Voor de verandering een Engels lied over het wonder rondom Kerstmis.
Downloads
Muziek
Artikel
Lessuggesties
Lees de tekst van het lied A Miracle voor. Vraag de kinderen te luisteren naar tegenstellingen in de tekst en inventariseer deze. (inky black – brilliant bright; winternight – summer; circle-round – square; night – morning; yet so close – still so far; long ago – nowadays)
Vraag wie er een idee heeft waarom deze tegenstellingen in het lied zitten. Stimuleer de kinderen hun antwoord te onderbouwen. (bijvoorbeeld: door een nacht tegelijkertijd pikzwart en helder schijnend te noemen, komt er een geheimzinnige sfeer in het lied. Of: doordat het zowel het ene als het andere kan zijn, zoals vroeger en tegenwoordig krijgt het lied een algemeen, ‘eeuwig’ karakter.)
Achtergrond
Vertel de kinderen over de achtergrond van de Engelse Christmas Carol: een Christmas Carol wordt ook wel een Noël genoemd. Het is een lied dat over de kersttijd of wintertijd gaat en het wordt gezongen om stil te staan bij de geboorte van Jezus Christus. Van oudsher worden ze in de dagen voor kerst gezongen.
Vraag de kinderen wie er zo’n carol kent of noem er zelf enkele: The first Noel, God rest ye merry gentleman, Good King Wenscelas, In the bleak midwinter.
Van oorsprong is een carol een volkslied, dat behalve bij kerst ook tijdens het oogstfeest werd gezongen. Op een gegeven moment werden ze ook in de kerk gezongen. Volgens Engelse traditie gingen/gaan vaak groepjes zangers van huis tot huis om hun carols te zingen en zo hun kerstwensen te geven (soms in ruil voor wat lekkers).
Vraag de kinderen of ze ook in Nederland een dergelijke traditie kennen. (Sint Maarten)
De muziek van een carol is vaak gebaseerd op oude middeleeuwse notenschema’s. Deze oude klanken roepen eigenlijk als vanzelf een bepaalde sfeer op: de knusheid van de donkere winterdagen van de kersttijd.
Muziek
Vertel de kinderen indien nodig nog eens dat er in een liedje vaak herhaling voorkomt. In veel liedjes zit een refrein; daar blijft de muziek en ook de tekst hetzelfde. Bij (bijna) elk popliedje op de radio hoor je dat. In het lied A miracle komt ook veel herhaling voor. Maar hier verandert de tekst, ook al blijft de muziek (bijna) hetzelfde.
Neem bijvoorbeeld het stukje Once there was a winternight / inky black and brilliant bright / In the summer, am I right? Am I right?
Dat noemen we een zogenaamde muzikale zin. Voor het gemak noemen we hem ‘A’.
Vraag de kinderen hoe vaak de zin ‘A’ wordt herhaald. (Twee keer, daarna volgt een ander stukje en tot sloot weer twee keer ‘A’. Dus in totaal vier keer.)
Wijs de kinderen er vervolgens op dat er nog een andere muzikale zin in het lied zit, deze begint met In the moon there was a star / Twinkle, twinkle, tiny star / Yet so close, but still so far, still so far. Stel hen voor deze zin ‘B’ te noemen. Vraag hen hoe vaak de zin ‘B’ wordt herhaald. (twee keer)
Schrijf vervolgens op het bord: AABBAA. Wie kan uitleggen wat dit betekent? (Dit staat voor de vorm van het liedje. Hieraan kun je zien hoeveel zinnen erin zitten en welke hetzelfde zijn.)
Laat de kinderen het lied nog een keer horen. Vraag de kinderen waar in het lied er eigenlijk een stukje tekst ontbreekt. (na it might it might)
Vraag ze een verklaring te zoeken waarom de schrijver dit gedaan heeft. (om je even te laten nadenken, om het spannend te maken)
Vertel het tot slot dat dit liedje wordt gezongen door een man. Dat wat hij zingt heet de melodie. De instrumenten die je hoort, ondersteunen de melodie en noem je de begeleiding.
Benoem met elkaar de betreffende instrumenten. (piano, basgitaar, melodica, dwarsfluit en Afrikaanse kralenschudder)
Drama
Zorg voor verkleedkleren met een oude Engelse ‘Dickens-sfeer’ of laat deze door de kinderen meenemen (hoge hoed, strokenrok, rijglaarsjes, enzovoort). Oefen het lied, zodat de kinderen het uit hun hoofd kunnen zingen en trek van klas tot klas, net als de mensen vroeger in Engeland deden wanneer ze van deur tot deur trokken.
Beeldend
Laat de kinderen met sitspapier en zilver- en goudfolie een collage maken waarin beelden van het lied zichtbaar zijn. Vraag wat er in het lied voorkomt en wat daar opvallend aan is (Het is een soort stapellied, waarin in elke volgende regel wordt ingezoomd. In de nacht staat de maan; in de maan zit een ster; in de ster zit sneeuw; in de sneeuw zit een licht; in het licht zit het wonder van kerst.)
Laat de kinderen in tweetallen uitwisselen hoe ze ‘het wonder van kerst’ kunnen weergeven (bijvoorbeeld in een kerststal, waarbijJezus en Maria zich over het kribje buigen, het kindje Jezus, enzovoort). Willen ze knippen of juist scheuren in hun uitvoering? Wat voor sfeer of effect geven deze technieken? Geheimzinnig, sfeervol of juist helder en scherp? Laat ze hun eigen keuze maken.
Vraag ook of de kinderen van binnen naar buiten willen werken of juist andersom. Als ze van buiten naar binnen gaan werken, geef ze dan de tip zo groot mogelijk te beginnen, zodat er genoeg ruimte is in het midden voor het ‘wonder van Kerst’.
