Het artikel in het Praxisbulletin is het tweede in een serie van twee over het gebruik van portfolio’s in de basisschool.
In het eerste artikel – in Praxisbulletin 26-8 (april 2009) – hebt u kunnen lezen wat portfolioleren is en wat deze manier van werken betekent voor u als leerkracht. Het tweede artikel gaat eerst in op de verschillende soorten portfolio’s. Daarna wordt uiteengezet op welke manier(en) het portfolio bruikbaar is bij het evalueren en het rapporteren. Het schetst een kader, waarbinnen u handvatten krijgt om keuzes te maken die bij uw schoolorganisatie passen.
In deze internetuitbreiding vindt u voorbeelden van een uitgewerkt rapport, van een tweede stappenplan en van een protocol met de bijbehorende normering.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Uitbreidingen

Voorbeeld van een uitgewerkt rapport

U opent het rapport door op link in de bovenstaande lijst te klikken. U kunt het Word-bestand vervolgens bekijken en/of afdrukken of het opslaan op uw computer om het desgewenst aan uw eigen situatie aan te passen.

Voorbeeld van een stappenplan als hulpmiddel bij het werken met portfolio’s

Stap 1: een woordveld maken

– Woordveld maken met de kinderen. Op een groot vel papier, dat het tijdens de periode waarin aan het onderwerp gewerkt wordt, bewaard blijft. Bij kleuters naast de woorden ook symbolen gebruiken.
– Naar gelang het niveau van de groep kan ook eerst individueel of in groepjes gewerkt worden, waarna de woordvelden later klassikaal uitgewisseld en aangevuld kunnen worden.
– Naar gelang het onderwerp kijken de leerkrachten eerst in de methode, om termen vanuit de methode mee te nemen.
– Vragen over deze termen formuleren als voorbereiding op het volgende punt.
– De kinderen stimuleren en helpen om goede vragen te formuleren.

Stap 2: doelstellingen formuleren

– Welke technische doelen willen we bereiken?
– Welke procesdoelen willen we bereiken?
– Welke relatie hebben deze doelen met de kerndoelen van het onderwijs?
– OB-kernwoorden meenemen: wat spreekt je aan?
– MB/BB-vaardigheden zoals benoemd in de T-bladen.

Stap 3: verzamelen

– De kinderen omschrijven wat ze willen verzamelen.
– Ze beschrijven hoe ze het willen verzamelen.
– Als ze hiervoor een computer willen gebruiken, beschrijven ze in enkele woorden de zoekopdracht, zodat de leerkracht hierbij goede hulp kan bieden.
– Zorgen voor een uitdagende leeromgeving, zodat de kinderen zich gemotiveerd voelen.

Stap 4: onderzoeken, schrijven en toepassen

– De kinderen motiveren en bevragenn.
– Helpen om goede vragen te formuleren.
– Hierbij denken aan responsieve instructie.

Stap 5: reflectiegesprek

– Reflecteren op wat onderzocht, geschreven, getekend is en hoe het product tot stand gekomen is. Wat ging het kind goed af, wat vond het lastig?
– Vooraf goede vragen formuleren.
– Hierbij letten op het eigen gedrag, wat je zegt en doet.

Stap 6: presentatie

– OB-werkportfolio.
– MB/BB geleidelijk naar presentatieportfolio, het kind moet zich in de groep veilig genoeg voelen om te presenteren.
– Vanuit een generaal onderwerp in de methode individueel of in groepjes keuzes maken.
– Mogelijkheden zijn bv.: presenteren in de groep, presenteren in een andere groep, presenteren in een viering.
– Tijdens inloopactiviteit: leerkracht vertelt aan ouders over werken met portfolio en het kind presenteert zijn portfolio.

Voorbeeld van een protocol portfolioleren

Onderwerpkeuze

Het gekozen onderwerp moet een relatie hebben met de methode en de kerndoelen.

Activiteiten van de leerkracht

1 Opstartfase: de leerkracht voert een (klassikaal) leergesprek met de kinderen over het onderwerp dat in deze periode centraal staat. Tijdens dit gesprek wordt een woordveld gemaakt, dat de hele periode zichtbaar in de klas aanwezig blijft.
2 De leerkracht stimuleert de kinderen om vragen te bedenken over het onderwerp: “Wat wil je nu precies weten?” De kinderen vullen het eerste planformulier in. De leerkracht weet nu aan welke (sub)onderwerpen de kinderen gaan werken, en kan aan de hand hiervan een rijke, uitdagende leeromgeving inrichten.
3 De leerkracht inventariseert met de kinderen welke middelen en materialen nodig zijn om de gestelde doelen te behalen.
4 De leerkracht maakt een inschatting van de periode die nodig is om het betreffende portfoliotraject af te ronden.
5 Begeleiding: de leerkracht begeleidt de kinderen tijdens het uitwerken van hun onderzoeksvragen. Hij/zij houdt in de gaten of niet te veelvan het onderwerp afgeweken wordt, hoe de informatiebronnen gebruikt worden en hoe het hele proces verloopt.
6 Afsluiting: de leerkracht bekijkt of de kinderen klaar zijn om hun onderwerp te presenteren. De presentatie vindt in principe plaats voor de eigen groep, maar kan ook groepsoverstijgend gedaan worden.
7 De leerkracht voert na afloop een reflectiegesprek met de kinderen die een presentatie gedaan hebben. Dit gesprek wordt o.a. gehouden aan de hand van het planformulier.
8 De leerkracht geeft een beoordeling op basis van inhoud, betrokkenheid en netheid (zie ook hierna bij Beoordeling).
9 Het portfoliowerk wordt opgeborgen in de portfoliomap van het kind. Op inloopmiddagen en ouderavonden wordt het portfoliowerk besproken met de ouders.

Beoordeling

De leerkracht beoordeelt het werk van de kinderen op de volgende punten:

– inhoud,
– betrokkenheid,
– netheid.

Om dit goed te kunnen doen moet de leerkracht kennis hebben van het proces dat de kinderen hebben doorlopen. De drie onderdelen worden elk apart beoordeeld.
De beoordeling wordt niet gegeven in cijfers, maar met de volgende waarderingen:

– goed,
– voldoende,
– matig,
– onvoldoende.

Hiervoor bestaat een apart beoordelingsformulier, waarop de leerkracht ook opmerkingen kan noteren. Zo weten de kinderen waar ze de volgende keer op moeten letten. Dit beoordelingsformulier wordt voor ieder kind afzonderlijk ingevuld, omdat ieder eigen leerpunten heeft.
De beoordeling wordt vermeld op het rapport.

Het beoordelingsformulier voor portfolioleren treft u aan in de lijst bovenaan dit artikel.
U opent het formulier door op de naam van het bestand te klikken. U kunt het pdf-bestand vervolgens direct afdrukken of het eerst opslaan op uw computer.