Op zolder vond ik een kaft van een oud kinderboek. Zo’n kaft van een boek, dat helemaal stukgelezen is. De kaft is kapot en half verscheurd. Je kunt niet meer zien bij welk boek hij hoort en wie hem gemaakt heeft.

Ik vraag de kinderen van mijn groep of zij een idee hebben. Ze zijn er snel uit. Het boekomslag is gemaakt door een tekenaar, een illustrator. Het moet een ouder iemand zijn, want het omslag is al erg oud. ‘Zou hij ook familie hebben?’ vraag ik. De kinderen denken dat hij nog wel ouders heeft en misschien ook wel een vriendin. Hij zal ook vast ergens een werkplek hebben. En ik denk dat het een reislustig persoon is. Hij moet natuurlijk ook nog ergens een fotoboek hebben. ‘En…,’ zeg ik, ‘er is ook nog een reisboekje, vol met aantekeningen en tekeningetjes.’
Ik vraag de kinderen om de illustrator, zijn familie, een aantal foto’s uit het fotoboek, het reisboekje en zijn atelier te bedenken, te maken en te beschrijven. Daar hebben ze wel zin in!

De tekenaar komt tot leven

JUÁN ENRICO PALINI
Onze illustrator heet Juán Enrico Palini en is 64 jaar oud. Hij is in 1946 geboren in Frankrijk. Op zijn derde kwam hij naar Nederland. Ooit was hij getrouwd. Maar later is hij van zijn vrouw gescheiden. Op zijn zesendertigste ging hij een wereldreis maken. Hij is overal in de wereld geweest. Bijvoorbeeld: op Paaseiland, in Egypte, in Italië en in Spanje.
In zijn reisboekje maakte hij aantekeningen en kleine tekeningen van zijn reizen. Zo zijn bijvoorbeeld de piramides van Gizeh in zijn boekje te bewonderen.
Een waarzegster in India voorspelde hem, dat hij illustrator zou worden. En dat is inderdaad gebeurd. Juán heeft zijn atelier een eind van zijn huis vandaan. Daar gaat hij iedere dag op de fiets naartoe.
De foto’s uit het fotoboek geven ook veel informatie. Zo kreeg hij, toen hij één jaar werd, een mooie rammelaar van zijn ouders. Die rammelaar heeft hij bewaard en ligt in het atelier. Op zijn twaalfde kreeg hij een fototoestel. Daar maakte hij veel foto’s in de natuur mee. Op zijn zestiende dronk hij zijn eerste biertje. En op zijn achttiende ging hij met een vriend naar Parijs. Hij heeft een foto van zichzelf, waarop hij voor de Eiffeltoren staat.

TOTAALPRESENTATIE
Een tekening van Juán (gemaakt met plakkaatverf) hangt levensgroot aan de muur in het klaslokaal van de Fluitketeltjes (groep 6-8). Zo te zien is het een artistieke man. Hij heeft een alpinopet op en draagt een bril met een dik, zwart montuur. Naast hem hangen de foto’s uit het fotoalbum. Juán is gefotografeerd met zijn eerste biertje. Hij houdt het biertje trots in de lucht. Het atelier, gemaakt in een kartonnen doos, staat voor Juán. In het atelier zie je een schildersezel en een groot bureau, vol met penselen en tekenpotloden. Het reisboekje heeft een ereplaatsje op een standaard gekregen. En dan zijn er ook nog de eerste illustraties, die Juán heeft gemaakt.
De kinderen presenteren alle gemaakte onderdelen trots aan elkaar. En daarna kunnen we beginnen met het verhaal!

De map van Juan

NIEUWSGIERIG
De volgende dag neem ik een heel oude map mee naar school. Ik vertel de kinderen, dat ik die heb gevonden in het atelier van Juán. Ik laat de map zien en vraag de kinderen of ze enig idee hebben wat er in de map zit. Het is grappig om te ervaren, dat de kinderen helemaal geen commentaar hebben op het formaat van de map. Het atelier is immers gemaakt in een (niet al te grote) doos, terwijl de map alleen al een formaat heeft van zo’n 40 bij 60 centimeter! Ik denk dat de kinderen veel te nieuwsgierig zijn naar de inhoud van de map, om daarover te vallen.

KRITISCH BEKIJKEN
In de map zitten géén illustraties van Juán, maar van andere illustratoren. De kinderen herkennen er meteen een aantal van. Bijvoorbeeld: Pluk, Dikkertje Dap en Rupsje Nooitgenoeg. ‘Waarom zou Juán die verzameld hebben?’ vraag ik. Dat is voor de kinderen vanzelfsprekend. ‘Ter inspiratie!’ zegt Marick.
Ik vraag de kinderen waar Juán allemaal op gelet zal hebben bij het verzamelen van de illustraties. De kinderen komen met veel punten: hij heeft gelet op het kleurgebruik, het materiaalgebruik, op wat voor gevoel je bij de illustraties krijgt en voor welke leeftijd de illustraties gemaakt zijn. De kinderen vinden het ook belangrijk wie de illustraties gemaakt heeft en of de tekeningen netjes of rommelig gemaakt zijn.
Ze nemen allemaal een illustratie uit de map en plakken die op een groot stuk karton. Daarna gaan ze in groepjes hun illustratie bekijken, op de punten die ze eerder hebben genoemd. Als ze het met elkaar eens zijn, dan schrijven ze hun groepsbevindingen rondom de illustratie. En als ze klaar zijn, presenteren ze hun informatieposters aan elkaar. Het is heel fraai om te zien hoe goed kinderen in staat zijn een illustratie te «bekritiseren».

Een opdracht van NDE

EEN PRENTENBOEK MAKEN
Een paar dagen later krijgen de Fluitketeltjes een brief van de directeur van de afdeling NDE (natuur- en duurzaamheidseducatie) van de gemeente Groningen. Marike, de directeur, heeft gehoord dat de kinderen een illustrator in de klas hebben en dat hij veel van de natuur houdt. Zelf heeft ze in het bezoekerscentrum een tentoonstelling over vogels, voor kinderen uit de bovenbouw. En ze wil Juán vragen een prentenboek te maken voor kinderen van vier tot zes jaar. Het prentenboek zal te maken moeten hebben met vogels. Marike geeft aan, dat ze een fan is van Eric Carle en Fiep Westendorp. En ze hoopt daarom dat de illustraties van Juán net zo origineel en kleurrijk kunnen worden.
Ik vraag de kinderen of ze het zien zitten om Juán mee te helpen met de opdracht. Een overbodige vraag, aan de reacties te zien. De kinderen hebben meteen al ideeën. Enkele kinderen schrijven, namens de hele groep, een brief terug aan Marike. En ze geven meteen aan wanneer we haar het boek officieel zullen overhandigen.

Onderzoek

Ik stel voor om eerst onderzoek te doen, voordat we aan de slag gaan. Ik wil dat de kinderen een aantal prentenboeken en hun makers onder de loep gaan nemen. We halen een grote hoeveelheid prentenboeken uit de schoolbibliotheek. Ik vraag de kinderen opnieuw waar ze op kunnen letten, als ze de prentenboeken gaan bestuderen. De kinderen geven aan naar het verhaal en de inhoud ervan te willen kijken. En ook hier willen ze de illustraties bestuderen op kenmerken, kleur- en materiaalgebruik.
Ieder drietal neemt een prentenboekillustrator voor zijn/haar rekening. Er wordt een mooie informatieposter over de illustratoren gemaakt. En tijdens de presentaties van de posters ontdekken de kinderen, dat veel verhalen elkaar overlappen. Zo valt er altijd iets te leren in de boeken. Er komt veel tellen in voor. Kinderen leren veel nieuwe woorden. En er zit veel herhaling in de zinnen, die gebruikt worden.

7297de97-38bd-4e69-aa68-96882b1bbfd3_juanDeIllustrator1

Opzet en basistekst

INVENTARISATIE
De kinderen krijgen al veel ideeën voor het prentenboek, dat ze gaan maken voor NDE. In het boek moeten de kleuters leren tellen. En het moet gaan over een vogeltje, dat steeds een ander dier tegenkomt. Zo leren de kleintjes ook om dieren te herkennen. Het moet een vogeltje zijn, dat uit het nest valt en op zoek gaat naar zijn moeder. En de zinnen moeten steeds herhaald worden, zodat de jonge kinderen het verhaal zelf kunnen meelezen.
We inventariseren welke dieren het vogeltje allemaal tegen kan komen en kiezen uiteindelijk voor twaalf verschillende dieren. Bij elk dier moeten de kleuters steeds het aantal jongen tellen, dat het dier heeft gekregen. Dus moeten we óók weten hoeveel jongen elk verschillend dier in werkelijkheid kan krijgen!

FILM
De kinderen willen het prentenboek gaan maken zoals Eric Carle dat doet. Ik laat ze een film zien, waarin Eric Carle uitlegt hoe hij dat doet. Hij maakt eerst alleen maar «mooi» papier (papier dat hij beschildert, bekrast, enzovoort). Dat gaan wij ook doen.
We hebben inmiddels ook al een titel: Vogeltje op zoek. En… een basistekst:

Ben jij mijn moeder?
Nee, ik heb/ben … en jij niet.
Ik ben een …
Ik heb al … jongen. Tel maar!
Je moet nog even verder zoeken!
Vogeltje loopt verder.

Productieproces

EEN PRENTENBOEKENMAAKSTER GEEFT TIPS
Per tweetal gaan de kinderen aan de slag met twee bladzijden uit het boek. Maar voordat we écht gaan beginnen, nodigen we iemand uit, die zélf prentenboeken maakt. We schrijven Angelique de Waard een brief of ze bij ons op bezoek wil komen om iets te vertellen over haar werk en om onze vragen te beantwoorden. Dat wil ze wel.
Tijdens haar bezoek laat ze werk van zichzelf zien en leert ze ons ook een aantal handigheidjes. Zo vertelt ze dat ze eerst schetsjes maakt en daar kopietjes van maakt. Dan kan ze tekeningetjes uitvergroten of verkleinen en ze daarna op de juiste grootte terugplaatsen in de illustratie.
Dat gaan wij ook doen met Vogeltje op zoek. Want op die manier komt er een eenheid in het boek. Nina en Francien gaan het vogeltje maken. Vogeltje wordt in verschillende groottes gekopieerd en verwerkt in het boek.

HET BOEK WORDT GEDRUKT!
Na bestudering van de dieren gaan de kinderen hun eigen dieren ontwerpen, uitknippen en in hun illustraties verwerken. ‘Oh,’ zegt Gijs, ‘dat is best veel werk!’ Hij en Merleyn hebben namelijk gekozen voor het zeepaardje. En het zeepaardje heeft twaalf jongen!
Het boek wordt écht mooi. Zó mooi, dat een ouder voorstelt het boek via haar werk te laten drukken. Dat is natuurlijk geweldig! En dat moet gevierd worden!

Boekpresentatie

APETROTS!
En dan is het eindelijk zover. De directeur van NDE komt het boek officieel in ontvangst nemen. We hebben ook alle ouders uitgenodigd. Voordat de overhandiging plaatsvindt, gaan de kinderen hun ervaringen en ontdekkingen presenteren. Ze vertellen over Juán, over de opdracht van NDE, over hun onderzoek, over het bezoek van Angelique de Waard en over het ontwerpproces van het boek.
Vol trots overhandigen ze vervolgens het boek aan Marike. Die weet niet wat ze ziet. De kinderen krijgen van haar een geweldig compliment. En trots kijken ze even allemaal naar hun ouders. Die glunderen ook helemaal!

4a9379cb-abbe-491e-b125-4612fe91e4b3_juanDeIllustrator2

BESTSELLER
Na afloop gaan er zo’n veertig boeken over de toonbank! En in de rest van de week gaan de kinderen hun prachtige boek voorlezen in de onderbouwgroepen.
Als we weken later in het bezoekerscentrum van NDE zelf de vogeltentoonstelling bezoeken, komt Robin naar mij toe. ‘Kijk, juf!’ zegt hij trots. ‘Daar staat ons boek!’

Meer informatie
Het verhalend ontwerp Juán, de illustrator is in de klas uitgevoerd. De uitwerking is in een vijftal filmpjes te zien op de website leraar24.nl. U dient hiervoor de zoekwoorden verhalend ontwerpen en PO (primair onderwijs) in te voeren.