Lied van de maand: Vakantielied

Hierboven staan de liedjesbestanden. Als u ze aanklikt, opent op uw computer een programma om ze af te spelen. Hebt u dit niet, dan kunt u de liedjes uiteraard wel gewoon opslaan.

Liednotering

De liedtekst

Op reis
Pak je koffer of je rugzak. Trek de wijde wereld in.
Fijn op reis naar mooie plaatsen. Daarvan krijg ik goeie zin.
Niet naar school of naar de tandarts. O, de wereld is zo groot.
Met de bus of in een vliegtuig of ver varen met een boot.

Italië
Dit jaar ga ik ook nog reizen, naar een land, het ligt ver weg.
Zee en zon en lekker eten. Pizza eten: heerlijk, zeg!
En een ijsje heet gelati. Het is rood of groen of geel.
Mama mia, dat is smullen. Ja, ik lust er heel erg veel.

Duitsland
Als ik niet te ver wil reizen, rijd ik naar het oosten toe.
Dus naar Duitsland, naar de buren, da’s gezellig af en toe.
Want ze eten daar Kartoffeln mit ein Bratwurst und ein Bier.
Wiederseh’n und viele Grüsse, danke schön und bitte sehr.

Afrika
Afrika, dat is pas ver weg. Nee, daar fiets je niet naartoe.
Zoveel duizend kilometer, daarvan word je écht wel moe.
Maar dan zie je olifanten, een giraffe of een gnoe,
sterke leeuwen, slimme paarden en een ouwe kariboe.

Nederland
Ik ga dit jaar niet ver rijden, blijf nu mooi in eigen land.
Met z’n allen naar een pretpark, aapjes zien in Ouwehand.
Naar een hele hoge toren, Juliana heet dat ding.
Of hard racen in de Python, in het pretpark Efteling.

Ruimte
Hoe zal onze oude aarde over vijftig jaar toch zijn?
Zijn er dan nog zo veel auto’s of gaat alles dan per trein?
Of vakantie in de ruimte. Ja, dat lijkt me ook wel fijn.
Heel snel reizen in raketten. Ja, dan wordt de aarde klein.

Lessuggesties

Begin met een gesprek over vrije tijd, en dan vooral over vakantie. Mogelijke vragen kunnen zijn:
– Wat doe je in de vakantie?
– Wat kun je alleen doen in de vakantie?
– Wat met meer mensen?
– Hoe kun je op reis gaan?

Maak van de genoemde reismogelijkheden een overzichtje (met de auto, trein, vliegtuig e.d.).
Maak van de door de kinderen genoemde landen een woordweb.
Noteer per land een aantal door de kinderen genoemde kenmerken.
Laat nu van het lied het eerste couplet horen of zing het voor.
Wordt daarin alles genoemd wat in het rijtje staat? Wat wel, wat niet?

Zing het nog een paar keer voor en stel luistervragen, bijv:
– Wat nemen ze in het liedje mee op vakantie?
– Hoe reizen ze in dat couplet?
– Waar gaan ze graag naar toe?
– Waar niet naar toe?

Laat daarna het couplet zien op het bord en zing zelf regel 1 en 3 en de groep regel 2 en 4.
Daarna wisselzang: jongens regel 1 en 3 en meisjes regel 2 en 4.
Daarna omdraaien.

Erg succesvol is in mijn groep het zogenaamde wegveegspel: steeds mag een ander kind twee woorden noemen die uitgeveegd worden of bedekt worden van het op het bord getoonde couplet. Dit telkens herhalen met zingen totdat er na “zoveel keer wegvegen/bedekken” niks meer te zien is op het bord. Het couplet moet nu dus van buiten gezongen worden.

Zing nu de overige coupletten en vraag van tevoren welke landen voorbij komen.
Daarna weer zingen en vragen: wat van de genoemde landen hebben we daarnet ook genoemd in het inleidende gesprek?
Zing daarna met de groep het hele lied (vanaf het bord). Eventueel door verschillende groepjes laten afwisselen per couplet.

Dit lied leent zich ook om met oudere kinderen zelf coupletten te maken over landen die in het lied nog niet voorbij komen, maar wel door kinderen zijn genoemd in het inleidende gesprek. (Belgie, Frankrijk…)
Eventueel kun je kinderen in groepjes laten proberen over verschillende landen of vakantiemogelijkheden een couplet te laten schrijven (thuis blijven, camping, vakantiehuisje, logeren bij opa/oma/vriendje/ vriendinnetje..). Dit kán verrassende resultaten opleveren!

Veel plezier ermee!