Geïnspireerd door een prachtige beeldcollectie op Pinterest gaan de kinderen aan de hand van vragen en spelletjes zelf op ontdekkingstocht.
Bestanden
Klik op de naam van het bestand om het te openen.
Artikel
Vragen kunstbeschouwing
Om kinderen te leren kijken naar kunst, is het stellen van beschouwingsvragen noodzakelijk. Deze vragen kunnen onderverdeeld worden in categorieën. Algemene vragen om mee te starten. Vragen over de beeldaspecten om diepere lagen aan te boren. En vragen om het onderzoek en het werkproces op gang te brengen. De kinderen hoeven niet alle vragen te beantwoorden, sommige zullen niet van toepassing zijn. Tot slot zijn er reflectievragen, te gebruiken tijdens en ná de beeldende activiteit.
Geef de leerlingen een logboek/kunstdossier/schetsboek/dummy. Ze plakken de foto uit het blog er in en beantwoorden dan enkele vragen, bijvoorbeeld minstens één van elke categorie.
Hieronder staan per categorie enkele voorbeeldvragen.
Tip! Laat de kinderen ook zelf vragen bedenken!
Vragen
ALGEMEEN (alle antwoorden zijn goed)
Wat zie je?
Waarom koos je dit beeld?
Waar doet het beeld je aan denken?
Welk gevoel krijg je bij dit beeld?
Wat wil de maker volgens jou zeggen met dit beeld?
Welke techniek heeft de maker gekozen?
OVER VORM
Is het beeld plat of neemt het ruimte in?
Is het beeld herkenbaar of niet?
Is het beeld eenvoudig of met veel detail gemaakt?
Is het beeld strak of met veel rondingen?
Is het beeld open of gesloten?
Is het beeld massief of hol?
Is het beeld naar de werkelijkheid gemaakt of is het fantasie?
Zit er beweging in het beeld of lijkt het stil te staan?
OVER KLEUR
Zijn er lichte of donkere kleuren gebruikt?
Ziet het beeld er kleurig of kleurloos uit?
Welke sfeer roepen de kleuren op?
Is het beeld rustig of wild?
Liggen de kleuren dicht bij elkaar of steken ze tegen elkaar af?
Zijn de kleuren helder?
Zijn het warme of koude kleuren?
OVER LICHT
Is het licht natuurlijk of kunstmatig?
Van welke kant komt het licht? (links/rechts/voor/achter)
Is het helder of donker?
Zie je schaduw? Veel of weinig?
OVER RUIMTE
Is het beeld plat of ruimtelijk?
Is er sprake van een open of gesloten ruimte?
Is er diepte in het platte vlak?
Zie je een horizon? Staat deze laag of hoog?
Zie je lijnen naar de horizon lopen?
Zie je het beeld vanuit de lucht?
Staan er dingen voor en achter elkaar?
Vallen er dingen buiten het beeld: je ziet het niet, maar het lijkt door te lopen?
Staan de warme kleuren dichtbij en de koude kleuren verder weg?
Wordt de kleur of de vorm steeds vager in de verte?
Zie je patronen?
Zit er ritme in het beeld of herhaling?
ONDERZOEKSVRAGEN die wél allemaal van toepassing zijn en dus beantwoord kunnen worden .
Wat vind je goed aan dit werk?
Wat vind je minder goed aan dit werk?
Wat ga je onderzoeken in reactie op dit werk?
Welke techniek wil je gebruiken?
Wat ga je verder uitproberen?
Kun je nog meer bedenken?
REFLECTIEVRAGEN
Wat vond je goed gaan?
Wat ging minder goed?
Wat doe je een volgende keer anders?
Was er iets moeilijk?
Welke oplossing heb je gevonden?
Wat helpt goed bij het werken?
Heb je hulp gevraagd en/of gekregen?
Wat heb je een volgende keer nodig?
Wat doe je nog te weinig?
Wat doe je goed? Of waar ben je trots op?
