Het is een bekend verschijnsel, dat mensen niet zomaar iets voor zoete koek aannemen. Zeker niet als het gaat om de zorg voor hun kind. Het lijkt wel, alsof er een directe zenuwverbinding bestaat tussen het hart van een vader en een moeder en hun kroost. Soms leidt dat tot levensgeluk, maar soms roept het ook heftige, negatieve emoties op. Zeker wanneer ouders het idee krijgen, dat het welbevinden van hun kind in gevaar dreigt te komen. Dan worden zelfs de meest verlegen ouders strijdbaar. Het is een bijna reflexmatig en gezond mechanisme. Want wie kan er beter de belangen van je kind verdedigen dan jijzelf?

Het wordt lastiger wanneer u zich als leerkracht zorgen maakt over een leerling, terwijl de ouders uw zorgen niet delen. Goedbedoelde argumenten van uw kant, dat de situatie toch écht ernstig is, worden door vader of moeder weggewuifd, alsof het niet hun eigen kind betreft. Hoe kan dat toch? En hoe gaat u hiermee om?
En zo begint het derde artikel in de serie over bijzondere gesprekken met ouders, die in jaargang 29 van het Praxisbulletin zal verschijnen. Aflevering 3: als ouders de door u gesignaleerde problemen ontkennen.

Ivo

WERKHOUDINGSPROBLEEM
De leerkracht van Ivo, juf Saskia, maakt zich zorgen over de werkhouding van Ivo in groep 4. Al een paar maanden valt haar op, dat Ivo slechts met veel moeite zijn aandacht bij de les kan houden. Hij staart vaak dromerig uit het raam, rommelt wat in zijn kastje en schrikt op als Saskia hem onverwacht een vraag stelt. Pogingen van de juf om Ivo beter bij de les te houden, stranden jammerlijk. Wat Saskia ook doet – van belonen, via dreigen en straffen tot een time-out – het heeft allemaal maar kortdurend effect.
Nu ook de leerresultaten van Ivo hard achteruithollen, besluit ze, om de ouders uit te nodigen voor een gesprek. Saskia heeft een training in handelingsgericht werken gevolgd, dus wil ze de ouders graag als ervaringsdeskundigen betrekken bij deze situatie. Misschien kunnen zij vanuit de thuissituatie meedenken, om het werkhoudingsprobleem in de klas aan te pakken.

WAT NU?
In het oudergesprek blijken de ouders lacherig te doen over de werkhouding van Ivo. Moeder stompt vader op de schouder en grinnikt: ‘Ha, ha, de appel valt niet ver van de boom, he!’ Vader glimlacht en haalt zijn schouders op: ‘Geeft niks, dat gedroom in de klas. Dat had ik vroeger ook. En met mij is het ook goed gekomen, dus…’
Saskia is even van slag. Wat nu?

Wel doen en niet doen

MENTALE INSTELLING
Van belang is de mentale instelling van de leerkracht, waarmee die het oudergesprek ingaat. Deze houding bepaalt in grote mate hoe de leerkracht het gedrag van de ouders waarneemt, interpreteert en ermee aan de slag gaat. Maar ook wat de leerkracht uitstraalt naar de ouders toe.
Het uitgangspunt ik ben oké, jij bent oké kan een positieve insteek zijn voor het gesprek. Want zowel de leerkracht als de ouders hebben natuurlijk recht op een eigen mening, op respect en waardigheid. Ouders vinden het vaak moeilijk om kritiek te horen over hun kind of om te horen dat er sprake is van probleemgedrag. De ene ouder lost dat op door het probleem te ontkennen en de andere ouder wordt boos op de bemoeizucht van de school. De ene ouder gaat zeer kritische vragen stellen aan de leerkracht en de andere ouder gaat huilen. Achter al deze gedragingen gaan vaak gevoelens van onzekerheid en angst schuil.

VLUCHTGEDRAG EN WEERSTAND
Hier volgen enkele gedachten voor Saskia, die niet gaan werken:
– Ik blijf net zo lang argumenten aandragen, tot ze snappen wat ik bedoel.
– Ik doe net of er niets aan de hand is.
– Ik ga hier niet op in. Straks worden de ouders écht boos.
– Ik zal ze eens even laten zien met wie ze te maken hebben. Wat denken ze wel!
Deze gedachten leiden enkel tot vluchtgedrag bij de leerkracht of juist tot het uitlokken van weerstand bij de ouders. Beide consequenties leiden nergens toe.

c1ad69ae-c122-4aaa-8cee-0eb9444efa79_hoezoGeenProblemen1
PROFESSIONELE HOUDING
Wat kunnen we Saskia adviseren om wél te doen? Het advies aan Saskia is om een professionele houding aan te nemen. In dit verband geef ik u nu een aantal aandachtspunten en tips:
Herken
Herken emoties bij uzelf, die met u aan de haal kunnen gaan. Dus: gevoelens van irritatie, boosheid, ongeduld, enzovoort. Deze gevoelens hebt u, maar u bent ze niet! Probeer die gevoelens dan ook te «parkeren» en vanuit uw professionele denken te handelen.
Benoem
Benoem het gedrag van de ouders: dus wat u ziet aan hen of wat ze u vertellen. (‘Ik merk dat jullie het luchtig oppakken.’)
Accepteer
Accepteer, dat ouders mogen denken en zeggen wat ze willen, mits het maar fatsoenlijk gebeurt. Dat is hun volste recht. En bovendien: het is nog altijd hun kind!
Doseer
Blijf uit de machtsstrijd. Een overdaad aan argumenten van uw kant leidt vaak tot een ja, maar-reactie van de ouders.
Vraag
Wanneer ouders rond de hete brij heen blijven draaien, kunt u vragen: ‘Hoe ziet u de situatie met Ivo? Wat zou ú willen dat er gebeurt?’ Luister, vat samen wat ze vertellen, vraag door. Maak na hun verhaal duidelijk, op welke punten hun verhaal verschilt van uw verhaal.
Geef terug
Dooddoeners van ouders (zoals geuit door de vader van Ivo) kunt u meteen, maar wél vriendelijk «teruggeven». Een voorbeeld:

Ouders : ‘Dat had ik vroeger ook. Dat is allemaal goed gekomen.’
Leerkracht: ‘Fijn, dat het bij u goed is gekomen. Maar u en Ivo zijn twee verschillende personen. En ik maak me tóch zorgen over Ivo.’

Herbenoem
Probeer gedrag van de ouders, dat u als negatief ervaart, positief te herbenoemen. In het geval van de bagatelliserende houding van de ouders van Ivo zou u kunnen constateren: ‘Het zijn in ieder geval geen paniekzaaiers!’ Of bij ouders, die bewust ontkennen dat er problemen zijn, zou u kunnen constateren: ‘Deze ouders zijn er nog niet aan toe. Ze hebben moeite om de problemen te accepteren. En dat kost tijd.’ Het kan zorgen voor een mildere houding naar de ouders toe, waardoor negatieve emoties minder vat op u hebben.
Geef voorbeelden
Geef nog enkele concrete voorbeelden aan de ouders van dingen, waar u zich zorgen over maakt. Maar stop ermee, als u merkt, dat ouders daar geen boodschap aan hebben.
Constateer
Blijven ouders de zorgen van u naast zich neerleggen? Dan sluit u het gesprek af met deze constatering. Dat is prima, hoe jammer u het ook vindt. Maar het is een professionele taak van de leerkracht om het initiatief te blijven nemen. Dus maak meteen een vervolgafspraak voor over drie weken.
Verzamel
Houd de komende weken een logboekje bij, om concrete voorbeelden van probleemgedrag bij de leerling (en uw begeleiding daarbij) te verzamelen. Geef een samenvatting hiervan op het volgende oudergesprek.
Maak een verslag
Maak een gespreksverslag van het oudergesprek in het schooladministratiesysteem.
Schakel in
Betrek de IB’er (interne begeleider) – en in een later stadium eventueel de directie – erbij.

Helder optreden

Uiteraard kan het voorkomen, dat er bij een leerling sprake is van gedrag, dat niet te tolereren is. Bijvoorbeeld: agressief gedrag. Of er is sprake van een crisissituatie. Wanneer ouders in dat geval het gedrag bagatelliseren of ontkennen, ontstaat er een onveilige situatie. De leerling, de groep, uzelf en anderen zijn gebaat bij een helder optreden van de school.
De leerkracht heeft hier de steun nodig van de IB’er en de directie. En bovendien kan er in zo’n geval gebruik worden gemaakt van externe hulp vanuit het samenwerkingsverband (leerplichtambtenaar, sociaal verpleegkundige, schoolmaatschappelijk werk, enzovoort). Maar ook dan blijven geduld, empathie en openheid naar ouders toe wenselijk!

Tot slot

Tot slot nog een overpeinzing: spiegeltje, spiegeltje aan de wand… Sommigen zijn er stellig in: wat je zaait in een gesprek, oogst je. Dus: met welke instelling gaat u het volgende oudergesprek in? Kunt u deze instelling vasthouden? En wat heeft dat tot gevolg?

Veel succes!