David is een jongetje uit groep 5, dat veel moeite heeft met stilzitten. Als hij iets wil zeggen, roept hij dit hardop door de klas. Hij stoort hiermee zichzelf en de andere kinderen, maar ook de leerkracht. Die besluit het probleem aan te pakken met de methode Kids’ Skills. In vijftien stappen wordt een probleem omgezet in een vaardigheid.

De vijftien stappen van Ben Furman

Dr. Ben Furman – een Finse psychiater – heeft een methode ontworpen (Kids’ Skills), waarbij op speelse wijze vaardigheden worden ontwikkeld bij kinderen. Deze methode is in boekvorm verschenen en in vele talen vertaald. Ook in het Nederlands. Aan de hand van deze aanpak beschrijf ik in dit artikel een praktijkvoorbeeld.

Stap 1: problemen vertalen in vaardigheden

Soms kan het lastig zijn om een probleem om te zetten in een vaardigheid. We hebben vaak onbewust de neiging om negatief te corrigeren. Logisch, want je merkt negatief gedrag op en je wilt dat het ophoudt. Toch is het belangrijk om de te leren vaardigheid positief te formuleren. Het gaat er niet om dat een kind ophoudt met het vertonen van verkeerd gedrag, maar dat het goede gedrag wordt aangeleerd. Maak de vaardigheid niet te groot. Dit maakt het makkelijker om succes te behalen. En bovendien is het dan duidelijker voor het kind.

David heeft meerdere problemen. Met welk probleem gaan we beginnen? Van het roepen door de klas heeft iedereen het meeste last. De vaardigheid die David moet leren, is om zijn hand op te steken als hij iets wil zeggen in de klas. Deze vaardigheid is duidelijk te omschrijven. Bovendien zijn er diverse kinderen in groep 5, voor wie dit een nuttige vaardigheid is om te leren.

Stap 2: het eens worden over de vaardigheid, die geleerd moet worden

Vaak beslissen volwassenen welke vaardigheid een kind nog moet leren. Daar is niets mis mee. Maar het is wél belangrijk, dat een kind het eens is met de te leren vaardigheid. Voor een kind voelt het veiliger, als er meer kinderen in de groep een bepaalde vaardigheid gaan leren. Ook is het goed om kinderen te betrekken bij het formuleren van de vaardigheid.

Tijdens de werkles schrijft de leerkracht alle positieve punten op, die ze opmerkt aan David. Na school vraagt ze of hij en zijn moeder even tijd hebben voor een gesprek. David ziet de bui alweer hangen en gaat schoorvoetend zitten. Maar tot zijn grote verbazing krijgt hij alleen maar complimenten te horen! De juf had bijvoorbeeld gezien dat hij Fatma heel goed had geholpen en dat hij zijn werk heel netjes had gemaakt. Hij gaat er helemaal van stralen. En ook bij zijn moeder verschijnt een grote glimlach op haar gezicht.
Vervolgens vraagt de leerkracht wat hij nog meer zou willen leren. David weet wel een aantal dingen te noemen. Hij wil leren vliegen en net zo sterk worden als Kevin. Mooie vaardigheden, vindt de leerkracht. Maar nóg een goede vaardigheid zou zijn om je hand op te steken als je iets wilt zeggen in de groep. Daar is David het wel mee eens.

Stap 3: de voordelen van de vaardigheid onderzoeken

“Allemaal leuk en aardig, maar wat heb ik eraan?” zult u misschien zeggen. En ook kinderen voelen de behoefte om antwoord te krijgen op deze vraag. Tijdens stap 3 gaat u dan ook – samen met het kind – op zoek naar de voordelen, die het beheersen van een bepaalde vaardigheid oplevert. We denken dan niet alleen aan voordelen voor het kind zelf, maar ook aan de voordelen voor een ander.

De volgende dag komt de leerkracht terug op het gesprek.
“Weet je nog, David, dat we het gisteren hadden over de vaardigheid om je hand op te steken wanneer je iets wilt zeggen? Waarom denk je dat het handig voor jou is om dat te leren?”
Daar moet David even over nadenken. Maar met behulp van de juf komt hij op een hele lijst. Kinderen zouden beter naar hem luisteren. Hij zou vaker iets kunnen zeggen. De juf zou minder vaak op hem mopperen. En het zou gezelliger voor hem zijn in de klas. De lijst mag hij zelf kopiëren om thuis te laten zien.

Stap 4: de vaardigheid een naam geven

Het kind mag een naam kiezen voor zijn (of haar) vaardigheid. Meestal zijn kinderen creatief genoeg om zélf een naam te verzinnen. Maar soms hebben ze een zetje nodig. Vraag de kinderen bijvoorbeeld wie de vaardigheid die ze gaan leren al heel goed beheerst. Misschien kunnen ze hun vaardigheid dan wel naar die persoon vernoemen!

David mag een naam kiezen voor zijn vaardigheid. Hij kiest voor de stoere naam: het “hands in the air”-plan.

Stap 5: een totemfiguur kiezen

Een totemfiguur is een figuur, die kinderen helpt bij het leren van hun vaardigheid. Een totemfiguur kan een dier, een stripfiguur of een andere held zijn. Totemfiguren kunnen kinderen eraan herinneren dat ze een vaardigheid leren en ze meer vertrouwen geven. Het kan in dit verband dan ook helpen om een afbeelding van de totemfiguur op een voor het kind goed zichtbare plek in de klas te hangen.

Als totemfiguur kiest David voor Superman. Op internet mag hij een mooie plaat van Superman uitzoeken, die de leerkracht voor hem print. Onder de plaat schrijft hij de naam van zijn plan. “Vet, man!” vinden zijn klasgenoten, als hij de plaat op het prikbord hangt.

Stap 6: supporters werven

Naast totemfiguren hebben kinderen ook hulp van échte mensen nodig, om een vaardigheid te leren. Supporters stimuleren een kind bij het aanleren van de vaardigheid, geven het kind zelfvertrouwen, helpen het op het goede spoor en delen in de vreugde, wanneer het kind succes heeft. U kunt het kind stimuleren om zowel volwassenen als leeftijdsgenoten als supporter te kiezen.

“Wie zouden je kunnen helpen bij het leren van je vaardigheid?” vraagt de juf.
David noemt meteen de namen van zijn twee beste vriendjes.
“Prima! Ik schrijf de namen op. Is er nog iemand, die je erbij kan helpen? Is er misschien iemand uit de groep, die heel goed is in jouw vaardigheid?”
“Erika steekt altijd haar vinger op,” weet David te vertellen.
“Misschien kan zij je helpen,” oppert de leerkracht. “En ik zou je óók graag willen helpen, als dat mag.”

Stap 7: meer zelfvertrouwen geven

Soms is het best lastig voor een kind om iets nieuws te leren. Op deze momenten kunnen de supporters ervoor zorgen, dat het kind meer zelfvertrouwen krijgt. De supporters zeggen tegen het kind dat zij erop vertrouwen dat het kind de vaardigheid gaat leren. Het is daarbij belangrijk dat ze ook vertellen waarom ze dat denken.

David heeft zelf aan zijn supporters gevraagd of ze hem willen helpen bij zijn vaardigheid. De supporters voelen zich vereerd.
De leerkracht vraagt aan de supporters waarom ze denken dat David zijn vaardigheid kan leren. Een kind vertelt dat hij denkt dat David het kan, omdat zo veel mensen hem nu helpen.
De leerkracht vertelt dat ze vertrouwen heeft in David, omdat hij een grote wilskracht heeft.

Stap 8: plannen maken om het te vieren

Om het kind nóg meer vertrouwen te geven dat het de vaardigheid gaat leren, gaan we het alvast hebben over het vieren. Elke behaalde vaardigheid mag uiteindelijk gevierd worden, op een door het kind gekozen wijze. (Een kind kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een mooie bordtekening te maken of om een halfuurtje achter de computer te mogen.)

Elke dag komen David en zijn supporters vijf minuten bij elkaar. Ze vinden dat hij goed op weg is en zeggen daarom dat hij na mag denken over hoe hij zijn vaardigheid wil vieren als het zover is. Daar hoeft David niet lang over na te denken. Vieren doe je met taart!

Stap 9: de vaardigheid omschrijven

Om te voorkomen dat een kind een vaardigheid leert, maar niet precies weet wat die vaardigheid inhoudt, kunt u regelmatig met het kind over de vaardigheid praten. Hoe gedraagt iemand met die vaardigheid zich? Het kan helpen om de situatie na te spelen. Dit kan het kind ook op ideeën brengen over hoe hij (of zij) de vaardigheid in praktijk kan brengen.

Omdat de supporters en David elke dag even bij elkaar zitten, wordt er dagelijks gesproken over de vaardigheid. De kinderen vertellen wat er die dag allemaal goed is gegaan. Soms spelen ze een toneelstukje, waarin David iemand speelt, die heel goed is in handen opsteken.

Stap 10: naar buiten treden

Voor kinderen is het niet prettig om over dingen te praten, die niet goed gaan. Praten over vaardigheden, die geleerd gaan worden, is meestal makkelijker. Hoe meer mensen op de hoogte zijn van de vaardigheid, hoe meer mensen het kind kunnen helpen.
Wanneer er op school met Kids’ Skills gewerkt wordt, kan ervoor gekozen worden om een schema op te hangen, waarop staat welke vaardigheid elk kind leert.

David is een extravert kind. Hij is dol op complimentjes en aandacht. Vol trots heeft hij zijn stoere poster aan de klas getoond. En hij vertelt aan iedereen die het horen wil over de vaardigheid die hij leert.

Stap 11: de vaardigheid oefenen

Wanneer een kind een nieuwe vaardigheid leert, moet het voldoende tijd krijgen om deze vaardigheid te oefenen. Begin ook het oefenen met kleine stapjes, zodat het kind succes ervaart. Bouw hierna langzaam op met steeds een beetje meer.
Laat het kind ook zélf bedenken hoe het een vaardigheid het best kan oefenen. En laat als supporter duidelijk je bewondering blijken, wanneer een kind vooruitgaat met zijn (of haar) vaardigheid.

Voor een kind als David, die altijd wel iets te vertellen heeft, valt het niet mee om te wachten tot hij een beurt krijgt. Samen met zijn leerkracht spreekt hij af om te beginnen tijdens de rekenles. Daarna bouwen ze het langzaam uit, totdat hij tijdens alle instructies zijn hand opsteekt wanneer hij iets wil zeggen.

Stap 12: geheugensteuntjes bedenken

Natuurlijk zullen er momenten zijn, dat een kind terugvalt in zijn (of haar) oude gedrag. Deze momenten zijn onderdeel van het leerproces. En het is in dit verband goed, om – samen met het kind – af te spreken hoe het aan zijn (of haar) vaardigheid herinnerd wil worden.

Hoewel er duidelijk verbetering optreedt, komt het nog wel eens voor dat David in zijn enthousiasme iets door de klas roept. Als dit gebeurt, heeft hij met een van zijn supporters de geheime afspraak, dat die supporter dan naar een sticker op zijn (of haar) tafel wijst. David begrijpt dan meteen wat hij (of zij) bedoelt.

Stap 13: vieren dat het gelukt is

Wanneer kinderen een tijdje hebben geoefend met hun vaardigheid en hebben laten zien dat ze hun vaardigheid beheersen, is het tijd om dit te vieren. Belangrijk onderdeel bij het vieren van succes is het bedanken van de supporters, omdat zij het kind hebben geholpen. De supporters zullen zich hierdoor gewaardeerd voelen. En het kind leert er een belangrijke sociale vaardigheid bij: het bedanken van mensen die je helpen.

Na drie weken heeft David geleerd om zijn vinger op te steken. Soms roept hij nog wel eens iets door de klas, maar dan corrigeert hij zichzelf. Tijd voor een feestje! Na school komen de supporters bij elkaar. De juf heeft voor taart gezorgd. Voordat David de taart mag aansnijden, vraagt de leerkracht aan hem om zijn supporters te bedanken.

Stap 14: de vaardigheid aan anderen doorgeven

Om de cirkel rond te maken, mogen kinderen nu hun vaardigheden aan anderen leren. Een kind kan vaak beter dan een volwassene aan leeftijdsgenoten uitleggen hoe je iets kunt leren. Bovendien versterkt het de eigen vaardigheid en zal het zelfvertrouwen van het kind nóg meer toenemen, als het kan uitleggen hoe iets moet.

De volgende dag krijgt David ook nog een groot applaus van zijn klasgenoten. De leerkracht vraagt of er kinderen zijn, die de vaardigheid óók willen leren van een echte expert. David straalt en is zeker bereid om zijn kennis door te geven.

Stap 15: op naar de volgende vaardigheid

Daarna kan er een eventueel volgend probleem worden omgezet in een vaardigheid. Ook weer volgens dezelfde methode van Ben Furman. Want met Kids’ Skills kunt u elke vorm van negatief gedrag “ombuigen” naar een positief geformuleerde, aan te leren vaardigheid!

Ik wens u veel succes!

Meer weten?

• Ben Furman, De methode Kids’ Skills. Op speelse wijze vaardigheden ontwikkelen bij kinderen, Nederlandse vertaling: Peter van der Kaaij, Uitgeverij Nelissen b.v., Soest, 2006 (ISBN 90244 17 457).
• Website: www.kidsskills.org. Op deze website kunt u eenvoudig doorklikken naar de Nederlandse versie (Dutch – ik kan het). En hierop vindt u dan alle informatie over Kids’ Skills (uitgaven, contactadressen, trainingen, enzovoort).