Het Praxisbulletin-artikel beschrijft het Regenboogfeest, een kleurenfeest, een feest vol kleuren… en de voorbereiding ervan. Die voorbereidingstijd is een mooie en leerzame periode. Het gaat dan om het bedenken en uitvoeren van creatieve ideeën, samenwerken en het “oppimpen” van de school. En u kunt eens op een andere manier met de kinderen omgaan dan u gewend bent. Het Regenboogfeest wordt voorafgegaan door een tijd van kleuren.

In deze internetuitbreiding vindt u uitgewerkte ideeën en lessuggesties, die u helpen en stimuleren om er een kleurrijke voorbereidingstijd van te maken.

Leidraad

Deze internetuitbreiding is bedoeld als leidraad voor de leerkracht om het feest van te voren te introduceren bij de kinderen. U kunt het thema kleuren bijvoorbeeld als project aanbieden. De praktische oefeningen die genoemd worden zijn geschikt voor alle leeftijdsgroepen tenzij dit anders vermeld is. Ik wens u kleurrijke dagen.

De kracht van kleuren

Kleuren spelen een belangrijke betekenis in ons leven of we dat nu beseffen of niet. We verheugen ons in de lente als de kleuren terug komen na de lange grijze wintermaanden. Alles wat kleur heeft, maakt de wereld mooier en streelt de zintuigen. De energie van een kleur beïnvloedt iedereen. Zonder kleuren kunnen we niet leven. Kleuren zijn een geschenk dat de natuur ons samen met het licht geeft.

Er zijn verschillende manieren om naar kleuren te kijken.

We kunnen:

– de fysische kenmerken van kleuren onderzoeken;
– de psychologische betekenis voor de mens doorgronden;
– ervaren hoe ze op het lichaam werken;
– kleuren waarderen op grond van esthetiek.

Kleuren beleven

In het werken met kinderen gaat het vooral om het beleven van kleur.

Goethe (Duits schrijver en kleurenonderzoeker die leefde tussen 1749 en 1832) wist al dat iedereen met zijn gemoed op kleuren reageert. “De ervaring leert dat de afzonderlijke kleuren bijzondere gemoedstoestanden oproepen.” Goethe schreef zijn kleurenleer waarin hij verhaalde over de natuurkundige en psychologische kanten van kleur.

Kleuren communiceren rechtstreeks met ons. Het wezen van een kleur kunnen we alleen benaderen door goed te letten op wat we voelen en denken bij een bepaalde kleur. Iedereen heeft lievelingskleuren en kleuren die hij intuïtief afwijst. Deze voor- en afkeuren veranderen in de loop van een leven. Wetenschappers denken dat daarachter een diepe betekenis schuilgaat.

“Alleen met het hart kan men goed zien. De essentie is voor de ogen onzichtbaar.”
Antoine de Saint –Exupery.

Praktisch:

7a79bd1e-df6f-4951-8dee-08c62457384c_0000006576_regenboog

– Voor het beleven van kleur zijn, voor jonge kinderen, de Elmer boeken van David McKee heel geschikt.
– Probeer eens of kinderen kleuren kunnen voelen. Zorg voor verschillend gekleurde doeken van eenzelfde materiaal: bijvoorbeeld voeringstof. Leg een gekleurde doek over de schouder van een kind met gesloten ogen. Hoe ervaart het die kleur? Welk gevoel komt er bij hem op? Kan het de kleur benoemen?
– De lievelingskleur is de kleur die dat aspect van onze persoonlijkheid symboliseert waarover we tevreden zijn en die we graag aan de buitenwereld laten zien. Zorg voor een mandje met bolletjes wol van alle kleuren. Laat kinderen er hun favoriete kleur uit kiezen. Dan mogen ze een kleurpotlood kiezen van diezelfde kleur en enkel met deze kleur een tekening maken op een klein blaadje. ( telefoonblocnotes) Hoe voelt het om met deze kleur te tekenen en kleuren?

De onderstaande beschrijvingen zijn associaties die in onze cultuur het meest gebruikelijk zijn. Ga er heel voorzichtig mee om omdat ze per persoon anders kunnen worden ervaren. Er is een algemene aanvaarde associatie waarbij de kleuren rood, oranje en geel verbonden worden met de zon en warmte. In ons lichaam hebben deze kleuren tot gevolg dat de bloeddruk en de lichaamstemperatuur stijgt. Het zijn kleuren die met levenslust en actie verbonden zijn. Blauwe en groene kleuren schrijven we meer koelte eigenschappen toe. Het zijn rustgevende kleuren. Kijk naar de tekening en kijk naar het kind, maar vel geen oordeel! Een tekening dient om het kind beter te leren begrijpen.

– Als een kind paars kiest, dan benadrukt hij het bijzondere.
– Blauw staat voor vertrouwen, zekerheid en rust. Lichtblauw betekent tederheid en licht.
– Lichtgroen staat ook voor tederheid. Smaragd groen staat voor macht. Olijfgroen kiest iemand die graag op de achtergrond blijft.
– Wie zich gelukkig en vrolijk voelt, kiest vaak geel.
– Oranje heeft te maken met speelsheid en vreugde.
– Bruin staat voor aardig en vriendelijk.
– Wit voor onschuld en zuiverheid. Zwart is een kleur om individualiteit mee uit te drukken. Pasteltinten worden door fijngevoelige kinderen gekozen.

En hoe zit het met de kleuren die een kind afwijst?

Deze kleuren refereren vaak naar een probleem dat ooit gespeeld heeft en nog niet innerlijk is opgelost. Vraag hen ook deze kleur te kiezen en ermee te tekenen. U zult ervaren dat de energie waarmee nu gekleurd wordt heel anders is. Ze zullen ( heel) snel klaar zijn en meer krassen dan tekenen. Hoe ervaren de kinderen het zelf? Kunnen ze al vertellen waarom ze het zo’n vieze kleur vinden?

Paars heeft in dit verband te maken met het vertrouwen in anderen waarmee ze moeite hebben. Blauw kan betekenen dat de persoonlijkheid naar de achtergrond werd gedrongen. Lichtblauw kan duiden op niet braaf willen overkomen. Een afkeur van groen is een afkeur van de natuur die waarschijnlijk door diepe pijn in het verleden ontstaan is. Een afkeer van geel is een afkeer van alles dat vreemd is. Kinderen met stress vermijden oranje. Een afkeer van rood staat voor kinderen die niet in contact kunnen komen met hun levenskracht. Bruin wijst op een moeilijke verhouding tot de moeder.

Kinderen kunnen kleuren het meest beleven door ermee te werken: te verven, schilderen, te experimenteren en ontdekken.

Experiment

Het volgende experiment is heel spannend voor jonge onderzoekers.

U hebt ervoor nodig: een rode kool, een grote ketel, een snijplank, een mes, een kookplaat, een vergiet, lege glazen potten, lepels of stokken om te roeren, katoenen lapjes van ongeveer 20 bij 20 cm.,azijn, citroensap, soda, bakpoeder en zeep.

Snij de rode kool in stukken en breng het aan de kook. Laat het minstens 1 uur pruttelen. Giet de kool dan af in een vergiet en vang het rode water op. Laat het even afkoelen. Verdeel het rode water over 5 glazen potten. In het eerste glas verdun je het met azijn. Wat gebeurt er met de kleur? Het tweede glas is voor een verdunning met citroensap: wat gebeurt er nu? Het derde glas meng je het sap met soda. Het vierde mengsel is met bakpoeder en tenslotte krijg je een andere kleur door het water met zeep te vermengen. Kinderen experimenteren natuurlijk ook graag zelf door allerlei spullen bij elkaar te mengen. In de potjes kunnen de kinderen de doekjes steken en ze dan laten drogen op het gras of op de vensterbank. Ook hier is experimenteren heel leuk: laat de kinderen touwtjes om de doekjes binden!

Gevoelskleuren

Kleuren kunnen een gevoel weergeven en oproepen. Kinderen van de bovenbouw kunnen dit al benoemen. Geef de kinderen een grote verscheidenheid aan kleuren (kleurpotloden).
U noemt de volgende woorden en u vraagt de kinderen spontaan de kleuren erbij te kleuren. Welke kleuren horen bij het woord “stoer”? En bij verdriet? En bij kwetsbaar? En bij spannend? En bij vrolijk? Dan mogen de kinderen een woord kiezen (of zelf bedenken) en er een kleurenkaart bij maken. Andere woorden die te gebruiken zijn: blij, geluk, angst, veilig, woede, kwaad, vreugde, dankbaarheid, liefde, lachen en huilen.

De macht van kleuren

Inzicht in de macht van kleuren is allang een wapen in de reclamewereld. 70 % van de koopbeslissingen (of impulsaankopen) wordt, dank zij de verpakkingsmaterialen en entourage, in de winkels genomen. Let eens op de kleuren in een supermarkt! Op welke kleuren reageert u?

Producenten gebruiken bepaalde kleuren om hun product aan de man te brengen. Aan verpakkingen van waspoeder voegt men vaak groen toe: dat suggereert milieuvriendelijkheid. En rood suggereert “kracht”. Lichtblauw en wit worden gebruikt om light producten met lichtheid te associëren. Bonte kleuren worden gebruikt om kinderen te verleiden. Kleuren worden ondersteund met filmbeelden en muziek zodat het beeld van iets dat begerenswaardig is, wordt gecreëerd.

Praktisch:

– Spaar verpakkingsmaterialen. Laat ze kinderen in een flits zien. Herkennen ze de producten? Waaraan herkennen ze een bepaald product? Weten ze ook welke woorden er op de verpakking staan? Probeer het eens andersom. U leest de tekst van een verpakking voor. Hebben de kinderen beelden van de verpakking die erbij hoort? Welke kleuren kunnen ze in de verbeelding waarnemen?
– Maak kinderen van de bovenbouw attent op de verpakkingsmaterialen. Hoe ziet het verpakkingsmateriaal van hun lievelingsproduct (snoepgoed) uit? Kunnen ze zich dit voor de geest halen? Weten ze op welke plek dit staat of ligt in de (super) markt? Waarom is er voor deze plek gekozen? Wat ligt er nog meer bij deze plek? Reageren ze altijd op dezelfde kleuren als ze iets kopen? Zijn het ook de kleuren van de kleren die ze dragen? (kledingkleuren wekken beelden op. Met rode of gele kleding roepen we een ander imago op dan met donkere kleding. )
– Kinderen van de bovenbouw mogen hun eigen verpakkingsmateriaal maken. De verzameling lege doosjes is hiervoor geschikt. Ze kunnen uit elkaar gehaald worden. Plak er dan wat dikker wit papier op. Viltstiften zijn heel geschikt om ze van een nieuwe lay out te voorzien!
– Jongere kinderen weten vaak niet meer hoe verse groente en fruit er uit zien. Zorg voor een grote variatie in fruit en groente. Bied de oefening eerst in de kring aan. Daarna kan het een activiteit worden voor tweetallen. Een kind wordt geblinddoekt en mag voelen en ruiken aan een stuk fruit of groente. Weet het de naam ervan? En de kleur?

Hoe werken kleuren?

We weten dat licht kleuren zichtbaar maakt. Goethe zei het zo: “Kleuren zijn daden van het licht, daden en pijnscheuten.”

We reageren op kleuren met de ogen en de huid. De ogen nemen licht op en tegelijkertijd kleurinformatie of lichtgolven. Deze worden razendsnel omgezet in elektrische impulsen en zo naar de hersenen doorgevoerd.

Blinde mensen kunnen echter ook kleuren waarnemen en erop reageren. Ze ervaren de enen kleur als licht en fel en de andere kleur als zwaar en donker. Op basis van hun gevoel kunnen ze kleuren soms exact determineren. Iedereen kan met gesloten ogen kleuren waarnemen.

Toch blijven de ogen de belangrijkste organen voor kleuren. Door de opname en doorgave van licht aan de hersenen blijft ons hele lichaam functioneren. Een deel van het opgenomen licht gaat in de hersenen naar de hypofyse en epifyse, die mbv licht alle organische en klierfuncties sturen.

Alleen mbv licht kunnen we kleuren zien. Door licht zien de wereld en zijn kleurenpracht. Door het spel van het licht veranderen kleuren. Als we ervoor open staan, voelen we dat de uitstraling of sfeer van iets verandert als het licht dat erop schijnt verandert.

De kleuren van de regenboog

Kleuren worden zichtbaar door reflectie van de stralen van de zon. Welke kleuren we zien hangt af van de golflengte van het licht. Golflengten worden in nanometers gemeten (miljoenste millimeters) Golflengten liggen in het zichtbare stralingsgebied tussen infrarood en ultraviolet. Paars heeft de kortste golflengte en rood de langste. Zuivere kleuren zijn scherp en helder en gaan in de volgorde van de kleuren van de regenboog in elkaar over: van paars, via indigo blauw, groen, geel en oranje naar rood. Dit noemt men het spectrum van de kleurenband.

Praktisch:

We gaan zelf een regenboog schilderen.

U heeft nodig: verf, penselen, mengbakjes en grote vellen papier. De kinderen krijgen de opdracht om hun eigen regenboog te maken!

Ze mogen 7 kleuren zelf maken of mengen. Met deze kleuren schilderen ze hun eigen regenboog. Interessant voor u als leerkracht is het proces te begeleiden en te observeren. De middelste kleur van hun regenboog is de kleur die iets vertelt over hun heden: het is de kleur waarmee ze nu verbonden zijn. Kinderen van de bovenbouw kunnen de betekenis van deze kleur zelf opzoeken op de kleurenkaart. Als alle regenbogen in het midden liggen, kunnen u en de kinderen ook goed de verschillende manieren van plaatsen op het papier waarnemen. Is het hele vel (de hele ruimte) in beslag genomen? Of is er maar heel summier gebruik gemaakt van de ruimte? Biedt de boog een verbinding tussen de onderkant en bovenkant (hemel en aarde) van het papier? Is de boog (strak) gespannen of heel ontspannen?

Kleurentheorie

Goethe onderscheidde al stoffelijke en lichtkleuren. Stoffelijke kleuren zijn pigmentkleuren. We kunnen ze behandelen als ieder materiaal. We kunnen ze mengen, ermee verven, drukken enz. Hun grondkleuren zijn rood, blauw en geel. Uit de grondkleuren kunnen alle andere kleuren gemaakt worden. Voegt men aan een stoffelijke kleur geleidelijk meer van een bepaalde kleur toe dan wordt het mengsel steeds donkerder en uiteindelijk zwart.

Lichtkleuren kunnen alleen geprojecteerd worden.

Beeldschermen bouwen kleuren op uit rood, blauw en groen. Onze ogen werken ook als lichtkleuren. Projecteert men lichtkleuren over elkaar heen, dan wordt het beeld steeds lichter en uiteindelijk zien we alleen wit licht.

Praktisch:

– Leer kinderen verschillende kleurtechnieken.

Bij het kleuren van een klein vlak, leer je hun het potlood 5 cm onder de punt vast te houden en zachtjes heen en weer te bewegen. Laat hen de punt zo schuin mogelijk op het papier houden, zodat hij glijdt over het papier. Ze moeten gelijkmatig en in één richting kleuren. Ze kleuren zo dun mogelijk het hele vakje vol. Als ze het dikker willen, kleuren ze er een volgend (en nog een en nog een…) laagje over.

Laat kinderen in een balk als de onderstaande oefenen. Vraag hun met lichte kleuren te beginnen en met donkere kleuren te eindigen.

Bij het kleuren van een groot vlak houd je het kleurpotlood onder de helft van de lengte vast. Slijp de punt. Houd de punt zo plat mogelijk op het papier. Kleur ook nu weer zo licht mogelijk en kleur in laagjes. Op deze manier laten de kleuren zich ook het beste mengen.

De kleurcirkel van Goethe toont de primaire en secundaire grondkleuren. Kinderen van middenbouw en bovenbouw kunnen deze cirkel nu zelf inkleuren.

– Bij kleuradviezen worden vaak de termen warme en koude kleuren gebruikt. Koude kleuren missen geel! Laat de kinderen een schilderijtje maken in de kleuren rood, geel en oranje en goud. En daarna een schilderijtje in louter blauwtinten: allerlei kleuren blauw en zilver. Hoe ervaren ze deze verschillen?
– Voor kinderen van midden- en bovenbouw is er het Knotsgekke verfboek van Jann Haworth (ISBN 90-5426-764-X).

Chakrakleuren

Chakra betekent licht- of energiewiel. In de oude Indiase (chakra) leer worden ze beschreven als een soort verzamelpunten, draaikolken waardoor wij positieve (kleuren) energie kunnen opvangen uit de kosmos en negatieve energie kunnen laten afvloeien. Zij liggen in het fijn stoffelijke gedeelte van ons lichaam, het etherische lichaam, langs de wervelkolom. Men gaat meestal uit van 7 hoofdchakra’s. Oude tekeningen laten zien hoe die als een soort bloem van licht ogenschijnlijk uit de romp van het menselijk lichaam opbloeien. Het eerste chakra bevindt zich in het gebied van de genitaliën en zevende vormt als het ware een kroon op de schedel.

Ieder chakra hoort bij een kleur van de regenboog! Dit is de kleur die zijn energie op peil houdt. Ieder kleur heeft een eigen wezen met eigen waarden en effecten. Rood staat bijvoorbeeld voor kracht en wortels en blauw is de kleur van de communicatie.