden de verhaallijn en de speelaanwijzingen voor de verschillende reisbestemmingen beschreven op zogenoemde dramakaarten. In totaal worden vijf tijdreizen nader uitgewerkt. Afhankelijk van de beschikbare speeltijd kan hieruit een keuze worden gemaakt.
– Om er een verhaal “met een kop en een staart” van te maken, zijn de aanvangsscènes 1-3 met startcouplet 1 een “verplicht” onderdeel, evenals de afsluitende scène met de twee eindcoupletten (6 en 7).
– Voor alternatieve “tijdreizen” (andere scènes) kan een keuze worden gemaakt uit de extra coupletten van het liedje. De plot kan door de kinderen zelf worden bedacht.
» Zie: liedje 1.
» Zie: liedje 2.

Podiumaanwijzingen

• De Tijdbus van professor Piek staat midden achter op het toneel. Er moeten drie kinderen in passen. Het is een soort “sluis”, waardoor de tijdreizigers van de linker podiumhelft naar de rechter podiumhelft kunnen overstappen (vice versa): een soort doorstapkast.

• Bij het gebruik van de Tijdbus klinkt er natuurlijk even een bijzonder geluidje. Hij kan leuk “aangekleed” worden met lampjes, wijzertjes en allerhande “toeters en bellen”. Om de tijd/het jaartal aanschouwelijk te maken, kan er een verwisselbaar bordje (met daarop een jaartal) voor een venster geschoven worden. Bij elke tijdreis heen en terug schuiven de tijdreizigers dan het juiste jaartal voor de opening.

• Links op het podium is het hier & nu: de klas van de kinderen/het laboratorium van Piek. Met enkele attributen en een achtergrondje is dat aan te duiden. De rechterhelft van het podium vormt het decor voor de verschillende, historische taferelen. Met enkele snel verwisselbare “opzetstukken” en met de mogelijkheden van een beamer, een overheadprojector of het aloude dia-apparaat zijn er snel bijpassende achtergronden te projecteren. Maar er kan ook gewerkt worden met grote, geschilderde achtergronden, die bij decorwisseling afscheurbaar/oprolbaar zijn.

• Alleen de podiumhelft waar gespeeld wordt, wordt belicht. Beurtelings is dat dus het linker en het rechter podiumdeel.

Het verhaal in scènes

Scène 1: school (groep kinderen/leerkracht)
• Vervelende geschiedenisles
Het is nog lang geen (zomer)vakantie. De kinderen uit de groep van juf Fien hebben geschiedenisles. De juf vertelt over Napoleon, haar stokpaardje. De kinderen vervelen zich. (“Alwéér die Napoleon?” “Was het maar vast vakantie!”)
Het wordt rumoerig in de klas. Als je nu écht naar zo’n geschiedenisfiguur zou kunnen gaan… Bijvoorbeeld naar Karel de Grote, die nota bene de scholen zou hebben bedacht…
Tip. Hier is het leuk om het liedje Kareltje de Grote (John Kraaijkamp en Rijk de Gooyer/André van Duin) te zingen. (Te vinden op het internet.)

• Nieuwskring
Een van de leerlingen komt met een krantenberichtje: ene professor Piek – uit de woonplaats van de kinderen – zou een echte tijdmachine hebben uitgevonden, voor reizen in de tijd. Hij zoekt nu alleen nog vrijwilligers, die aan zijn experimenten willen deelnemen.
Zou dat niet iets zijn voor onze groep? (Jáááh!) Dan kan onze juf meteen eens gaan kennismaken met die Napoleon zelf! En dan gaan wij die Karel de Grote bezoeken, om hem eens te vertellen wat ie ons heeft aangedaan met zijn scholen! Dat is een idee! Kom op, we gaan! Ook de juf gaat mee, zij het onder protest en met veel mitsen en maren.

• Zingen
Zing het liedje Retourtje naar vroeger (liedje 1). Laat de coupletten eventueel solo (of in kleine groepjes) zingen.
» Zie: liedje 1.

Scène 2: laboratorium van professor Piek
Professor Piek (plus assistent). Kennismaking en enige informatie over de “werking” van de tijdmachine. (Hier is dat dus een tijdbus!) Het ding is nog niet helemaal betrouwbaar. Het is nog in een experimenteel stadium. Dus er zijn risico’s aan verbonden. En gewezen moet worden op de eigen verantwoordelijkheid!
De juf wil er niets van weten. Het is allemaal veel te gevaarlijk! Maar de kinderen voelen er wél voor. Wie willen én durven er als eersten? En waar gaat de tijdreis naartoe?

Scène 3 en verder: de reisjes naar het verleden
• Dramakaarten
Er zijn vele mogelijkheden voor tijdreizen. Het totale aantal te spelen scènes “in het verleden” hangt onder meer af van de beschikbare tijd die u hebt.
Bij elke reis naar het verleden hoort een bijbehorend couplet uit het liedje Reizen in de tijd (liedje 2).
De scènes staan op zogenoemde dramakaarten. Dramakaart 1 (Tijdreis naar Karel de Grote) is een “verplichte” dramakaart. Dat wil zeggen, dat deze scène door de kinderen per se gespeeld moet worden!

• Speelwijze
De scènes “in het verleden” spelen zich af rechts op het podium. En elke scène heeft een vaste speelvolgorde:
– Zingen van liedje 2: refrein, bijbehorend couplet, refrein.
– Vertrek en aankomst van een groepje Tijdbusreizigers in het verleden.
– Grappig (kort) avontuur van dit groepje op de plaats/tijd van bestemming.
– Hierbij kunnen bijzondere podiumacts worden uitgevoerd (dans, schimmenspel, muziek, enzovoort).
– Aanleiding tot overhaaste terugtocht, al dan niet met bewijsmateriaal.
– Terugkeer in het laboratorium, plus een kort verslag van de wederwaardigheden.
Nota bene. De opdracht van professor Piek is steeds: kijk goed in de betreffende tijd rond en breng bewijsmateriaal mee. En: blijf op dezelfde plaats, bij de Tijdbus!

• Regieaanwijzingen
– Tijdens de scènes “in de verleden tijd” blijven de kinderen uit het heden op hun eigen (dus linker) podiumhelft. De spotlights op deze groep zijn uit. De kinderen raken als het ware “bevroren”, want de tijd staat hier stil. Ze zorgen ervoor, dat ze geen afleiding veroorzaken, want er wordt nu gefocust op de tijdreizigers en hun spel!
– Per scène “in de verleden tijd” zijn steeds (ongeveer) drie kinderen nodig. Deze groep kinderen staat ergens achter het podium klaar, in de juiste outfit, voor het spelen van hun scène.
» Zie: dramakaart 1.
» Zie: liedje 2.

Vervolg en slot

Scène 4 tot en met … • Vervolgreizen met dramakaarten – Na de eerste (verplichte) tijdreis – dramakaart 1: Tijdreis naar Karel de Grote – kan professor Piek een aantal volgende tijdreizen laten maken. Het liedje Reizen in de tijd (liedje 2) geeft hiervoor verschillende mogelijkheden. – Bij een aantal coupletten van dit liedje is een dramakaart opgenomen. Bij andere coupletten kunt u – samen met groepjes kinderen – zélf dramakaarten (en uit te spelen tijdreizen) bedenken. » Zie: dramakaart 2-5. » Zie: liedje 2. – Er is keuze uit de volgende tijdreizen, met bijbehorende coupletten. De volgende scènes zijn op dramakaarten nader uitgewerkt:

Couplet 1 Karel de Grote Dramakaart 1 “Verplichte” beginscène
Couplet 2 Oud-Egypte Dramakaart 2 Een mogelijke tijdreis
Couplet 3 Middeleeuwen/riddertijd Dramakaart 3 Een mogelijke tijdreis
Couplet 4 Prehistorie Dramakaart 4 Een mogelijke tijdreis
Couplet 5 Franse Revolutie Dramakaart 5 “Verplichte” eindscène
Couplet 6 + 7 Slotcoupletten 1 en 2

• Vervolgreizen zonder dramakaarten Bij het liedje Reizen in de tijd (liedje 2) zijn uiteraard nog meer coupletten te bedenken, voor het maken van tijdreizen. Alleen zijn daar geen uitgewerkte dramakaarten voor beschikbaar. Die tijdreizen kunt u dus eventueel zelf nader uitwerken. Als voorbeeld is nog één extra couplet (couplet 8) opgenomen over Atlantis. » Zie: liedje 2.

Afsluitende scènes

• Uitspelen
– Na de (verplichte) dramakaart 5 blijkt, dat juf Fien helaas bij Napoleon is achtergebleven! Dat was niet de bedoeling! Wat nu? Gelukkig kan ze worden teruggehaald door een paar dappere kinderen, die nóg een keer de tijdreis naar Napoleon durven te maken. Ze weten hun juf uit het Franse hof mee te slepen naar haar eigen, vertrouwde tijd.
Voor professor Piek is dit – althans voorlopig – het einde van de proefnemingen. Het is gelukkig allemaal goed afgelopen!
– Bovendien slaat tot overmaat van ramp de tijdmachine op tilt! Er komt rook uit en het geeft harde knallen. Dat ding doet het voorlopig dus niet meer! Een reisje naar de toekomst – iets dat alle kinderen óók nog graag een keer wilden meemaken – zit er voorlopig niet meer in. Maar dankzij al die tijdreizen hebben ze wél meer plezier in geschiedenis gekregen!

• Zingen
Er kan worden afgesloten met het zingen van de slotcoupletten (couplet 6 en 7).
► Zie: liedje 2.

Werken met dramakaarten

U opent de vijf dramakaarten door op de links in de lijst met uitbreidingen te klikken. U kunt de pdf-bestanden vervolgens direct afdrukken of ze eerst opslaan op uw computer.

Voorkant dramakaart

Zoals op dramakaart 1 te zien is, treffen de kinderen per kaart de volgende informatie aan:

• Plaats van handeling.
• Tijd van handeling.
• Spelers: de spelers uit het “heden” én uit het “verleden” (ongeveer zes spelers).
• Bedoeling (de opdracht, die de tijdreizigers meekrijgen):
– Verwijzing naar de liedtekst (zingen: refrein, couplet …, refrein).
– Vertrek/aankomst.
– Het avontuur (de plot van de scène).
– Extra mogelijkheden (tips voor andere podiumactiviteiten).
– Aanleiding tot vertrek.
– Terugkomst/ontvangst.
» Zie: dramakaart 1.

Voordelen van het werken met dramakaarten

1 De kinderen zitten niet vast aan een voorgeschreven musicaltekst. Ze bedenken alle teksten zelf. Er kan dus ook geen voorgeschreven tekst “vergeten” worden. Er zijn geen “dode” momenten bij de uitvoering.

2 Het bevordert op deze wijze spontaan, creatief taalgebruik. Geen boekentaal!

3 Zelfwerkzaamheid. En dat betekent: grotere betrokkenheid. Het stukje wordt iets van de kinderen zélf. Alleen de grote verhaallijn is aangegeven.

4 Er kan aangesloten worden bij de lessen handvaardigheid. De attributen, decors, enzovoort kunnen tijdens deze lessen door het betreffende groepje (én andere kinderen) zelf bij elkaar gezocht en gemaakt worden.

5 Effectieve oefentijd. Meerdere groepjes “tijdreizigers” oefenen gelijktijdig aan hun eigen scène, op verschillende plaatsen in het gebouw (of zo nodig thuis).

6 De keuze van de te spelen scènes én de volgorde ervan zijn grotendeels zelf te bepalen.

Algemene tips:
• Wanneer u een dramakaart voor een groepje spelers kopieert, dan kunt u op de achterkant van de kaart aantekeningen (laten) maken over kleding, decor en achtergrond, attributen, passende muziek, enzovoort.
• Eventueel laat u kinderen eerst in het documentatiecentrum, in boeken of op internet informatie zoeken over de tijd, waarin de scène zich afspeelt. Nuttige regieaanwijzingen worden ook op de achterkant van de dramakaart genoteerd.
• Bij de scène, waarvan in dit artikel alleen een couplettekst is opgenomen (couplet 8), maakt u zelf – samen met een groepje kinderen – een nieuwe dramakaart. Dit geldt ook voor alle andere scènes, waarvoor de kinderen zélf een couplettekst bedenken.
• Er kan ook gewerkt worden met “lege” dramakaarten, waarop de kinderen zelf een historische gebeurtenis (uit bijvoorbeeld de omgeving van de school, woonplaats of omgeving) nader uitwerken.
• Bij andere dramavoorstellingen – al dan niet rond een bepaald thema – kunt u natuurlijk zelf ook dramakaarten ontwikkelen. Het geeft de kinderen, naast ideeën, ook de nodige vrijheid.

Liedje 1

Retourtje naar vroeger

Tekst & muziek: Floor Koedam

Refrein
Een retourtje naar vroeger,
naar die lang vervlogen tijd.
Met een tijdmachine reizen,
door de verre eeuwigheid.
Een retourtje naar vroeger,
als het kan ook nog vandaag.
Maar of ’t lukken wil,
is altijd weer de vraag.

1
‘k Zou zo graag eens willen meegaan,
met de Noormannen op zee.
Want die kerels maakten vroeger
heel bijzond’re reizen mee.
’t Is een goed idee!

Refrein

2
‘k Zou zo graag eens willen kijken
in zo’n middeleeuwse stad.
Gingen toen die middeleeuwers
echt maar eens per jaar in bad?
En geloof jij dat?

Refrein

3
‘k Zou zo graag eens willen reizen
met de allereerste trein.
Zou ik voor zo’n toffe treinreis
wel voldoende shockproof zijn?
Toch lijkt het me fijn!

Refrein

4
‘k Vind ook dat ik met magister
Berthold Schwarz eens praten moet.
Om met klem te kunnen zeggen:
“Buskruit maken is niet goed!
Weet wel wat je doet!”

Refrein

5
‘k Zou zo graag ook even t’ruggaan
naar die topotoets van toen.
Ja, die zou ik (nu ik méér weet)
heel graag óver willen doen!
Wat was ik een oen!

Refrein

De geluidsbestanden van dit lied vindt u in de internetuitbreiding bij dit artikel.

Liedje 2

Reizen in de tijd

Tekst & muziek: Floor Koedam

Refrein
Reizen in de tijd.
Een eeuw is maar een kleinigheid.
Reizen in de tijd,
als je met de Tijdbus rijdt.

1
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar Kareltje de Grote willen gaan,
om hem toch eens even te vertellen
al wat hij ons precies heeft aangedaan.
Zie mij hier nou eens zitten in m’n bank.
Zeg Kareltje de Grote, hart’lijk dank!

Refrein

2
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar ’t land van Oud-Egypte willen gaan,
om met eigen ogen te aanschouwen
hoe toen zo’n piramide is ontstaan.
En als ik Toeth-ank-Amon soms ontmoet,
dan roep ik uit de verte: “Ha, die Toeth!”

Refrein

3
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar middeleeuwse tijden willen gaan,
om eens fijn als ridder rond te rossen,
natuurlijk met zo’n stalen harnas aan.
Voor vijanden een zeer gevreesde held.
Hoewel: ik hou totaal niet van geweld!

Refrein

4
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar prehistorietijden willen gaan,
om met zekerheid te kunnen zeggen,
dat ooit de brontosaurus heeft bestaan.
Maar ’t zien van een tyrannosaurus-rex
bezorgt me dan misschien een angstcomplex!

Refrein

5
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar 1 – 7 – 8 – 9 willen gaan,
om het volk der Franse Revolutie
daar op de barricaden bij te staan.
En strijden voor Gelijkheid, Broederschap.
Of valt de guillotine met een klap?

Refrein

6 (slotcouplet)
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar ergens in de toekomst willen gaan,
want ik ben verschrikkelijk nieuwsgierig,
hoe ‘t later toch met mij zal verdergaan.
Wat jammer, dat die tijdbus niet meer rijdt.
We blijven dus in onze eigen tijd!

Refrein

7 (slotcouplet)
Wij reisden zo dus
met de Tijdbus.
We gingen eeuwen in de tijd terug.
Veel gezien en aardig wat beleefd dus.
Helaas kwam steeds de t’rugreis veel te vlug!
Wij hadden aan geschiedenis het land,
maar ‘n tijdreis is geweldig int’ressant!

Refrein

Andere mogelijke tijdreis (als voorbeeld)

Bij het volgende couplet (voorbeeld) kunnen de kinderen in kleine groepjes zelf bedenken wat ze op het podium brengen bij deze tijdreis.

8
Ik zou nog wel us
met de Tijdbus
naar’t volk van mooi Atlantis willen gaan,
om daar vóór de ramp te kunnen roepen:
“Uw land zal zinken in de oceaan!”
Ik hoop maar dat ik dan op tijd zal zijn
en dat ikzelf niet óók meteen verdwijn!

Reizen in de tijd
Klik op de bovenstaande link voor een vergroting van het notenschrift van het lied.

Drie uitvoeringen:
In de lijst met uitbreidingen bij dit artikel vindt u geluidsbestanden met het ingespeelde liedje in drie uitvoeringen:
1 per tijdreis: een uitvoering met refrein, couplet, refrein (R-C-R).
2 voor de slotscène: een uitvoering met de twee eindcoupletten 6 en 7 (R-C6-R-C7-R).
3 om het liedje in te studeren: een versie met vijf coupletten. Deze versie kan ook gebruikt worden voor de reprise van alle coupletten op het eind van de musical (R-C1-R-C2-R-C3-R-C4-R-C5-R).