Lezen is niet het favoriete vak van Joost. Maar hij realiseert zich wél, dat lezen belangrijk is. En daarom houdt hij het oefenen goed vol. Doorzetten lijkt hem en zijn omgeving in het bloed te zitten.. En zo begint het zesde artikel in de serie over bijzondere kinderen, die in jaargang 28 van het Praxisbulletin zal verschijnen. Aflevering 6: kinderen met ernstige leesproblemen.

Ernstige leesproblemen
Bij 10 procent van de kinderen op de basisschool verloopt het leren lezen niet vanzelfsprekend. Deze kinderen herkennen woorden te langzaam of weten niet hoe ze het lezen van moeilijke woorden moeten aanpakken, waardoor ze maar naar die woorden gaan raden.
Het kan ook zijn, dat het ontsleutelen van een woord wel goed, maar traag verloopt. Het gevolg hiervan is, dat de informatie uit een tekst niet snel en/of niet goed kan worden opgenomen..
Deskundigen denken verschillend over de oorzaak van ernstige leesproblemen. Maar verreweg de meesten zijn het er over eens, dat een belangrijk kenmerk is, dat kinderen met leesproblemen moeite hebben met het verwerken van de klankstructuur van woorden. Ze hebben fonologische problemen. En daardoor ontstaan ook problemen met het automatiseren, het zonder noemenswaardige inspanning kunnen oproepen van informatie en (lees)vaardigheden.

Extra oefening en begeleiding

DESKUNDIGE LEERKRACHTEN
Elf jaar is Joost, als hij voor het eerst naar de Leeskliniek komt. Al tijdens de eerste ontmoeting dwingen zowel Joost als zijn interne begeleider (IB’er) en remedial teacher (RT’er) respect af. Want al voor het vijfde jaar organiseren deze begeleiders van Joost – aantoonbaar – ten minste één uur extra oefening en instructie boven op het reguliere leesaanbod. En daarnaast is het hen ook nog eens gelukt, om de leesmotivatie van Joost op een acceptabel niveau te houden.
Maar Joost vordert – ondanks ieders inspanning – niet of nauwelijks. Zijn leesniveau is passend bij dat van een leerling, aan het eind van groep 3.

SCHOLING
De problematiek van Joost is onderzocht door de schoolbegeleidingsdienst, die ernstige, enkelvoudige dyslexie constateerde. Omdat de behandelmogelijkheden in de omgeving van Joost uiterst beperkt zijn, hebben de twee leerkrachten besloten om te investeren in hun eigen scholing en de begeleiding van Joost op zich te nemen.

RALFI-lezen

De leerkrachten hebben gekozen voor RALFI-lezen. RALFI is een bekende en gerespecteerde leesmethodiek voor leerlingen, die redelijk tot goed in staat zijn woorden te spellen en te synthetiseren. Het lezen blijft echter traag, omdat de directe woordherkenning niet tot stand komt.
Het is begrijpelijk, dat iedereen zich enigszins moedeloos afvraagt hoe het met Joost verder moet, als het resultaat van de inspanningen van de begeleiders ook nu nihil blijkt.

RALFI
RALFI staat voor: Repeated, Assisted, Level, Feedback, Interactie, zijnde de uitgangspunten van RALFI-lezen. Zie voor meer informatie: ralfilezen.nl.

De leeskliniek

INZET VAN EXPERTISE
Eén uur extra begeleidingstijd per week (en dat al jarenlang), deskundige leerkrachten én ruime ervaring met een leerling met ernstige leesproblemen: hier past de Leeskliniek slechts bescheidenheid.
Op verzoek zet een behandelaar van de Leeskliniek haar expertise en ervaring in en denkt mee met de school. Joost komt tien keer naar de Leeskliniek toe. En door hem volgens de uitgangspunten van de Leeskliniek te behandelen, wordt gezocht naar nieuwe aanknopingspunten.

HET ONTBREKEN VAN VAARDIGHEDEN
Joost blijkt nauwelijks (meer) in staat te zijn om woorden zelfstandig te ontsleutelen en te synthetiseren. Bij navraag geeft hij aan de RALFI-teksten geheel uit het hoofd te leren. Daardoor kan hij, zónder de tekst voor zich te hebben, een tekst tóch “lezen”.
Het is zeer begrijpelijk, dat de begeleiders van Joost hebben gekozen voor deze methodiek. Want Joost zou dan eindelijk teksten kunnen lezen, die wat meer aansluiten bij zijn interesse en denkniveau. Maar hoewel het dus begrijpelijk is, ontbreken bij Joost de vaardigheden, die voorwaarden zijn bij de RALFI-methode.

Tips voor gerichte instructie

Op school wordt met Joost verder gewerkt, aan de hand van de volgende tips voor gerichte instructie bij ernstige leesproblemen:
Duidelijkheid
Vertel het kind – voorafgaand aan een leesoefening – wat hij/zij moet doen. Bij het lezen van bijvoorbeeld clusterrijtjes is het doel, om zo veel mogelijk woorden in één keer te zeggen (directe woordherkenning). De instructie zou kunnen zijn: “Hier zie je een rijtje met vijf woorden. Die woorden lijken op elkaar: het laatste stukje is steeds hetzelfde. Dat helpt je om zo veel mogelijk woorden in één keer te zeggen. Dat is de bedoeling: lees zo veel mogelijk woorden in één keer.”
Feedback
Geef feedback op de instructie, die u gegeven hebt: “Goed zo! Je las drie woorden in één keer goed.” Of bij het lezen van een tekst: “Prima! Ik had je al verteld, dat ik tevreden zou zijn, als je vier fouten in dit stukje tekst zou maken. Je hebt de moeilijke woorden goed gehakt en geplakt. En daardoor heb je nu maar één fout!”
Succeservaringen
Organiseer succeservaringen, die het kind aan zijn/haar eigen inspanning kan toeschrijven. “Ik ben dik tevreden, als je in dit stukje tekst … fouten maakt.” (Maak een reële inschatting.) “En als je zélf hoort, dat de zin niet klopt en je verbetert hem door het woord of de zin nóg eens te lezen, dan telt de fout natuurlijk niet mee.”
Herhaling
Herhaal uw instructie en veronderstel niet, dat het kind die instructie na twee of drie keer wel weet. De moeilijkheden met automatiseren zijn een van de redenen waarom er sprake is van leesproblemen.
Volwaardige gesprekspartner
Beschouw het kind als een volwaardige gesprekspartner. Als de inhoud van de leesbegeleiding u voor een dilemma stelt, leg dan exact datzelfde dilemma voor aan het kind zelf. U zult versteld staan van de inspirerende antwoorden!

Eigenwaarde

In tien weken tijd is met het voorafgaande een begin gemaakt. Vooraf is Joost uitgebreid ingelicht over de voor- en nadelen van het aanbod. Want het is nogal wat, als je zo’n stap terug moet doen. De beoogde vaardigheden worden immers aangeleerd in groep 3 en 4!
Joost wordt in deze periode beschouwd als een volwaardige gesprekspartner. Zijn argumenten zijn gelijkwaardig aan die van de behandelaar.
Deze werkwijze ondersteunt een belangrijk uitgangspunt van de behandeling: Joost moet óók zelfstandig aan de slag kunnen met leesteksten. Door hem voortdurend te vertellen wat hij moet doen om een woord te kunnen ontsleutelen, stijgt het niveau van competentie en daarmee de eigenwaarde.

Tot slot

De school heeft met deze aanvullende inzichten de draad weer op kunnen pakken. Vanuit de verte blijft de Leeskliniek – via de webcam – meedenken en adviseren. De problematiek van Joost is ernstig. Maar met elkaar komen we steeds een stap verder!

Voor meer informatie over de Leeskliniek verwijs ik u naar: cedgroep.nl. Daar kunt u een folder downloaden, met daarin alle informatie voor ouders en leerkrachten over de diagnostiek en behandeling van ernstige leesstoornissen.