De nachtmerrie van iedere leerkracht: een collega, vader of moeder overlijdt. Of een kind. Hoe begeleid je een klas die rouwt? Hoe begeleid je kinderen die kampen met groot verlies? En hoe zorgĀ je voor jezelf? In dit artikel gaan we praktisch in op die vreselijke situaties die toch overal zomaar kunnen gebeuren.

ā€˜Laat ik het er maar niet over hebben, want dan worden de kinderen zo verdrietig,ā€™ is vaak de intuĆÆtieve reactie van veel collegaā€™s. Weinig mensen kunnen goed omgaan met verlies en rouw. Leerkrachten zijn daar geen uitzondering op. Dus als je je ongemakkelijk voelt en liever hard wilt wegrennen, dan is dat heel natuurlijk. Maar het is natuurlijk ook onmogelijk.

EĆ©n ding is zeker: wegstoppen werkt niet. Rouw is een normale reactie op een intens verlies. Een klas die niet begeleid wordt, vindt altijd een uitweg voor deze heftige gevoelens. Vaak gebeurt dat op een nare manier, op een onverwacht moment. Het is dus belangrijk om een positieve, open communicatie te hebben met je klas, als er een groot verlies is door ziekte of dood.

Beleving van verdriet

Kinderen beleven verdriet anders naarmate ze ouder worden. Er bestaat een wereld van verschil tussen kleuters en kinderen uit groep 8. Hierna staan de belangrijkste aandachtspunten per bouw.

Onderbouw

Een kleuter denkt meestal dat de dood iets tijdelijks is. De overledene kanĀ zomaar weer tot leven komen. Kinderen van deze leeftijd zijn vaak bezig met het lichamelijke en praktische. Ze willen zelf vaststellen of de overledene wel echt dood is, bijvoorbeeld door in een hand of wang te knijpen. Ook vragen ze zich af hoe dat nou gaat, als het lichaam gecremeerd wordt of onder de grond is. Ze spelen het bijvoorbeeld na door gaten te graven in de zandbak. Dit gaat meestal na enkele weken over. Kleuters hebben weinig aan alleen woorden. Voor de begeleiding zijn daarom prentenboeken heel behulpzaam. Enkele suggesties:

  • Kikker en het vogeltje van Max Velthuijs
  • Lieve Oma Pluis van Dick Bruna
  • Doodgaan is geen feest van Riet Fiddelaers-Jaspers
  • Derk Das blijft altijd bij ons van Susan Varley

Middenbouw

Heftiger en verwarrender wordt het bij kinderen van zes tot negen jaar. De doodĀ is onomkeerbaar, dat besef dringt bij hen door. Dat maakt vaak een gevoel los van kwetsbaarheid: als de moeder van een klasgenoot overlijdt, ā€˜dan kan mij dat ook gebeurenā€™. Tegelijkertijd kan er regressie optreden: huilen bij ā€˜gewoonā€™ afscheid nemen bij het hek van de school, of niet alleen gelaten willen worden. Let op dat deze leeftijdsgroep heel diverse vragen kan stellen en heel bijzondere conclusies kan trekken. Leg daarom goed uit wat er gebeurd is en ook wat er rond een uitvaart gebeurt. Zij hebben bijvoorbeeld soms geen idee hoe een kist eruitziet.

Bovenbouw

Alles wordt groter: de nieuwsgierigheid, maar ook het besef dat de dood definitief is. Creƫer voor deze groep een sfeer waarin geen vraag raar of te veel is. Respect voor elkaars verhaal is enorm belangrijk. Nieuwsgierigheid raakt aan griezelen.
De dood is voor hen luguber, een begraafplaats is spannend. Om niet kinderachtig over te komen willen veel kinderen ā€˜het zelf uitzoekenā€™. Maar die gevoelens moeten er wel uit en dus kunnen ze lastig of opstandig zijn. Van hun leerkracht en andere volwassenen hebben ze aandacht en troost nodig.

En dan jij zelf

Onvermijdelijk raakt een tragische gebeurtenis op school jou persoonlijk ook. Of je nou een emotioneel mens bent of juist wat afstandelijk, voor een goede begeleiding is het essentieel dat ook jij voorbereid bent. Concreet betekent dit dat je gewerkt hebt aan je eigen beleving van verdriet en rouw. Dat is niet aantrekkelijk, maar wel een van de beste investeringen die je kunt doen, zowel in jezelf als in je rol als begeleider van een groep. Je kunt namelijk pas ruimte geven aan het verdriet van kinderen als je ruimte hebt gemaakt voor je eigen emoties. Waar kinderen nog weleens kiezen voor de strategie: ā€˜niet over praten, dan hoef je er ook niet aan te denkenā€™, heb je als volwassene de kinderen hierin voor te gaan. Maar hoe doe je dat als je het niet geleerd hebt?

Om te beginnen: stel jezelf vragen over jouw ervaringen met de dood. Welke gedachten heb je daarbij? Welke snaren raakt het bij jou ā€“ en hoe hard trillen ze? Probeer in te schatten

welke impact dit heeft op jouw begeleiding van je klas. Om blinde vlekken te voorkomen, is het raadzaam om hierover te praten met een vertrouwd iemand: thuis, in je familie of vriendenkring of misschien wel met een collega.

Begin klein; er is altijd wel een kind met een dood huisdier. Daar kun je mee ā€˜oefenenā€™ door het aan te grijpen als gespreksonderwerp. Bij het gesprek zul je merken hoe uiteenlopend kinderen reageren. Vaak brengen ze hun eigen verhaal in ā€“ ook al is dat een heel ander soort verdriet. Ook zul je zien dat ze elkaar troosten. Dat hoef je niet voor elk kind zelf te doen.

Bij het verkennen van je eigen gevoelens rondom dood en verlies is het misschien waardevol om hierover verhalen of gedichten te lezen. Die helpen jou, maar je kunt ze ook gebruiken wanneer er in je klas een groot verdriet is.

Hoe werkt rouw?

Als jij zelf, een collega of een van de kinderen persoonlijk getroffen wordt door verlies, dan helpt het om te weten wat rouw is. Veel mensen kennen de ā€˜rouwfasenā€™ waarin ontkenning en boosheid gevolgd worden door vechten en verdriet om uiteindelijk uit te monden in aanvaarding, maar dit model is achterhaald. Zo vanzelfsprekend, bijna mechanisch, keurig op volgorde is rouw niet. ā€˜Keurigā€™ en ā€˜volgordeā€™ passen zelfs helemaal niet bij rouw. Een akelig effect van het model is bovendien dat je als rouwende langs deze meetlat wordt gelegd, om te zien ā€˜of je er al overheen bentā€™.

Daarmee is niet gezegd dat rouw altijd chaotisch is. Er zijn vier rouwtaken die iemand die rouwt moet ā€˜uitvoerenā€™, die essentieel zijn.

Iedereen krijgt na een groot verlies te maken met:

  • erkennen
  • herkennen
  • verkennen
  • verbinden

Deze taken kennen geen volgorde, er is nadrukkelijk geen fasering. Integendeel: deze taken kun je zien als gebieden waarbij je soms aan de Ć©Ć©n werkt, dan weer aan de ander.

  • Bij de rouwtaak erkennen is er soms na jaren weer de schok dat hij of zij er niet meer is ā€“ maar dat het toch echt zo is.
  • Bij de rouwtaak herkennen ben je bezig met het ervaren van je verdriet en het voelen van je pijn. Kinderen doen dat op een geheel eigen manier. Kinderen die rouwen zijn niet ziek, maar proberen zich aan te passen aan een situatie die voor hen ingrijpend is veranderd.
  • Hoe leef je met verlies? Dat is een belangrijke vraag in de rouwtaak verkennen. Het gaat hier om het leven met verandering, met gemis en herinneringen, maar zonder de tastbare aanwezigheid van de overledene.
  • Parallel aan de andere rouwtaken loopt de rouwtaak verbinden, meestal pas later in het proces. Verbinden gaat over zingeving, over opnieuw vormgeven aan je leven en investeren in nieuwe relaties. Maar wees niet verbaasd als na een hele poos het verdriet weer de kop opsteekt bij jezelf of bij een kind.

 

Rouw is eigen aan het leven. Het is dus noodzakelijk dat leerkrachten ermee vertrouwd zijn. De kern is: wees beschikbaar.

EHBO bij rouw

1Ā Ā  Meteen erover praten in de groep is het belangrijkste beginpunt. De kinderen moeten hun schrik, schok en verdriet kunnen uiten. Neem daarvoor de tijd. Ook de verliezen van de kinderen zelf komen dan vaak boven. Reken op ongemakkelijke situaties, want voor een kind uit bijvoorbeeld groep 3 valt het verlies van zijn huisdier in dezelfde categorie als het overlijden van de moeder van een klasgenoot. Grijp niet in, dit mag er allemaal zijn.

2Ā Ā  De waarheid is een tweede essentieel gegeven. Vertel het hele verhaal, of laat het vertellen. Zo voorkom je dat kinderen gaan raden naar de exacte toedracht. Hun fantasie slaat dan op hol. Uiteraard hoef je ook niet alle ā€“ soms gruwelijke ā€“ details te vertellen. De grote lijnen volstaan; of vertel het verhaal gedoseerd.

3Ā Ā  Hecht niet te veel aan controle. Wees open en aanwezig, ook met je eigen verdriet. Zo nodig je de kinderen uit om zich open te stellen. Verderop in het artikel lees je meer over ā€˜je eigen verdrietā€™, want dat is vaak niet zo makkelijk.

4Ā Ā  Kinderen verwerken verlies in hun spel. Zet dus niet in op lange gesprekken in de klas, maar geef ze ruimte om het spelend te verwerken.

5Ā Ā  Deze ā€˜EHBO bij rouwā€™ trek je niet zomaar uit de la als zoā€™n schok zich voordoet. Je kunt nu al beginnen met het vormen van een goede bedding voor het begeleiden van dit soort gebeurtenissen. Praat regelmatig met de kinderen over emoties die bovenkomen bij vreugde en verdriet. Dat verdriet kan groot en klein zijn. Als er een popartiest overlijdt, als er een relatie verbroken wordt, maar ook als de kinderen een dood vogeltje aantreffen voor het raam van je klas.

Download het artikel als pdf-bestand