‘Te koop! Mooie gelukspoppetjes te koop!’ Meester Jeroen kijkt trots naar Joris, die zijn eigengemaakte waren aan de man probeert te brengen tijdens de fancy fair op school. Zijn groep 8 heeft het toch maar mooi voor elkaar gekregen. De opbrengst gaat geheel naar een project voor weeskinderen in Guatemala. En kijk die Joris daar toch eens staan! Mees Jeroen glundert

En zo begint de vijfde aflevering in de serie over bijzondere kinderen, die in jaargang 28 van het Praxisbulletin zal verschijnen. Aflevering 5: kinderen met een verstandelijke beperking.

Even voorstellen

Joris heeft een verstandelijke beperking. En hij zit met een rugzakje in groep 8 van een reguliere basisschool. Hij loopt wat achter met zijn cognitieve ontwikkeling. En hij heeft voor zijn schoolvakken extra begeleiding en een aangepast programma nodig. Het is een rustige jongen, die niet echt opvalt in de klas.
Als je hem bijvoorbeeld bij klassengesprekken niet bewust zou betrekken, dan zou je Joris compleet over het hoofd zien. Je zou vergeten dat Joris er was. Zo’n onopvallende jongen is het. Maar het is zó belangrijk voor hem, dat hij overal actief bij betrokken wordt en is!

Project

Enige tijd geleden vertelde een meisje uit de groep van meester Jeroen over een project in Guatemala. Een project, waar het nichtje van het meisje vrijwilligerswerk deed. De hele klas was onder de indruk. Zó onder de indruk, dat meester Jeroen het bewuste nichtje uitnodigde in de groep om over haar ervaringen in Guatemala te vertellen.
Van het een kwam het ander. En de groep van meester Jeroen besloot een steentje bij te dragen. Heel bewust heeft meester Jeroen toen de kinderen van zijn groep zélf laten bedenken hoe ze zouden kunnen helpen. En Joris? Die deed gewoon mee natuurlijk!

Participatie

Joris heeft dan wel een verstandelijke beperking, maar dat betekent nog niet, dat je hem geen verantwoordelijkheden kunt geven! Juist door hiermee tijdens de basisschoolperiode te oefenen, leert hij belangrijke sociale vaardigheden, zoals: jezelf presenteren en samenwerken met anderen. Maar ook hoe je bijvoorbeeld respectvol met elkaar omgaat.
Zonder het misschien zelf echt te beseffen, is de groep van meester Jeroen met een burgerschapsproject bezig geweest. Participatie – wat meedoen betekent – is hierbij erg belangrijk. Juist ook voor kinderen zoals Joris!

Instrument

Een handig instrument, dat meester Jeroen gebruikte, om te zien hoe de kinderen van zijn groep op dit moment participeerden én om te kijken wat hij in de toekomst met hen zou willen bereiken op het gebied van participatie, is de participatieladder. De kinderen konden op verschillende niveaus participeren in het Guatemalaproject: van alleen maar mee uitvoeren tot meebepalen wat voor soort project ze wilden gaan doen. (Zie de illustratie hiernaast.)
De niveaus waarop leerlingen kunnen participeren, zijn de stappen op de ladder. Hoe hoger de tree, hoe hoger het niveau van participatie. Hoe actiever kinderen meedoen, hoe meer verantwoordelijkheden ze krijgen!

Rol van Joris

VOORBEREIDING EN UITVOERING
Voor kinderen als Joris is het belangrijk om hen zélf te laten bedenken hoe je bijvoorbeeld andere mensen kunt helpen en waarom. Joris zit op het niveau van mee voorbereiden en mee uitvoeren. De groep besliste een fancy fair te gaan organiseren. En kinderen bedachten hoe ze dit wilden gaan doen. Wat zou dan de rol van Joris binnen dit alles kunnen zijn?

STAPPENPLAN
Joris kreeg een duidelijke rol bij zowel de voorbereiding als de uitvoering. Hij maakte samen met twee klasgenootjes gelukspoppetjes, omdat de kinderen in Guatemala wel wat geluk konden gebruiken. Een ander kind had dit bedacht, maar Joris meldde zichzelf aan bij het groepje, omdat het hem leuk leek. En hij gunde de mensen daar écht geluk!
Meester Jeroen heeft de kinderen daarna uitleg gegeven hoe je stap voor stap een gelukspoppetje maakt van een houten knijper. Voor Joris heeft hij hiervoor een stappenplan op papier gezet. Daarna kon Joris, samen met zijn groepje, zelfstandig aan het werk. Verder was Joris verantwoordelijk voor het bijhouden van de lijst met het aantal gelukspoppetjes, dat klaar voor de verkoop was.

HULP BIJ KEUZES MAKEN
Omdat er binnen dit project veel was om uit te kiezen, legde meester Jeroen wél steeds duidelijke keuzemogelijkheden aan Joris voor. Joris vindt het namelijk moeilijk, als er een heleboel is om uit te kiezen. Dan ziet hij door de bomen het bos niet meer en trekt hij zich terug. Meester Jeroen weet dit. En daarom paste hij zich aan Joris aan, zodat die gewoon mee kon doen met de groep.

ACTIEVE ROL
Tijdens de fancy fair zelf had Joris ook een actieve rol. Hij was verkoper van de gelukspoppetjes en was medewerker van de opruimploeg na afloop.
De week na de fancy fair hebben de kinderen ook nog een magazine gemaakt, waarin ze het hele project evalueerden. Er werden artikelen geschreven over (onder andere) Guatemala en over armoede. Er kwamen ook advertenties in het magazine. En Joris schreef een kort stukje over de betekenis van gelukspoppetjes. Bovendien tekende hij hoe je die poppetjes zélf kunt maken!

Toepassen

Op school leren leerlingen hoe ze zich sociaal competent horen te gedragen. Ze leren bijvoorbeeld wat je in bepaalde situaties wél moet doen en wat vooral niet. Ze leren hoe je samenwerkt met een ander (of met anderen). Ze leren dat je betrouwbaar wordt gevonden, als je je aan afspraken houdt. Enzovoort.
Door de leerlingen sociaal gedrag toe te laten passen in reële situaties, krijgt sociaal competent gedrag een nieuwe dimensie. Door de leerlingen op deze manier te laten participeren, ervaren ze, dat ze zelfstandig heel wat kunnen bereiken, door dingen gewoon te doen. Zo hebben Joris en zijn klasgenoten ervaren hoe het is om voor anderen iets te doen, zónder er zelf beter van te worden. Ze bedachten de geldinzamelingsactie, ze organiseerden de actie én ze voerden de actie uit. De ene leerling deed dit op een hogere trede van de participatieladder dan de andere leerling. Maar ze deden het wél allemaal! En samen!

Tot slot

Door ook kinderen met een verstandelijke beperking te laten oefenen in reële situaties én ze te laten participeren – op welk niveau dan ook – leren deze kinderen zich steeds beter staande te houden in onze maatschappij.

Veel succes!