Een moestuin aanleggen is meer dan zaaien, wachten en oogsten. Je wilt ook de lekkerste komkommer kweken en van ‘afval uit de omgeving’ vruchtbare compost maken. Hoe zorg je goed voor de dieren in de moestuin en geniet je tegelijk van een bloeiende tuin vol heerlijke groenten en fruit? Een kleurrijke tuin waarin veel te zien, te proeven en te ruiken is, levert heel veel op!

Meer en meer maken inwoners, gemeenten en provincies zich zorgen over de afnemende biodiversiteit en de klimaatverandering. Toch kunnen zij veel doen, te beginnen bij het inspireren van anderen. Leg bijvoorbeeld een schoolmoestuin aan! Verwonder je over alles wat daar bloeit en groeit, vergroot je kennis en werk er zelf in mee. Zo leg je de basis voor een positieve houding tegenover natuur.

Om een schoolmoestuin te beginnen heb je meer nodig dan zakjes zaad en stekjes. Er moet draagvlak zijn in de hele school én onder de ouders. Ook omwonenden moeten ingelicht en eventueel betrokken worden. En vergeet de gemeente niet: sommige scholen kunnen een moestuin aanleggen op gemeentegrond nabij de school, maar daar moet uiteraard wel toestemming voor komen. Nabije mbo’s en vmbo’s met

de richting Groen kunnen misschien wel helpen. Waarom zou een groep van hun leerlingen niet bijvoorbeeld een ontwerp voor de moestuin kunnen maken? Of een onderhoudsplan? Betrek vervolgens alle partijen en natuurlijk ook de kinderen bij het onderhoud en beheer. Laat iedereen zich verantwoordelijk voelen. Met zoveel om aan te denken is een leerkracht die de coördinatie op zich neemt, onmisbaar.

Begin op tijd!

Wacht niet te lang met de aanleg van de tuin, december is een goed moment. Als je van het gras af wilt om ruimte te maken voor de moestuin, dek het dan af en breng een dikke laag compost aan (zie de inzet). Poot vervolgens als eerste de vaste beplanting, zoals de (fruit)struiken. Start ook met zaaien, in de klassen en thuis. Laat zaadjes ontkiemen in potjes, zodat die later de grond in kunnen. Vanaf maart kunnen de eerste groenteplanten de tuin in.

Materiaal en gereedschap

  • Plaats compostemmers waar je het ‘tuinafval’ in doet. Zo heb je het hele jaar door voldoende voeding voor een gezonde bodem met veel leven erin. Dat zorgt voor sterke planten.
  • Maak voor de bewatering gebruik van een pomp. Gebruik water uit een nabijgelegen sloot of vijver of uit een regenton, bijvoorbeeld een van 650 liter.
  • Tip: In veel gemeenten kun je subsidie aanvragen waarmee je de eerste planten, zaadjes, compost, een schuurtje en tuingereedschap kunt aanschaffen.

Permacultuur

Als reactie op de steeds duidelijkere negatieve effecten van grootschalige landbouw en het besef dat fossiele energie niet onuitputtelijk is, is permacultuur ontstaan. In deze vorm van ecologisch tuinieren wordt zoveel mogelijk de natuurlijke gang van de tuin gevolgd. Als je weet wat die gang is, kun je die in het voordeel van de tuin laten werken. De drie belangrijkste uitgangspunten zijn: rust voor de bodem (dus niet spitten), de bodem bedekt houden (tegen uitdroging) en diversiteit. Bouw ook kringlopen in waarbij water en voedingstoffen worden gerecycled.

Welke groenten kies je?

Met een eenvoudige zaaikalender houd je in de gaten wanneer jullie moeten beginnen met zaaien en in welke maand je welke groenten kunt oogsten. De kunst is om het hele jaar door zoveel mogelijk gevulde moestuinvakken te hebben.

Betrek de kinderen bij het zaaien: laat de kleuters de plantjes bewateren en laat de middenbouw in kleine groepjes in kweekbakjes zaaien. Zorg voor hulp van leerkrachten en hulpouders. Rouleer de groepjes elke vier weken.

 

Vul je tuin

De volgende groenten kunnen in de tuin staan: komkommer, pompoen, tomaat, aubergine, paprika, courgette, snijbiet, rode biet, rabarber, artisjok, knolvenkel, allerlei soorten bonen, bloemkool, romanesco, broccoli, palmkool, boerenkool, rode kool, radijs, stengelui, prei, bleekselderij, knolselderij, wortel, verschillende soorten sla, spinazie, andijvie.

Maak ook een vak met kruiden en zet overal bloemen tussen, zoals zonnebloemen, Oost- Indische kers, komkommerkruid, afrikaantjes en goudsbloem. Omring de groentevakken met vaste struiken als rozemarijn, lavendel, zwarte bes, rode bes, kruisbes, blauwe bes, framboos, bramen, brem en kornoelje. En vergeet een vak met aardbeien niet.

Als je dit in je moestuin zet, ontstaat er een mooie mix van eetbare vruchten, bladeren, knollen en bloemen die gedurende een groot deel van het jaar in de tuin staan.

Moestuinieren in het lesprogramma

Om een goed gevulde en verzorgde moestuin te hebben is structureel veel tijd en aandacht nodig van zowel de kinderen als de leerkrachten. Zorg daarom dat de moestuin integraal deel gaat uitmaken van het lesprogramma.

  • Maak naast een zaaischema ook een jaarindeling in weken, van alle activiteiten in de tuin die gedurende het jaar terugkomen. Dit is een jaarplan dat ieder jaar weer opnieuw gemaakt moet worden.
  • Houd met alle klassen ‘moestuinexcursies’. Vertel tijdens deze excursies over onder andere permacultuur, fotosynthese en bodemleven. En vergeet dan niet van alles te proeven en te ruiken.
  • Maak tijdens het handvaardigheidcircuit lekkere gerechten met de oogst uit de moestuin. Denk aan salades, soepen en curry’s. Deel de recepten op de schoolwebsite en inspireer zo nog meer mensen.
  • Geef kinderen die hier interesse in hebben de mogelijkheid om zelf een ontwerp te maken voor het onderhoud van een stukje eigen tuin. De kinderen krijgen zo te maken met oppervlakte en afstanden meten van allerlei groottes in de tuin, de benodigde hoeveelheden zaad/plantjes, regenval in mm en liters (regenmeter), maar bovenal trainen ze hun zintuigen: kijken, voelen (grond, diertjes, planten), horen (insecten, vogels), ruiken (kruiden, bloemen) en natuurlijk mogen ze ook hier lekker proeven!
  • In september is het tijd voor een oogstfeest, een proeverij van zelfgemaakte lekkernijen uit de tuin. Ook tijdens de nieuwjaarsreceptie kun je al proeven van zelfgemaakte hapjes. Palmkoolchips, snijbiethapjes en vegan kruidenboter. Hmmm!

Zichtbaarheid

Meestal bevinden (moes)tuinen zich uit het zicht: in de achtertuin of op een buitenterrein in een volkstuin. De kracht van de moestuin bij school zit ’m juist in de nabijheid en zichtbaarheid van de tuin voor de kinderen, bewoners en passanten. Helaas wordt er ook weleens iets vernield of meegenomen, maar als je de buurtbewoners erbij betrekt, houden zij vaak een extra oogje in het zeil.
Ook een spandoek en informatieve bordjes dragen bij aan bewustwording over de noodzaak en pracht van bloeiende planten en de herkomst van ons eten. Laat bijvoorbeeld de kinderen van groep 3 tekeningen maken van alle groenten en fruit in de tuin.

De moeite dubbel en dwars waard

Iedereen geniet van onze tuin: mensen die langslopen, de kinderen die meehelpen met zaaien, uitplanten, water geven, onderhouden en onkruidvrij houden van de tuin en de insecten en dieren. Doordat de kinderen het groeiproces in de tuin bewonderen en daar zelf een bijdrage aan leveren, groeit hun enthousiasme. Dit wordt nog eens versterkt doordat de kinderen vanaf mei elke vrijdag voor een bescheiden bedrag groenten uit de eigen moestuin mogen verkopen in een kraampje. Na schooltijd nemen kinderen hun ouders geregeld mee naar het winkeltje en de tuin. Kinderen zien zo dat de groenten worden gewaardeerd en ze hebben regelmatig groenten uit de tuin thuis op hun bord.

Doordat de tuin er zo mooi bij staat, raken mensen geïnspireerd om mee te doen. De groep ouders en omwonenden die meehelpen, breidt steeds verder uit. Ondertussen zijn er zo’n twintig mensen in de tuin aan het werk! Iedereen is welkom, ook als mensen geen groene vingers hebben. En natuurlijk delen zij dan mee in de oogst.

Susanne Dijkstra is leerkracht van groep 1/2 op OBS De Bijenkorf in Houten.
Saskia Hagedoorn is als ouder betrokken bij de school en initiatiefneemster van de moestuin.

Download het hele artikel

Klik op de naam van het bestand om het te openen.