Wie goed kan communiceren is beter in staat om te leren en te groeien. Lessen in communicatie bieden kinderen inzicht in hoe communicatie werkt en wat ze ermee kunnen, ook of vooral in hun dagelijks leven. Wil jij weten hoe je kinderen kunt laten groeien in communicatie en hoe je ze enthousiast maakt voor deze lessen? Met de volgende tien tips zullen de kinderen je vragen wanneer de volgende les is!

Een praatje maken met iemand, je eigen mening vormen, een ander ergens van overtuigen, aan je opa uitleggen hoe zijn nieuwe mobiel werkt, samen overleggen over oplossingen voor een probleem op school, met belangstelling naar een ander luisteren … het valt allemaal onder ‘communiceren’! Door kinderen te laten oefenen met het schrijven van verschillende soorten teksten en het voeren van gesprekken leren zij al jong hoe je goed kunt communiceren.

Tip 1 Bespreek ‘het nut’

Communicatie staat nooit op zichzelf, maar dient altijd een doel. Zo kun je aan je ouders een wensbriefje schrijven, omdat je heel graag een konijn wilt en je ouders ervan wilt overtuigen dat je er goed voor zult zorgen. Je begint een gesprekje met iemand omdat je die persoon wilt leren kennen. Je schrijft een gedicht om je uit te drukken, en met een gebruiksaanwijzing wil je iemand iets uitleggen. Kinderen zijn hier in hun dagelijks leven voortdurend mee bezig. Door kinderen in de lessen communicatie inzicht te geven in het doel van elke opdracht en ze te leren hoe ze steeds beter in communiceren kunnen worden, vergroot je de motivatie en verbind je de lessen met hun eigen leven. Ze kunnen hun nieuw geleerde vaardigheden immers direct inzetten en ontdekken dat het werkt.

Tip 2 Bied doelgerichte en authentieke schrijf- en spreekopdrachten aan

Aan elk communicatiedoel kun je verschillende opdrachten verbinden. Zo kun je bij het communicatiedoel contact leggen de kinderen laten beginnen met een tekst in een vriendenboekje en met een praatje over zichzelf. Bij overleggen kun je de kinderen een agenda laten opstellen en ze laten vergaderen, en bijuitleggen kun je de kinderen een uitleg van een spel laten schrijven en ze hier vervolgens een mondelinge toelichting bij laten geven. Dit zijn allemaal schrijf- en spreeksoorten waar de kinderen in hun dagelijks leven ook mee te maken hebben, waardoor ze deze als authentiek zullen ervaren. Dat vergroot hun motivatie.

Tip 3 Zorg voor een doorgaande leerlijn

Start bij elk communicatiedoel op een haalbaar niveau en laat de kinderen er elk jaar een stapje bij zetten. Laat ze ervaren dat ze steeds beter weten wat ze moeten inzetten om bijvoorbeeld te kunnen uitleggen, zich een mening te vormen of zich uit te drukken. Zo kunnen ze bij het communicatiedoel overtuigen bij schrijven in groep 4 beginnen met een briefje waarin ze opschrijven waarom ze iets heel graag willen en in groep 8 eindigen met een argumentenkaart als onderlegger voor een debat. Of ze kunnen voor het doel overleggen en besluiten bij spreken en luisteren in groep 4 beginnen met een overleg over het goede antwoord op eenvraag en in groep 8 eindigen met een overleg over een conflict.

Bij spreken is het belangrijk dat er ook duidelijke luisterdoelen zijn. Zo leren de kinderen dat luisteren net zo belangrijk is als spreken, en dat goed luisteren bijdraagt aan een gesprek.

 

Communicatiedoel: je mening vormen

Bekijk een voorbeeld van een leerlijn voor het communicatiedoel ‘je mening vormen’ in de pdf onderaan de pagina.

 

Stel steeds een ander aspect centraal

Laat de kinderen bij het communicatiedoel vermaken per jaargroep verschillende soorten verhalen schrijven, zoals een sprookje, een avonturenverhaal en een persoonlijk verhaal. Bij elke verhaalvorm kun je een ander aspect van het schrijven centraal stellen: het beschrijven van het uiterlijk, het karakter en de leefomgeving van de hoofpersoon, het schrijven van dialogen en het beschrijven van het innerlijk van de verhaalpersonages. Gebruik voorbeelden uit de vele goede kinderboeken die we in Nederland hebben. Laat zien waarom dat speciale aspect een verhaal spannender, boeiender of ontroerender maakt. Zo passen de kinderen bij elk verhaal dat ze schrijven het eerder geleerde toe en zetten ze er weer een stapje bij. En winnen de verhalen elk jaar aan kracht en inhoud.

Tip 4 Geef goede voorbeelden en bied hulp

Dat eerste woord, die eerste zin, waarover moet het gaan? Voor veel kinderen is het een worsteling om iets op papier te krijgen. Daarom is het zo belangrijk dat ze goede voorbeelden van de tekst- of spreeksoort zien en dat de structuur heel duidelijk wordt aangegeven. Goede voorbeeldteksten kun je halen uit kinderboeken, uit het dagelijks leven (de uitleg van een spel, een ansichtkaart van oma, een brief van de gemeente om mensen ervan te overtuigen dat het goed is om zonnepanelen te nemen, enzovoort), maar ook teksten van de kinderen die ze eerder hebben geschreven. Bewaar ‘pareltjes’ en gebruik deze in de instructie. Ook tijdens het schrijfproces kun je mooi geformuleerde zinnen even aan de klas laten horen.

Als je een goede tekst hebt, kun je deze als voorbeeld gebruiken. Je kunt deze tekst vooraf met de kinderen bespreken en ze aan laten geven welke dingen in het voorbeeld maken dat het werkt. Deze succescriteria kunnen de kinderen vervolgens in hun eigen teksten of gesprekken proberen toe te passen.

Kinderen moeten niet alleen te horen krijgen wát ze gaan schrijven, maar vooral ook hoe ze die taak moeten aanpakken. Besteed daarom zowel aandacht aan het proces als aan het product. Door eerst samen een paar voorbeelden te bekijken en de structuur daarvan te bespreken kunnen de kinderen goed voorbereid aan de slag. Laat ze vervolgens hun gedachten ordenen en nadenken over de inhoud. Dat kan bijvoorbeeld in steekwoorden op een kladblaadje waarmee ze alvast de inhoud van hun product weergeven volgens de structuur van de tekst- of spreeksoort.

Of ze gaan bij elkaar te rade en ‘sparren’ even over mogelijke invalshoeken. Dit geeft de kinderen houvast en helpt ze over de drempel van het zelf schrijven of spreken. Ook hier geldt: van veel naar weinig ondersteuning (scaffolding). Naarmate de kinderen vertrouwder worden met en beter worden in het communicatiedoel, zullen ze steeds minder hulp nodig hebben en zal de drempel om zelf te schrijven of te spreken steeds lager worden.

Tip 5 Maak de kinderen zich bewust van wat ze nodig hebben

Door kinderen zich vooraf te laten realiseren wat ze nodig hebben om te kunnen beginnen met de communicatieopdracht, bouw je een moment in waarin ze alles kunnen verzamelen en een pas op de plaats kunnen maken. Ook weten ze waar ze op terug kunnen vallen als het even niet gaat.

Tip 6 Laat de kinderen elkaar feedback geven

Feedback van elkaar helpt kinderen om hun tekst beter te maken, en heeft daarnaast een motiverende functie. Hun tekst wordt in ieder geval al door één medeleerling gelezen! Dat is uiteindelijk waar je het als schrijver voor doet.
Ook het geven van goede feedback is een groeiproces. Leg de kinderen uit hoe ze elkaar een compliment kunnen geven of juist een verbeterpunt kunnen aandragen. Om de kinderen hiermee te helpen kun je ze een specifieke feedbackopdracht meegeven. ‘Geef een tip en een top’ is vaak te algemeen.
Waar moet een kind precies op letten? Je wilt een koppeling maken met het doel en/of het genre. Geef bij een sprookje bijvoorbeeld de opdracht: Markeer de zinnen waarin de omgeving wordt beschreven. Doe daarna je ogen dicht en probeer je de omgeving voor te stellen. Lukt dat? Of kan je maatje er nog iets bij schrijven? Of: Zet een rondje om alle bijvoeglijke naamwoorden die je maatje heeft opgeschreven (bijvoorbeeld ‘donker’ bos). Welke vond je mooi/origineel? Waar kan je maatje bijvoeglijke naamwoorden toevoegen om het verhaal spannender/grappiger te maken?

Tip 7 Bepaal vooraf waarop je beoordeelt

Een kind schrijft zijn tekst met een bepaald doel. Hij wil de lezer bijvoorbeeld aan het lachen maken of ergens van overtuigen. Ga als leerkracht op de stoel van de lezer zitten en bekijk of dat doel behaald is. Als hulpmiddel kun je per tekst- of praatsoort een lijstje maken met punten die juist voor deze opdracht belangrijk zijn. Maak daarbij onderscheid tussen proces en product. Door deze punten in de instructie te verwerken weten ook de kinderen waar in hun opdracht speciaal op gelet wordt.

 

Ontwikkelingsgericht evalueren

Het beoordelen van een tekst is lastig aangezien er geen goed of fout bestaat. Uiteindelijk wil je kinderen laten groeien in communicatie en deze groei inzichtelijk maken. Leg daarom voor elk kind een map aan waarin je zijn of haar teksten verzamelt. Zo zie je gedurende de jaren de teksten steeds beter worden en ziet ook het kind hoe het groeit in communicatie.

Tip 8 Geef ruimte voor het opdoen van inspiratie

Geef de mogelijkheid om kort wat te droedelen; vaak helpt dit om de creativiteit op gang te brengen. Ook kunnen kinderen in deze fase een ander kind om hulp vragen. Leren schrijven (en spreken) is immers een doorlopend, sociaal proces. Door dit gericht te stimuleren geef je aan dat het niet erg is als de inspiratie niet gelijk komt en bied je de kinderen de ruimte om hun hoofd even leeg te maken.

Tip 9 Gebruik de devices van de kinderen

Laat kinderen in de bovenbouw ook functioneel gebruikmaken van devices. Laat ze bijvoorbeeld overleggen via de chat (doel: samen overleggen) of een eigen tutorial opnemen (doel: uitleggen).

Tip 10 Laat de kinderen hun eindproduct met elkaar delen

Bied ruimte om te delen. Je zult merken dat de motivatie hierdoor toeneemt. Bundel verhalen in een boek of maak een (online) tentoonstelling van gedichten die de kinderen hebben geschreven. Laat de kinderen een digitale presentatie geven of organiseer een quiz over de identiteit van de romanpersonages.

Tot slot: kijk regelmatig terug en vooruit. Praat met de kinderen over hun voortgang en laat ze zelf nadenken over wat ze eerst nog lastig vonden, maar nu niet meer. Laat de kinderen daarvoor bijvoorbeeld aan het begin van een les op een trap aangeven hoe goed ze al zijn in een bepaald doel, en laat ze dat aan het eind van de les opnieuw doen. Zo ervaren ze ook zelf heel bewust dat ze groeien.

Marijke van Ooijen en Eline Seinhorst zijn methodeontwikkelaars van onder andere de nieuwe Taal actief. Eline is daarnaast ook leerkracht op Kindcentrum Oersprong.

Download het hele artikel

Klik op de naam van het bestand om het te openen.