We hebben die dingen verdeeld in… drieën: Publiek, Techniek en Podium. Met Podium bedoelen we in dit geval het toneelstuk, de musical, de presentatie, het concert, de performance, het drama of hoe u het ook noemen wilt.
Dat deze drie “goede dingen” onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en bij elkaar horen, wordt elders in dit boek aangetoond. U dient dan ook met alle drie de onderdelen bezig te zijn, als u wilt dat een podiumproductie succesvol is.
De “goede dingen” die in dit artikel – deels in trefwoordvorm – worden genoemd, zijn allemaal zaken, waarvan u zult zeggen: “O ja, het is goed om dat even in gedachten te houden of af te vinken.”
Nota bene. Als u gebruik wilt maken van de lijsten met aandachtspunten in dit artikel, dan kunt u die eenvoudig kopiëren. Vóór elk aandachtspunt is al een hokje opgenomen, dat u aan kunt vinken of in kunt kleuren, zodat u de lijsten kunt gebruiken als checklist.

Publiek

Ο Wie komen er kijken? (De pappies en mammies, de andere klassen.)
Ο Kómt er wel iemand kijken?
Ο Doen we een persbericht, een foto? Naar wie gaan de uitnodigingen? (Denk aan de gastenlijst.)
Ο Flyers maken, posters maken. (Of zelf bedenken.)
Ο Acties voeren om de zaal vol te krijgen.
Ο Waar gaan we het mogelijke publiek van tevoren mee lekker maken?
Ο We gaan niet alles verklappen. We houden de aula twee weken afgeschermd!
Ο Het gaat over… Maar hoe het afloopt, dat blijft een vraagteken.
Ο Het wordt spannend. We liggen zelf nog constant in een deuk.
Ο Het is echt een verrassende voorstelling. Het wordt echt goed.
Ο We houden alles geheim.
Ο Het publiek mag zich ook verkleden.
Ο We hebben een kledingvoorschrift (een dresscode).
Ο De uitnodiging (met daarop: wie speelt wat en waar, wanneer en hoe laat) is drie keer op fouten nagekeken.
Ο Er is een wervende tekst gemaakt, met een leuk beeld.
Ο Er is een tijdelijke button op de website van de school.
Ο Waar is de garderobe, met de dubbele nummerboekjes en de knijpers?
Ο Er is vooraf thee en koffie in de foyer.
Ο De stoelen worden zorgvuldig klaargezet.
Ο Er zijn goede zichtlijnen.
Ο Er zijn vakken (of stoelnummers), met gereserveerde plaatsen.
Ο Er zijn ouvreuses (of stoelaanwijzers).
Ο Het publiek voelt zich welkom.
Ο Ook aan rolstoelplaatsen is gedacht.
Ο Er is een veiligheidscontrole. Er is een ontruimingsplan. Collega’s staan in de buurt van ontruimingsroutes.
Ο De nooddeuren zijn vrij.
Ο Na een vriendelijk verzoek zet je je telefoon heus wel uit.
Ο Voor de laatkomers staan nog een paar krukjes klaar.
Ο De laatste controle gebeurt door het hoofd Publieksbegeleiding. Hij (of zij) laat de regisseur en de techniek weten dat het publiek klaarzit, maar doet verder nog niets, want de regisseur heeft het laatste woord bij de vraag of de voorstelling kan beginnen.
Ο Er is natuurlijk géén toespraak vooraf! En er mag alleen door de cast op het toneel gestaan worden.
Ο De regisseur geeft een go!

Techniek

Ο Wat wordt het speelvlak? Hoe groot is dat precies?
Ο Zullen we dat uitmeten in de klas (of in het speellokaal)? En zullen we het afplakken?
Ο Wat leidt de aandacht af rond het speelvlak?
Ο Kunnen we alles zwart maken? (Ook dat systeemplafond?)
Ο Is het podium zó hol, dat schoenen niet mogen?
Ο Is de verduistering compleet? Is er dan nog wel frisse lucht? En is er een nooduitgang?
Ο Hoe komen de spelers op? En hoe kunnen ze af?
Ο Is er wel of geen voordoek? Hoe hoog is het podium? Hoe hoog is de ruimte boven het podium?
Ο Zijn er coulissen? Hebben we friesen en poten? (Zoek maar eens op wat dat zijn.)
Ο Waar is backstage?
Ο Wat geeft geluidsoverlast?
Ο Moet er een cd-speler, MP3-speler, videobeamer, computer en/of projectiescherm komen?
Ο Waar kan er geprojecteerd worden?
Ο Waar zit de geluidsman (-vrouw)?
Ο Wie stuurt hem (haar) aan? Wie weet wanneer welk muziekje start/stopt?
Ο Wie kent het stuk heel goed en kan de uitvoerende technici instrueren?
Ο Waar zit de knop van het zaallicht?
Ο Toneellichten gaan aan. Is er een mogelijkheid om lichten te dimmen? Is er een lichtsetje te huur?
Ο Licht van boven, schuin voor, van opzij, tegenlicht, kleuren, vlekken. Geen voetlicht.
Ο Waar zit de lichtman (-vrouw)?
Ο Wie stuurt hem aan? Wie weet wanneer licht aan, uit of gedimd moet?
Ο Waar zijn de kleedruimtes?
Ο Waar zijn de schminkspiegels?
Ο Waar leggen we alle attributen?
Ο Hoe gaan de decorstukken op en af?
Ο Is er een klein lampje achter de coulissen?
Ο Hebben we een orkestbak nodig?
Ο Ligt er een zaklantaarn klaar? En is er een reserve-cd?
Ο Weet de techniek ook van de veiligheidsafspraken?
Ο De publieksbegeleiding laat de techniek weten of de voorstelling kan beginnen. De techniek zit dan allang klaar, maar doet nog niets. De regisseur bepaalt of de voorstelling begint. Is er een communicatielijntje naar backstage?
Ο Hoe weet de regisseur dat het publiek en de techniek klaarzitten?
Ο Hij (of zij) weet het en geeft een go!

Podium

Ο Wat voor productie wordt het?
Ο Is het een verhaal met een kop en een staart?
Ο Is het helemaal klaar? (Dus: erin rammen maar!)
Ο Is het een rode draad, met losse scènes?
Ο Is het alleen tekst? Of is er ook muziek, sfeermuziek, dans- en beweegmuziek, een klankverhaal?
Ο Zijn er liedjes en/of liedjes met dans? Is er ruimte voor dansexpressie?
Ο Is het toevoegen van poppenspel, marionetten, schimmenspel mogelijk?
Ο Hebben we circusacts, goochelacts, acrobatiek, pantomime?
Ο Doen we maskers en/of hoeden op? Gebruiken we neutrale kleding?
Ο Gebruiken we PowerPoint, een hoorspel, een kleine film?
Ο Zit er tussen de scènes in nog muziek? Zijn er entr’acts? Of is er een verteller, die kan uitleggen wat we even hebben gemist als publiek?
Ο Hebben we een rapper, een verteller met platen, afbeeldingen, een smartlap (met refreintekst), een verteller (met tableau vivant), een moppentapper?
Ο Doen we een interview, een talkshow, een quiz, een persiflage?
Ο Doen we veel met klanken en geluiden? Spreken we onzintaal?
Ο Doen we karaoke, playback, luchtgitaar, luchtslagwerk?
Ο Gebruiken we gedichten? Lezen we expressief voor?
Ο Is het stuk nu écht klaar of blijven we rommelen?
Ο Voor de première hebben we minstens vier volledige repetities doorlopen.
Ο De generale wordt nooit onderbroken.
Ο Er zijn bij voorkeur drie voorstellingen: een goede, een leuke en een slechte. Een première, een matinee en een dernière. Een vernissage, een perfectionare en een gala.
Ο Maak er een feest van.
Ο Doe een warming-up, houd een peptalk, neem groepen nog even apart. Breng de concentratie op niveau, accepteer geen gedonder in het backstagegebied. Er staat drinken klaar. En er is ook iemand, die spelers opvangt en begeleidt.
Ο Controleer zorgvuldig of iedereen klaarstaat voor de ouverture, de eerste én de tweede scène. Wacht op een seintje van publieksbegeleiding én de techniek!
Ο En… go!