Dit jaar is de Week van de Mediawijsheid van 21 tot 27 november. In die week is er voor ouders en kinderen van alles te doen in bibliotheken. Maar ook veel scholen doen mee. Zo kunnen alle kinderen in groep 7 – samen met hun leerkrachten én ouders – een intensief en spannend media-avontuur beleven. Het thema is dit jaar: Mediaopvoeding. Leerkrachten, kinderen én ouders worden uitgedaagd te laten zien hoe mediawijs ze zijn!

Lees ook de uitbreiding

Bij dit artikel hoort een online uitbreiding.

Aandacht voor mediawijsheid is geen overbodige luxe

CREATIEF MEDIAGEBRUIK
‘Wie niet mediawijs is, raakt buitengesloten,’ voorspelde de toenmalige minister Plasterk in 2007. Als je goed kijkt, zie je dat een grote groep jongeren achterop raakt bij een kleinere groep, die een voorsprong neemt. Die laatste groep – de groep van mediawijze kinderen en jongeren – maakt handig gebruik van media, om zichzelf te ontwikkelen. Ze zoeken bijvoorbeeld uit hoe je een website bouwt en vragen via Twitter hoe je verder komt, als je bent vastgelopen.
Op dit moment is het aantal kinderen en jongeren, dat media creatief weet te gebruiken, nog maar heel klein: gemiddeld over alle leeftijden zo’n 10 procent. En in het basisonderwijs niet meer dan 4 procent (Van den Beemt, 2009). De grootste groep komt niet veel verder dan Hyves of Facebook en filmpjes kijken op YouTube.

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
Echt mediawijs ben je pas, als je in staat bent om media te gebruiken om nieuwe ambities te ontwikkelen en je doelen te bereiken. Als je media kunt inzetten voor je eigen, persoonlijke ontwikkeling, zonder anderen te schaden.

Veel meer dan veiligheid alleen

VAARDIGHEDEN EN REFLECTIENIVEAU
Bij mediawijsheid gaat het dus om veel meer dan alleen maar het beschermen van kinderen tegen schadelijke invloeden van media, het opstellen van schoolregels om cyberpesten tegen te gaan of het nemen van maatregelen om risicovol gedrag te voorkomen.
Mediawijsheid is ook: kritische analyse van media (wat we vroeger media-educatie noemden), informatievaardigheden (het leren zoeken, vinden en beoordelen van informatie) en natuurlijk: zélf media maken. Het gaat bij mediawijsheid vooral ook om actieve, sociale participatie: meedoen. En om dat te kunnen, heb je niet alleen kennis en vaardigheden nodig, maar ook een bepaald reflectieniveau.

ONDERWIJSTAAK
Hier ligt dus een enorme taak voor het onderwijs. En gelukkig zien veel leerkrachten dat ook: het is goed, dat het onderwijs de opdracht heeft gekregen, om aandacht te besteden aan mediawijsheid. Mediawijsheid is uiteindelijk net zo belangrijk als leren lezen en schrijven: wie dat niet kan, kan niet goed meedoen in de moderne samenleving.

MediaMasters 2011: groep 7 wordt mediawijs

Met het spannende spel MediaMasters 2011 kunnen kinderen in de Week van de Mediawijsheid een intensief media-avontuur beleven, samen met hun leerkrachten en hun ouders. Ze leren in die week een aantal belangrijke aspecten van mediawijsheid. Ik noem:
– het kritisch beoordelen van informatie;
– online respect voor elkaar hebben;
– je eigen privacy beschermen;
– zelf media maken;
– samenwerken om een probleem op te lossen;
– nadenken over je eigen mediagedrag.

Ouders doen thuis ook mee

BEWUST EN GEZOND MEDIAGEBRUIK
Zoals op school aandacht besteed moet worden aan verantwoord en creatief mediagebruik, zo is bewust en gezond mediagebruik ook een nieuw aspect van de opvoeding thuis geworden. Kinderen moeten leren dat niet alles kan en mag, dat ze niet alles mogen zien (geen extreem geweld bijvoorbeeld) en ook niet alles mogen doen (zoals schelden via Hyves of persoonlijke informatie prijsgeven). Ouders moeten kinderen dus vertellen over de gevaren, maar hen ook laten zien wat er voor moois te beleven valt.

HULPMIDDELEN
Dit aspect van de opvoeding noemen we mediaopvoeding. En we verwachten inmiddels van ouders, dat ze dat oppakken. Wat overigens nog lang niet gemakkelijk is. Gelukkig zijn er wél hulpmiddelen, zoals Kijkwijzer (voor films en tv) en Pegi (voor games). (Zie: kijkwijzer.nl) Ook kun je jonge kinderen laten surfen in een speciale kinderomgeving, zoals MyBee ( “https://www.mybee.nl” zie: mybee.nl) of een gezond mediamenu samenstellen via Mediasmarties (zie: mediasmarties.nl). En ouders die vragen of problemen hebben, kunnen die gratis voorleggen aan de deskundigen van mediaopvoeding.nl.

Praten maakt wijzer

MIX

Mediaopvoeding is eigenlijk een mix van twee dingen: praten (commentaar geven op wat kinderen meemaken via media) en grenzen stellen (dus vertellen wat wel en niet mag). Het beste is om allebei te doen. Want alleen grenzen stellen zonder uitleg en commentaar werkt niet goed, zo blijkt uit onderzoek. Tegelijkertijd blijkt dat kinderen, die veel met hun ouders praten over wat ze meemaken, minder vatbaar zijn voor mogelijk schadelijke gevolgen van media. Praten beschermt!

REFLECTIE

Praten beschermt niet alleen, maar maakt kinderen ook wijzer. Daarom zullen de ouders van kinderen, die MediaMasters spelen in de Week van de Mediawijsheid, extra intensief bezig zijn met de mediaopvoeding. Ze gaan veel praten met hun kinderen over wat ze tijdens het spel meemaken, doordat ze bij het spel betrokken worden. En door het gesprek met de ouders leren kinderen extra na te denken over hun eigen mediagedrag, zodat ze daarna weer een beetje mediawijzer zijn geworden!

Veel succes!

MEER INFORMATIE

F. Zwanenberg & J. Pardoen, Handboek Mediawijsheid op School. Hoe worden kinderen mediawijs? Praktische gids en inspiratie voor het onderwijs, Stichting Mijn Kind Online, 2010. (ISBN 978 90 590 6240 5.) U kunt het boek gratis downloaden op mijnkindonline.nl (versie website). Maar u kunt het ook als boek bestellen op genoemde website (€ 19,95).