Professionalisering is belangrijk. Een goede leraar beschikt niet alleen over vakkennis, maar denkt ook kritisch na over zijn/haar werk. Hij/zij zoekt naar manieren om het beter te doen en wil zich verder ontplooien. Kortom, een leraar is een professional. En professionals zijn verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling.
Maar… professionaliseren: wanneer en hoe doet u dat? En waar richt u zich op? Er zijn zo veel onderwerpen, die van belang zijn. En er zijn zo veel competenties, waarover u moet beschikken…

Praktijkbeschrijving: Anna

Anna

Anna, leerkracht van groep 4, gaf tijdens het POP-gesprek met haar leidinggevende aan meer te willen leren over sociale competentie, maar niet te weten waar ze moest beginnen. Haar leidinggevende stelde voor het ‘Kaliber Kompas Sociale competentie en burgerschap’ eens uit te proberen, samen met een aantal collega’s.

Overzicht van richtpunten

Het Kaliber Kompas begint met een Overzicht van richtpunten. Hierin staat welk concreet gedrag nodig is voor goed onderwijs in sociale competentie en burgerschap. Om het overzichtelijk te houden, heeft dit de vorm gekregen van een invullijst met vijftien items (richtpunten), waarbij elk richtpunt wordt verduidelijkt met een aantal voorbeelden. (Zie een deel van deze lijst op de pagina hiernaast.)

Binnen een half uurtje had Anna de lijst ingevuld: “Ik kwam er achter dat ik eigenlijk al best veel doe aan sociale competentie en burgerschap.”
profess 1 klein
Figuur 1: twee richtpunten uit het ‘Overzicht van richtpunten’.

De zeven competenties van de SBL

De richtpunten zijn gebaseerd op de zeven competenties van de SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren). Hierin staat beschreven waaraan een goede, bekwame leraar hoort te voldoen. In het Kaliber Kompas staat achter elk richtpunt op welke SBL-competenties een beroep wordt gedaan.
proff 2
Figuur 2: de zeven lerarencompetenties van de SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren).

Op basis van het ingevulde richtpuntenoverzicht maakte Anna een top drie van richtpunten. Ze heeft de drie “laagst gescoorde” richtpunten gekozen: onderwerpen, waar ze weinig van af weet of die ze nog niet (voldoende) toepast in haar lespraktijk. Daarvan heeft ze richtpunt 1 uitgekozen, om de komende tijd mee aan de slag te gaan. (Richtpunt 1: ik ken de leefwereld van de leerlingen en sluit hier met mijn onderwijs bij aan.)
Anna: “Ik realiseerde me dat ik voornamelijk gericht ben op het beheersen van de lesstof en te weinig vraag naar wat de leerlingen verder bezighoudt. Omdat ik bij dit richtpunt niet afhankelijk ben van bijvoorbeeld cursussen en meteen aan de slag kan, heb ik dit punt uit mijn top drie gekozen.”

Drie vragen

In het Kaliber Kompas staan drie vragen, waarmee het gekozen richtpunt concreet gemaakt wordt, zodat elke leerkracht een haalbare, persoonlijke doelstelling heeft. De drie vragen zijn de volgende:

1- Hoe wilt u dat uw gedrag er straks uitziet?
Anna: “Ik wil weten hoe het leven van mijn leerlingen er buiten schooltijd uitziet en ik wil hier met mijn onderwijs goed bij aansluiten.”

2- Hoeveel tijd geeft u zichzelf om dit gedrag te leren?
Anna: “Ik denk dat het me binnen zes maanden wel lukt.”

3- Waaraan kunt u afmeten dat u dit gedrag daadwerkelijk laat zien? (Beschrijf in een aantal stappen.)
Anna: “Ik heb geprobeerd te bedenken hoe mijn einddoel er in de praktijk uit zou zien. Ik heb me eerst vooral gericht op het eerste deel: weten hoe het leven van de kinderen er buiten schooltijd uitziet. Ik denk dat je door een huisbezoek en een gesprek met de ouders ontzettend veel te weten komt. Omdat ik daarvoor best over een drempel heen moet, heb ik dat gekozen als laatste, meetbare stap. Daarvóór komen een aantal andere stappen. Het wordt steeds een beetje moeilijker. Uiteindelijk had ik het volgende stappenplan:

a- Als een leerling met een verhaal of een probleem naar mij toe komt, probeer ik direct tijd te maken om naar hem/haar te luisteren. Lukt dat niet, dan kom ik er binnen een halve dag op terug.
b- Ik begin zélf een gesprekje met een of meer leerlingen over wat hen bezighoudt.
c- Ik houd bij met welke kinderen ik heb gesproken en let erop dat iedereen aan de beurt komt. Ik maak een lijstje met bijzonderheden.
d- Ik geef de leerlingen gelegenheid (bijvoorbeeld bij creatieve opdrachten) om te verwerken én te laten zien wat hen bezighoudt. We bespreken de resultaten.
e- Ik ga één keer per jaar bij elk kind in mijn groep op huisbezoek.”

Passende professionalisering

Wanneer het richtpunt duidelijk is, moet er passende professionalisering bij gezocht worden. Want niet alles wordt op dezelfde manier geleerd. Sommige dingen leert u in de praktijk, andere dingen kunt u zich heel goed eigen maken door erover te lezen of door er met anderen over te praten. Persoonlijke voorkeuren spelen hierbij óók een rol: de ene leerkracht leert prettig door zelfstudie, de ander door naar een inspirerend verhaal te luisteren. Verder zijn tijd en financiën van belang bij het kiezen van professionalisering. Daarom worden in het Kaliber Kompas suggesties gegeven voor verschillende vormen van professionalisering.

Bij Anna’s richtpunt staan de afkortingen: “zelf” en “and”. Die staan voor: “zelfstudie” en “anders” (in dit geval: zelf actie ondernemen). In overleg met haar leidinggevende kiest Anna ervoor om elf actie te ondernemen, volgens de vijf stappen die ze al had opgesteld.

Bekwaamheidsdossier

Nu is het tijd om het plan tot uitvoering te brengen. Het is hierbij belangrijk de vorderingen vast te leggen, omdat op die manier vooruitgang zichtbaar wordt. Dit werkt motiverend, terwijl u bovendien dan meteen voldoet aan de wettelijke verplichting een bekwaamheidsdossier bij te houden. In het Kaliber Kompas staan handvatten hoe u dit kunt doen.

Anna: “Ik heb een soort logboekje gemaakt, waarin ik bijhoud welke leerlingen ik heb gesproken en of er al huisbezoeken staan gepland. Verder schrijf ik bijzonderheden op in mijn logboek en zorg ik dat er van de gesprekken een verslag in steekwoorden in komt. Ik ben nu bijna drie maanden bezig en heb binnenkort met mijn leidinggevende een afspraak om te kijken hoe het gaat. Volgens mij lig ik behoorlijk op schema!”

Vervolg

Professionaliseren stopt niet na één keer. Een goede leerkracht – een professional – werkt voortdurend aan zijn/haar ontwikkeling. Professionaliseren is een cyclisch proces, waarbij de leerkracht voortdurend kritisch naar zijn/haar eigen handelen kijkt en dit handelen probeert te verbeteren. En is de ene doelstelling behaald? Dan kan er aan een nieuwe doelstelling worden gewerkt. En wellicht is dat een ander punt uit de top drie.

Rol van de directie

In het voorbeeld overlegt Anna met haar leidinggevende over de te volgen professionalisering. Dit is van belang, omdat de leerkracht de verantwoordelijkheid voor zijn/haar professionaliteit deelt met de directie en met het bestuur van de school. Ondersteuning vanuit de directie is dan ook noodzakelijk. Daarom is er voor de directie een Kaliber Kompas-draaiboek ontwikkeld, dat helpt bij deze begeleidende rol. Ook bevat dit draaiboek achtergrondinformatie over de SBL-competenties en het wettelijke kader.

Verschillende Kompassen

Vier vakgebieden

Het werken met het Kaliber Kompas begint vaak met een gesprek – bijvoorbeeld een POP-gesprek – tussen de leerkracht en de leidinggevende, om af te spreken op welk gebied de leerkracht zich wil ontwikkelen. Anna koos voor het Kaliber Kompas Sociale competentie en burgerschap. Maar er zijn er nog meer. Er zijn in totaal vier Kompassen, voor verschillende vakgebieden:
• Kaliber Kompas Taal.
• Kaliber Kompas Rekenen.
• Kaliber Kompas Sociale competentie en burgerschap.
• Kaliber Kompas Ouderbetrokkenheid.

Opbouw

Elk Kompas heeft dezelfde opbouw:
proff 3
Figuur 3: de zes stappen van het Kaliber Kompas.

Tot slot

Werken aan uw ontwikkeling hoeft dus helemaal niet zo moeilijk te zijn. Het Kaliber Kompas helpt bij het bepalen van een concreet doel, het kiezen van behapbare professionalisering en het toepassen van het geleerde in de praktijk. Zo kunt u aan uw ontwikkeling werken op een wijze, die bij u én bij uw situatie past! Veel succes!

Meer weten?

Kijk op: www.cedgroep.nl.