De auteurs geven in een tweetal artikelen advies over een bijzondere vorm van onderwijs: de plusklas, voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Aflevering 1: (basis)voorwaarden, handvatten en tips voor oriƫntatie, signalering en begeleiding.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Artikel
Uitbreidingen

Inleiding

Meer- en hoogbegaafde leerlingen kunnen doorgaans prima meedraaien in de groep, mits er wat aanpassingen worden aangebracht in het programma. Maar voor een deel van deze kinderen is beslist mƩƩr uitdaging nodig. Steeds meer scholen starten daarom een plusklas. De auteurs geven in dit artikel advies over het vormgeven van deze bijzondere vorm van onderwijs.

Plusklas

Bewustwording

ā€œAch, hoogbegaafden, die redden zich wel,ā€ was jarenlang een veelgehoorde uitspraak in het onderwijs. Maar de meeste scholen zijn zich er inmiddels van bewust, dat het juist een groep betreft, die extra zorg nodig heeft. Dat was ook hard nodig, want door kinderen vroegtijdig te signaleren en een passend aanbod te geven, wordt veel leed voorkomen. Een plusklas is een uitstekend middel om extra uitdaging te bieden.

Noodzaak

En nu dwingt de kenniseconomie Nederland ook tot actie. Al in 1992 werd extra geld vrijgemaakt voor een expertiseonderzoek op het gebied van excellentie, om beter in kaart te brengen welke leerlingen uitzonderlijke cognitieve prestaties leverden.
ā€œIn 2015 moet 20 procent van de Nederlandse basisschoolleerlingen een vwo-score halen bij de CITO-eindtoets,ā€ schrijft minister Van Bijsterveldt in haar actieplan Basis voor presteren (2011).

Positieve effecten

Plusklassen schieten, in uiteenlopende vorm, als paddenstoelen uit de grond. Leonardoscholen, kangoeroeklassen, interne en externe plusklassen, al dan niet geleid door een hoogbegaafdheidsexpert of een coachingbureau. Hoewel al deze varianten kampen met startproblemen, luidt de conclusie in het merendeel van de gevallen, dat deelname een positief effect heeft op de leerlingen.
Leerkrachten zien na verloop van tijd, dat gedragsproblemen bij meer- en hoogbegaafde leerlingen verminderen of zelfs helemaal verdwijnen. En eerlijk is eerlijk: eigenlijk hebben deze kinderen recht op extra uitdaging. Zodoende dwingt het onderwijssysteem ons min of meer tot het inrichten van een plusklas. Want een groepsleerkracht heeft voor deze groep leerlingen extra handen nodig.

Voorwaarden, handvatten en tips

Een plusklas is een uitstekend middel om meer- en hoogbegaafde leerlingen extra te stimuleren en te motiveren. Feit is, dat deze vorm van onderwijs niet altijd even handig wordt ingericht en dat er te weinig tijd wordt genomen, om het concept goed uit te werken.
Aan de hand van een paar punten nemen we de belangrijkste voorwaarden, handvatten en tips in dit artikel met u door.

Oriƫntatie

BASISVOORWAARDEN

Tijd, ruimte, een leerkracht, geld en draagvlak vanuit het team. Voor de vuist weg zijn dit de eerste basisvoorwaarden om goed te kunnen starten met een plusklas. Collegaā€™s moeten het belang van zoā€™n klas inzien en dit bovendien vertalen naar de eigen groep. Door opdrachten te starten en te begeleiden vanuit de plusklas kan de groepsleerkracht veel werk uit handen worden genomen.

PROBLEMEN VOORKOMEN OF VERMINDEREN

Feit is ook, dat hoogbegaafde leerlingen vaak bepaalde vaardigheden missen. Bijvoorbeeld sociale vaardigheden, waardoor die leerling ā€œlastigā€ gedrag vertoont. Zoā€™n ā€œlastigeā€ leerling kan dan minder gedragsproblemen in de groep gaan vertonen, als die leerling voldoende wordt uitgedaagd en met regelmaat in contact komt met gelijken (peers).

Wie, wat, waar

Vorm

De vorm van de plusklas moet bij de visie en het beleid van de school of stichting passen. Steeds vaker wordt voor een bovenschoolse aanpak gekozen, waarbij kinderen van verschillende scholen samenkomen in de plusklas.

VIER PIJLERS

Omschrijf het doel van de plusklas helder en neem vier pijlers in gedachten:
1Ā Bieden van cognitieve uitdaging.
2Ā Ontmoeten van ā€œpeersā€ (gelijken).
3Ā Aandacht voor sociale en emotionele ontwikkeling.
4Ā Werken aan specifieke (leer)vaardigheden.

Pilot

– Het is aan te raden, om de eerste pilotgroep klein te houden. Bijvoorbeeld: niet groter dan 6-7 leerlingen. Later kan dit groepje dan uitgroeien tot maximaal 15 leerlingen.
– Selecteer de tijdstippen met zorg, verdeel het schooljaar in perioden van 8-10 weken en denk na over de uiteindelijke indeling.

Roulatiesysteem

Er zijn scholen, die een scheiding maken tussen onder-, midden- en bovenbouw. Op kleinere scholen is dit lastig en wordt vaker gekozen voor een plusgroep, waarin wordt gestart als kinderen kunnen schrijven. Een voordeel hiervan is, dat de kinderen met elkaar en van elkaar leren.
Een roulatiesysteem, waarbij 2 groepen nagenoeg tegelijk worden onderwezen, bespaart tijd en geld. In de praktijk gaat dat als volgt: de eerste groep krijgt instructie en pas na deze instructie komt de tweede groep binnen.

Differentiatie

– Denk eraan, dat de plusklas niet het enige moment moet zijn, dat kinderen worden uitgedaagd en verrijkingsstof krijgen aangeboden. Neem ook het dagelijkse programma onder de loep en onderzoek welke differentiatiemogelijkheden er zijn.
– Waar ligt de behoefte aan verrijking van de kinderen? Compacten en verrijken is een degelijke basis. En daarnaast kunt u in gesprek gaan over individuele interesses van leerlingen.

Signaleren

Onderpresteerders

Als een leerling A- en B-scores op de Cito-toetsen heeft, snel van begrip is en moeiteloos meedoet met de methode(toetsen), dan kan meer- en hoogbegaafdheid snel gesignaleerd worden. Maar een aparte groep vormen de onderpresteerders, die niet zichtbaar zijn door lage resultaten. De ene onderpresteerder geeft een duidelijk signaal af. (ā€œIk leer hier toch niets.ā€) Maar de andere blijft verborgen. Dit vereist inzicht van u als leerkracht, vaak in combinatie met signalen van ouders.

Meerbegaafdheid

Vaak voldoen aanpassingen in het reguliere lesprogramma voor het meerbegaafde kind. Leerlingen gaan pas naar de plusgroep, als aantoonbaar mƩƩr nodig is. Het kind valt bijvoorbeeld uit, doordat het specifieke vaardigheden mist of doordat het problematisch gedrag vertoont in schoolsituaties.

Zorgvuldigheid

Door zorgvuldig te signaleren, wordt voorkomen, dat leerlingen in de plusklas terechtkomen, die er eigenlijk niet thuishoren. Want wanneer een leerling in de plusklas start, dan zal hij/zij er de gehele basisschooltijd blijven!
U als groepsleerkracht maakt zƩlf een eerste inventarisatie. Dit kan aan de hand van de (overigens behoorlijk arbeidsintensieve) instrumenten: Sidi-R (Signalerings- en Diagnoseprotocol hoogbegaafdheid) en DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid). Er zijn ook signaleringslijsten voor kleuters, waarop ouders veel informatie kwijt kunnen. En een gedragsdeskundige kan vaststellen of een leerling hoogbegaafd is. (Zijn/haar IQ is dan hoger dan 130.)

Gevoelens en signalen

Door in groep 2, groep 4 en groep 6 te signaleren, kunt u de meer- of hoogbegaafde leerling er op tijd uit filteren. Bij kleuters spreek je over een ontwikkelingsvoorsprong. Naast het gebruik van de leerlingvolgsystemen (zoals de genoemde Sidi-R en DHH), is het raadzaam, om onderbuikgevoelens van leerkrachten en signalen van ouders uiterst serieus te nemen, want scoringslijsten zeggen zeker niet altijd alles!

Begeleiding

Competenties

Om de groep goed te kunnen begeleiden, hoeft de leerkracht zelf niet meerbegaafd te zijn. Andere zaken zijn van groter belang. Bijvoorbeeld:
– De leerkracht moet goed kunnen luisteren, hij/zij moet kinderen Ć©cht zien en zich er sterk van bewust zijn, dat meer- en hoogbegaafde leerlingen heel anders denken dan leerlingen, die dat niet zijn.
– De leerkracht moet goed in staat zijn, om de kinderen voldoende uit te dagen. Dit uit zich onder meer in maatschappelijke betrokkenheid en weten wat er in de wereld speelt.

Taken

Er wordt nogal wat gevergd van de groepsleerkracht. Maar in eerste instantie geeft het gezien worden deze kinderen al de broodnodige bevestiging. (ā€œJuf, weet dat ik anders ben en een ander programma nodig heb.ā€) De groepsleerkracht houdt zich bezig met het compacten en verrijken in de groep, bekijkt de scores, verkent wat de individuele interessegebieden zijn en geeft aan wat ontwikkel- en verbeterpunten zijn.

Klassenmanagement en didactiek

Daar moet rekening mee gehouden worden binnen het klassenmanagement en de didactiek. Een praktijkvoorbeeld: tijdens het ophalen van voorkennis zijn de leerlingen van de plusklas al aan het werk. Er is dus sprake van minimale en gelaagde instructie. De kinderen kunnen werken met routeboekjes voor rekenen en taal, van het SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.

Groepsplannen

Scholen worden in de toekomst hoe dan ook tot een soortgelijke aanpak gedwongen. Door de zogenoemde 1-zorgroute (voor passend onderwijs) zijn er geen individuele handelingsplannen meer, maar groepsplannen. Leerkrachten moeten hierdoor nĆ³g beter nadenken over het lesaanbod en de gelaagdheid hiervan!

Materialen

Denkproces centraal

In principe kan de plusklas zonder aanschaf van extra (dure) materialen van start gaan. Maar lesstof, afkomstig van (onder andere) internet, moet natuurlijk wƩl aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Centraal staat het denkproces: hoe lost de leerling een probleem op? Het gaat om creatief en praktisch denken, het top down leren, waarbij (kort gezegd) niet wordt gewerkt van opdracht naar einddoel, maar andersom!

Basis

De basis bestaat uit: een gevarieerd materialenaanbod voor beeldende en constructieve activiteiten, ondersteunend onderwijsmateriaal, onderzoeksmiddelen (zoals vergrootglazen) en een flinke voorraad denkspellen.
Een aanbieder, die kwalitatief goed lesmateriaal heeft ontwikkeld, is Minka Dumont. Door haar uitgewerkte projecten zijn deels gratis te downloaden via internet. En Acadin, de digitale leeromgeving (van het SLO) voor talentvolle leerlingen in het basisonderwijs, geeft eveneens houvast.

Inhoud

Vaardigheid

Naast de voor de hand liggende cognitieve uitdaging, het ontmoeten van gelijken (peers) en veel aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling, is van groot belang: het ontwikkelen van vaardigheden. Dat heeft deels te maken met maatschappelijke trends. Wereldwijd wordt op de banenmarkt gezocht naar een ā€œextra factorā€ bij werknemers. Uitsluitend goed produceren en leren is niet langer toereikend.

Problemen

Meer- en hoogbegaafden missen (voor ons vanzelfsprekende) vaardigheden. Vooral op het gebied van plannen, organiseren en leren leren. Vaardigheden, die nodig zijn om verder te komen. En ja, daar hoort ook het ā€œstampenā€ bij! Een simpele casus:

Mattijs zit in groep 5, wanneer hij in de plusklas start. De juf geeft de groep een korte stelopdracht. Mattijs heeft geen idee hoe hij deze opdracht moet maken. Hij weet niet hoe hij een begin moet maken. En al snel blijkt, dat ook het plannen van een kleine dagtaak niet lukt. De leerkracht vindt, dat hij dit – gezien zijn intelligentie – toch moet kunnen en twijfelt aan zijn hoogbegaafdheid.

Gerichte hulp

Deze problemen zijn vaak niet met een paar tips en trucs op te lossen. De leerling heeft namelijk nooit geleerd om zijn/haar werk te plannen, omdat dit eerder niet nodig was. En naar alle waarschijnlijkheid kan de leerling zijn/haar gedachten lastig structureren en ordenen.
Goede begeleiding in de plusklas kan helpen, om deze vaardigheden te ontwikkelen. In het volgende nummer van het Praxisbulletin (nummer 2, oktober 2012) gaan we hier verder op in.

Volgende keer

In deel 2 van de tweedelige serie Pieken in de plusklas – dat zal worden opgenomen in het volgende nummer van het Praxisbulletin – gaan wij verder in op het gebruik van materialen, het inhoudelijke reilen en zeilen en het onderwijsaanbod, waaronder het stellen van doelen en eisen, het continueren en waarborgen van het lesaanbod en de contacten met ouders.

Literatuur

– Geraldine Brouwer (mede-auteur: Lidy Ahlers), Knappe koppen in de klas, CPS Uitgeverij, Amersfoort, 2011. (ISBN 978-90-6508-642-6.)
Brouwer is specialist hoogbegaafdheid bij CPS een heeft veel ervaring met trajecten op het gebied van hoogbegaafdheid. In het boek laat zij zien hoe meerbegaafde leerlingen tot betere prestaties kunnen komen. Knappe koppen in de klas laat zien hoe de leerkracht binnen de les zĆ³ kan differentiĆ«ren, dat het onderwijs aan talentvolle leerlingen op een hoger plan komt, zonder dat dit ten koste gaat van gemiddelde en zwakkere leerlingen. Het is toegankelijk geschreven en bevat veel herkenbare voorbeelden, tips en handvatten voor de meest recente ontwikkelingen. Het boek is bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs en pabostudenten. Het boek is te bestellen via cps.nl/uitgeverij.

Andere boeken

– Wendy Lammers van Toorenburg, Hoogbegaafd, nou ĆØn?, Uitgeverij Samsara, Amsterdam. (ISBN 9077228314.)
– Sylvia Drent & Eleonoor van Gerven, Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen op de basisschool, Koninklijke Van Gorcum Uitgeverij, Assen. (ISBN 9789023243212.)
– Tessa Kieboom, Als je kind (g)een einstein is, Uitgeverij Lannoo, Houten, 2007. (ISBN 978-90-209-6982-5.)
– Bekijk via onderstaande link de uitgebreide literatuurlijst(en) van HIQ (advies- en informatiebureau, gericht op hoogbegaafdheid): hiq.nl. (Klik: Service/Literatuurlijst.)

Over de auteurs

Maartje Sanders is leerkracht in het basisonderwijs en gespecialiseerd in meer- en hoogbegaafdheid. Dineke Goebert-Sanders is leerkracht van een verrijkingsgroep voor hoogbegaafde kinderen.

Achtergrondinformatie en links

Een vindingrijk leven, vol mogelijkheden

Hoogbegaafdheidsspecialist Geraldine Brouwer schreef het boek ā€œKnappe koppen in de klasā€. Brouwer is specialist hoogbegaafdheid bij CPS een heeft veel ervaring met trajecten op het gebied van hoogbegaafdheid. In het boek laat zij zien hoe meerbegaafde leerlingen tot betere prestaties kunnen komen. Het boeklaat zien hoe de leerkracht binnen de les zĆ³ kan differentiĆ«ren dat het onderwijs aan talentvolle leerlingen op een hoger plan komt, zonder dat dit ten koste gaat van gemiddelde en zwakkere leerlingen. Het is toegankelijk geschreven en bevat veel herkenbare voorbeelden, tips en handvatten voor de meest recente ontwikkelingen. Het boek is bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs en pabo-studenten. Het boek is te bestellen via uitgeverij CPS.

HIQ

HIQ is een advies- en informatiebureau over hoogbegaafdheid, geleid door Wendy Lammers van Toorenburg. De site biedt veel nuttige achtergrondinformatie, zoals een uitgebreide beschrijving van onderstaande profielen. Zie Hiq.nl.

Zes profielen

Door Betts & Neihart (1988) is een indeling gemaakt van profielen van hoogbegaafde leerlingen. Deze indeling is gebaseerd op jarenlange praktijkervaring in begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in het onderwijs. In hun omschrijving geven Betts & Neihart niet alleen aan welk gedrag kenmerkend is voor de betreffende categorie, maar ook welke begeleiding van school uit gegeven zou moeten worden. Zij komen tot zes typische profielen: de succesvolle leerling, de uitdagende leerling, de onderduikende leerling, de drop-out, de leerling met leer- en of gedragsproblemen en de zelfstandige leerling.

Links

Artikel ā€œDe speciale leerbehoeften van meerbegaafde kinderenā€

Boeken

ā€œHoogbegaafdheid, nou enā€ door Wendy Lammers van Toorenburg
ā€œKnappe Koppenā€ door Eleonoor Van Gerven
ā€œProfessioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijsā€ door Sylvia Drent en Eleonoor van Gerven

Vakinhoudelijk tijdschrift

Lesideeƫn

Tijdschrift ā€˜Vooruitā€™

ā€œHet Grote Vooruitwerklabboekā€ door Els Schrover

Minka Dumont

Filosoferen
Filosoferen (2)

Verrijking jonge kind

Voorbeelden protocol hoogbegaafdheid

Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld Routeplan

Praktijkvoorbeelden

Video leraar 24: Dossier Hoogbegaafd
Kangoeroeklas

Digitale checklist hoogbegaafdheid

De (digitale) checklist ā€œ(Hoog)begaafdenwijzer Basisonderwijsā€ is ontwikkeld door SLO (2007; 2010) in overleg met leerkrachten van (hoog)begaafde kinderen, intern begeleiders en onderwijsadviseurs en heeft als doel aandachtspunten te bieden bij het opstellen van beleid voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs, het implementeren van dit beleid in de praktijk en het vastleggen van dit beleid in een beleidsdocument.

U kunt de checklist downloaden via de site van het SLO.

Serie: Pieken in de plusklas

Lees ook de andere artikelen uit deze serie: