Op zoek naar een fietssleuteltje belandt een groepje kinderen op een onbewoond eiland. Met de hulp van haaien en een reuzenspin weten de kinderen een schat te bemachtigen uit de handen van piraten. Als de kinderen in hun eigen omgeving terugkomen, lijken fantasie en werkelijkheid een beetje door elkaar te lopen…

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Muziek

Synopsis

Het verhaal Een buis in de grond begint in het eerste bedrijf op een bouwterrein van een stad, ergens in Nederland. Zwoegende bouwvakkers staan toe dat enkele kinderen uit de buurt daar een weggeraakt fietssleuteltje zoeken. Ongelukkigerwijs gaat een ekster ervandoor met het sleuteltje.
Via een ongebruikte rioolbuis komen de kinderen – in het tweede bedrijf – terecht op een onbewoond eiland, ergens in een oceaan, waar ze haaien en een reuzenspin ontmoeten en op het nippertje uit handen blijven van een bende woeste zeerovers. In het vierde bedrijf krijgen de kinderen eindelijk het fietssleuteltje te pakken en komen ze tegelijk in het bezit van de piratenschat.
Het vijfde bedrijf laat zien hoe de kinderen terugkeren naar hun eigen stad en ontdekken dat avontuur en het gewone leven soms sterk met elkaar verweven zijn.
Het stuk wordt verlevendigd met vier liedjes, die door hun soms bekende melodie voor een extra hilarisch effect zorgen.

Suggesties voor meer spektakel

De kern van het verhaal wordt gevormd door het toneelspel en de zang van de spelers. Andere podiumactiviteiten kunnen worden ingepast, maar mogen niet te veel de aandacht van de verhaallijn wegnemen. Mogelijke toevoegingen zijn bijvoorbeeld:
– Acrobatiek door de grondwerkers, die zich zó vervelen, dat ze capriolen uithalen met hun gereedschap en met elkaar: eerste bedrijf.
– Een vogeldans, waarna de ekster als laatste achterblijft en het fietssleuteltje vindt: eerste bedrijf.
– Als onderdeel van hun toeristenbusiness blijken de haaien ook te kunnen goochelen en variéténummers te kunnen presenteren: tweede bedrijf.
– Sommige piraten kunnen moppen tappen: derde bedrijf.
– Een piraat heeft een echte papegaai en voert hiermee een grappig tweegesprek. De papegaai is een buikspreekpop: derde bedrijf.
– De komst van de reuzenspin kan worden voorafgegaan door een marionettenballet van kleinere spinnen: derde bedrijf.
– De kinderen overnachten op het eiland. ´s Avonds proberen ze sterrenbeelden te herkennen, die met een projector of beamer op het achterdoek worden afgebeeld. Dit kan eventueel in quizvorm worden gepresenteerd: derde (of vierde) bedrijf.

Belangrijkste rollen in het verhaal

• Een groepje grondwerkers.
• Een groepje kinderen.
• Ekster.
• Kind dat ekster zoekt.
• Twee of drie haaien.
• Minimaal twee piraten.
• Piraat zonder papegaai.
• Reuzenspin.
• Opzichter (eventueel ook te spelen door de “piraat zonder papegaai”).

Het verhaal in bedrijven en scènes

Eerste bedrijf

Decor
Wijk in aanbouw, een berg zand waaruit een stuk rioolbuis steekt, een veiligheidslint of -hek.

Scène 1
Op een bouwterrein is een groepje grondwerkers aan het graven. Het is saai, zwaar werk en dus pauzeren ze regelmatig om commentaar te leveren op het graafwerk, op elkaar, de omgeving (én de zaal). Ze zingen sloom en verveeld hun Grondwerkerslied.
» Zie: liedje 1.

Scène 2
Enkele kinderen vragen aan de werkers of ze op de bouwplaats even mogen zoeken naar het fietssleuteltje, dat ze hier hebben verloren. Het is al laat in de middag en de werkers willen naar huis. Maar de kinderen mogen tóch nog gaan zoeken op de bouwplaats. Als ze maar voorzichtig zijn en geen kattenkwaad uithalen!

Scène 3
Tijdens het zoeken vinden de kinderen een oude rioolbuis, die half uit de grond steekt. De buis ziet er vies en ook wat griezelig uit. De kinderen durven er niet in te kruipen.

Scène 4
Dan zien ze het fietssleuteltje liggen. Maar op hetzelfde moment hipt er een ekster voorbij, die het glimmende sleuteltje oppikt en ermee in de buis verdwijnt. Verontwaardigd proberen de kinderen de ekster te lokken, maar de vogel komt niet meer terug.

Scène 5
Opeens horen de kinderen iemand roepen om de ekster. Er komt een kind aan, dat naar zijn (of haar) ekster vraagt. De kinderen vertellen wat er zojuist is gebeurd. Met elkaar besluiten ze om tóch maar de ekster achterna te gaan, de enge rioolbuis in!

Tweede bedrijf

Decor
Een verlaten tropisch eiland, een heuvel waaruit een stuk rioolbuis steekt, struikgewas, zee met branding en wrakhout.

Scène 6
De rioolbuis komt aan het andere eind uit op een onbekend eiland, midden in de oceaan. Als de kinderen eruit kruipen, is de ekster nergens te bekennen. De kinderen gaan op onderzoek uit en vragen zich af of er mensen of dieren op het eiland leven. Zouden hier ook haaien zijn?
Meteen wil niemand meer pootjebaden. En op hetzelfde moment steken drie haaien hun koppen boven het water uit en groeten jolig: “Haaaaiii!!”

Scène 7
De haaien leggen uit dat ze het eiland moeten bewaken voor een bende piraten, die er hun schatten bewaren. Maar omdat ze er haast niks mee verdienen, zijn de haaien stiekem een winkeltje begonnen, waar je haaienvinnensoep en hightechapparaten kunt kopen.
De kinderen zijn nieuwsgierig naar de apparaten. Uit een koffertje halen de haaien een miniradar voor op vakantie tevoorschijn. Maar ja, hij doet het niet, want nieuwe batterijen zijn nergens te krijgen op het eiland.

Scène 8
Toevallig heeft een van de kinderen een computerspelletje bij zich. Het batterijtje wordt eruit gehaald en in de radar gestopt. Een lampje gaat branden. En op het beeldscherm zien ze een bliepje. Wat is dat? O, dat is zeker een schip!

Scène 9
Ongeïnteresseerd duiken de haaien weer de zee in. De kinderen vermoeden dat de piraten eraan zullen komen en verstoppen zich snel.

Scène 10
Even later arriveren de piraten. Ze doen stoer en roverachtig en zingen een angstaanjagend Piratenlied.

Derde bedrijf

Decor
Het decor van het derde bedrijf is identiek aan het decor van het tweede bedrijf. Zie daar.

Scène 11
De piraten hebben een schatkaart bij zich, om de schat te zoeken, die ze een maand geleden hebben begraven. Eén piraat wordt telkens gepest, omdat hij geen papegaai heeft en de anderen wel. Terwijl de piraten de schat opgraven, loopt de “piraat zonder papegaai” te mopperen, dat hij óók een papegaai wil. Want dat hoort toch bij zeerovers?

Scène 12
Dan hipt de ekster tevoorschijn. Bijna was een van de kinderen opgesprongen. Maar de anderen kunnen hem (of haar) nog net tegenhouden. Want stel je voor, dat de piraten hen zouden vinden!

Scène 13
De “piraat zonder papegaai” ziet de ekster met het glimmende sleuteltje nog in zijn snavel en wil hem vangen. Dat is nog eens een echte piratenvogel! Nog veel mooier dan zo’n gewone papegaai!
De andere piraten houden hem tegen, want de “piraat zonder papegaai” moet de schat naar het strand brengen. En als hij daar dan tóch is, moet hij de haaien roepen, want alle piraten hebben trek in een kopje haaienvinnensoep. Ze komen zo, want ze moeten nu eerst vergaderen.

Scène 14
De ekster is inmiddels verder gehipt. En dus sjouwt de “piraat zonder papegaai” de schat dan maar naar het strand. De andere zeerovers gaan tussen de struiken luidruchtig liggen snurken.

Scène 15
De kinderen overleggen fluisterend wat ze moeten doen. Ze krijgen die ekster nooit te pakken met die piraten in de buurt. Hadden ze maar iets om de ekster te kunnen vangen. Een groot net of zo…

Scène 16
Zei daar iemand “nét”? Met een akelige stem kruipt een enorm monster tevoorschijn. De kinderen schrikken zich lam. Eén kind mompelt: “Stil! Maak de piraten niet wakker! Wat is dat voor een ding, joh?”

Scène 17
Het monster blijkt een geweldige spin te zijn. Het beest stelt zichzelf voor door het Spinnenlied te zingen.

Vierde bedrijf

Decor
Het decor van het vierde bedrijf is identiek aan het decor van het tweede (en derde) bedrijf. Zie daar.

Scène 18
Nadat de kinderen hebben uitgelegd wat er aan de hand is, weeft de spin een net, waarmee de ekster gevangen kan worden.

Scène 19
Gewapend met dit net gaan de kinderen daarna op zoek naar de ekster. De piraten blijven achter en snurken nog steeds als wilde zwijnen.

Scène 20
De ekster komt aanvliegen en gaat zitten op een aangespoeld stuk wrakhout, net op het moment dat de “piraat zonder papegaai” aan komt lopen met de schatkist. Hij zet de kist neer en besluipt de ekster. Dan hoort hij de kinderen en verstopt hij zich.

Scène 21
De kinderen zien de ekster en lokken hem met lieve woordjes. Ten slotte gooien ze het vangnet over hem heen. Als ze hem én het fietssleuteltje willen meenemen, komt de “piraat zonder papegaai” tevoorschijn. Hij wil de ekster hebben. Die hebben de kinderen keurig voor hem gevangen.
De “piraat zonder papegaai” bedreigt de kinderen en stapt dichterbij. De kinderen bibberen van angst en denken dat hun laatste uurtje heeft geslagen. Een van de kinderen zegt benauwd: “Waarom moest jij nou ook zo nodig terug om je fietssleuteltje te halen?”

Scène 22
De “piraat zonder papegaai” zet nog één stap naar de kinderen toe. Maar dan schieten opeens de haaien uit het water. Ze grijpen de piraat en sleuren hem zonder pardon de zee in.
In drie happen is hij opgegeten. Alleen zijn laarzen worden door de haaien teruggespuugd op het strand.

Scène 23
Verbaasd en opgelucht pakken de kinderen de ekster en besluiten de schatkist én de laarzen van de piraat eveneens mee te nemen als souvenirs. Wie weet, zit die kist vol met goud en juwelen en zijn ze nu hartstikke rijk!

Scène 24
De kinderen kruipen weer terug in de rioolbuis.

Vijfde bedrijf

Decor
Het decor van het vijfde bedrijf is identiek aan het decor van het eerste bedrijf. Zie daar.

Scène 25
Als de kinderen op het bouwterrein uit de buis komen, worden ze opgewacht door een opzichter van de bouw, die hen bars wegstuurt. Ze mogen daar helemaal niet komen! “Wegwezen kwajongens, rekels, schavuiten!” roept hij boos.
De opzichter lijkt trouwens wel heel erg op die ene piraat van het eiland, die “piraat zonder papegaai”! Zijn kleren, zoals hij praat, zijn pet…
Dan merkt de man de laarzen op, die de kinderen hebben meegenomen vanaf het eiland. Hij zegt: “Die zijn van mij. Hoe komen jullie daar aan? Geef terug!” De opzichter trekt de laarzen aan en loopt stampvoetend weg, de kinderen stomverbaasd achterlatend.

Scène 26
Dan proesten de kinderen het uit. Wat kan hen die laarzen nu schelen? Ze hebben de ekster gevangen, ze hebben het sleuteltje teruggevonden én ze hebben een échte piratenschat!

Scène 27
Juichend zingen de kinderen een lied tot besluit van dit avontuur: Sleutel tot avontuur.

Suggesties voor rekwisieten en decorstukken

Eerste en vijfde bedrijf

Het eerste bedrijf en het vijfde bedrijf hebben hetzelfde decor. Ik noem de volgende rekwisieten en decorstukken:
– Rioolbuis. De opening die niet zichtbaar is, komt uit tussen de coulissen. Gebruik spelhoepels uit de onderbouw als frame, met daaromheen soepel karton. Denk aan een dikke rand aan de voorzijde (de zogenaamde dikte van het beton).
– Zo mogelijk één of twee – als zandhoopje of met onkruid gecamoufleerde – teiltjes met echt zand.
– Voldoende spades en bouwhelmen voor de grondwerkers.
– Fietssleuteltje.
– Afzetlint tussen twee paaltjes (of iets dergelijks).
– Kartonnen panelen, met daarop silhouetten van hijskranen, huizen in aanbouw, enzovoort op de achtergrond.
– Schatkist.
– Opvallende laarzen en pet van de “piraat zonder papegaai”/opzichter.
– Ekster. Deze speler draagt een zwarte maillot, een wit shirt, een kort, zwart jasje, met korte mouwen (of zonder mouwen). Hij (of zij) heeft een zwarte snavel, draagt een muts met een zwarte kuif en heeft langs de mouwen “vleugels” van zwarte, afhangende veren. Ook draagt hij (of zij) bij voorkeur witte, lange handschoenen. Een opwippende staart kan gemaakt worden van zwart gespoten schuimrubber.
» Zie voor details: figuur 1(ekster).
26-05-08-01
Ekster.

Tweede, derde en vierde bedrijf

Het tweede, derde en vierde bedrijf hebben hetzelfde decor. Ik noem de volgende rekwisieten en decorstukken:
– Rioolbuis. De opening die niet zichtbaar is, komt uit tussen de coulissen.
– Los zetstuk, met daarop de afbeelding van struikgewas.
– Stoel (of kist of krukje), gecamoufleerd als wrakhout.
– De achtergrond bestaat gedeeltelijk uit de zee met een horizon en gedeeltelijk uit de contouren van het eiland.
– Vóór op het podium staat een zetstuk, met daarop een afbeelding van golven en branding, waarachter de haaien omhoogkomen. Dit zetstuk staat uiteraard aan dezelfde kant van het podium, waar ook de achtergrond zee met horizon staat.
– Koffertje.
– Miniradar.
– Computerspelletje, batterijen.
– Spades voor de piraten. In dit verband kunnen eventueel de gecamoufleerde teiltjes met echt zand weer worden gebruikt.
– Schatkaart.
– Drie haaien. De haaien komen omhoog vanachter een decorpaneel, waarop golven zijn afgebeeld. Zet een bankje (of iets dergelijks) achter dit paneel, waar de haaienspelers tijdens het spelen op kunnen zitten. Dat is wat comfortabeler voor de kinderen.
De haaien hoeven slechts vanaf hun middel verkleed te zijn. De spelers dragen bijvoorbeeld grijze, nauwsluitende shirts, met lange mouwen.Op hun rug hebben ze de bekende, opvallende haaienrugvin (van stevig karton). Maak een kokervormige muts (met een stompe punt) en beschilder die als haaienkop. Denk aan de “kieren”, die haaien aan de zijkant van hun kop hebben. Haal een ovaal uit de koker, waarbij bij het dragen van de koker het gezicht van de speler vrij wordt gelaten. Deze opening (met een ovale vorm) vormt de bek. Dus langs de rand van de bek komen veel flinke, scherpe tanden. Het gezicht van de spelers kan worden geschminkt in de kleur van de haaienkop (of kan worden bedekt met een afgeknipte panty, in de kleur van de haaienkop).
» Zie voor details: figuur 2 (haai).
26-05-08-02
Haai.

– Reuzenspin. Het is het mooist als zo veel mogelijk onderdelen van de reuzenspin in dezelfde kleur of kleurschakeringen (bijvoorbeeld paars en rood) gemaakt worden. Zwart kan ook, maar is wel wat saai. Maak details van de kop (zoals ogen, voelsprieten en bek) in contrasterende kleuren. Maak extra ledematen van oude maillots of panty’s, eventueel verstevigd met een ijzerdraadframe.
» Zie voor details: figuur 3 (reuzenspin).
– Vangnet.
– Schatkist met inhoud.
– Opvallende laarzen en pet van de “piraat zonder papegaai”/opzichter.

26-05-08-03

Reuzenspin.

Suggesties bij het aanleren van de liedjes

Algemeen

– Oefen de liedjes meteen met muziekbegeleiding. Het is ideaal als iemand live op gitaar, piano of keyboard zou kunnen meespelen. Is dat niet haalbaar, laat dan de begeleiding op een bandje (of cd) zetten en houd dit bandje (of die cd) altijd bij de hand. Dat is ook praktisch als uw eventuele duopartner met de groep gaat oefenen.
– Het is een leuk begin van de ochtend of de middag als u de liedjes even doorneemt. Herhalen, herhalen, herhalen, is hier de boodschap. Door de liedjes vaak te zingen, blijven de melodietjes bijna automatisch hangen.
– Bij de podiumproductie Een buis in de grond horen vier korte liedjes, waaronder een slotlied. Succes verzekerd, wanneer u uw leerlingen na het laatste refrein van het slotlied luidkeels laat juichen. Deze ontlading verhoogt het enthousiasme en is voor het publiek een duidelijk signaal, dat het verhaal nu echt afgelopen is!

Aandachtspunten

• Grondwerkerslied (liedje 1)
Het Grondwerkerslied is het eerste liedje, gezongen op de bekende melodie Opa Bakkebaard. Dit lijkt wat kinderachtig voor de betreffende leeftijdsgroep. Maar hier is speciaal voor gekozen om de gespeelde scène “sullig” te kunnen neerzetten.

• Piratenlied (liedje 2)
– Het Piratenlied is gebaseerd op de popsong Proud Mary, in de variant van Ike & Tina Turner. Deze versie begint langzaam (bijna in gesproken vorm) en gaat daarna over in een snel gedeelte. Het Piratenlied eindigt wel weer langzaam. Dit is bij de tekst aangegeven.

• Spinnenlied (liedje 3)
– Het Spinnenlied dient gezongen én gespeeld te worden met een Zuid-Amerikaans karakter. Eventueel kunnen de kinderen dit lied begeleiden met schudinstrumentjes.
Tip. Maak van karton grote, holle schelpen en vul die met een handje ongekookte rijst. De schelpen worden tijdens het zingen van het lied “gevonden” op het eiland en kunnen ter plekke als ritme-instrument gebruikt worden.

• Sleutel tot avontuur (liedje 4)
– Sleutel tot avontuur is een liedje, op de melodie van Whiskey in the jar, een “traditional” van onder andere Thin Lizzy en The Dubliners.
Tip. Videoclips zijn te vinden op YouTube.com.

Liedje 1

Grondwerkerslied

Melodie: Opa Bakkebaard
Tekst: Dick de Haan

1
Allen (sloom, verveeld)
Op dit D stukje grond komen huizen. Komen huizen, omdat het A moet.
Daarom A staan wij hier te graven, want de grond is nog niet D goed.

Grondwerker 1
Ik D schep G de D prut op een A hoopje, op een D hoopje.
Ik D schep G de D prut. Zo A maak ik een D put.

2
Allen
Op dit D stukje grond komen huizen. Komen huizen, omdat het A moet.
Daarom A staan wij hier te graven, want de grond is nog niet D goed.

Grondwerker 2
En D ik G help D mee met het A scheppen van de D bagger.
En D ik G help D mee. ´t Is A vies en ´t is D veel.

3
Allen
Op dit D stukje grond komen huizen. Komen huizen, omdat het A moet.
Daarom A staan wij hier te graven, want de grond is nog niet D goed.

Grondwerker 3
De D klus G moet D klaar. Daarom A help ik hen met D scheppen.
De D klus G moet D klaar. Maar ‘t A werk is heel D zwaar.

Liedje 2

Piratenlied

Melodie: Proud Mary (versie: Ike & Tina Turner)
Tekst: Dick de Haan

1 (Rustig)
Ik kon op school zo goed leren.
Mijn vader en mijn moeder waren trots op mij.
Ik was altijd braaf en eerlijk en zo aardig.
En wie een feestje gaf, vroeg mij erbij.

2
Maar als ik sliep, was ik anders.
Dan droomde ik van vechten en op rooftocht gaan.
De meester van groep vijf was de eerste die het doorhad.
Hij zag een keer mijn droom in mijn verhaalschrift staan.

Refrein
Ik had alles opgeschreven.
Ik wilde graag mijn hele leven
Roven…, Roven…, Roven in een bootje.

3 (Snel)
Moeder, we zijn nu piraten.
Dus kijk nu maar uit, als je zwemt in zee.
We trekken zo je boot en je zwembroek naar beneden.
We leggen in je navel nog een knoop of twee.

Refrein
We kunnen maar één ding beloven:
we gaan je heel erg beroven.
Kijk uit, wij roven…, roven…,
roven in een bootje!

(Langzaam laatste melodieregel herhalen)
Roven…, roven…, roven in een bootje!

Liedje 3

Spinnenlied

Tekst & muziek: Dick de Haan

De geluidsbestanden van dit lied vindt u in de lijst bovenaan dit artikel.

1
Ik ben een spin. Kijk maar naar mijn acht poten.
Ik weef mijn web in de herfst wel het meest.
Wij spinnen zijn er met kleine en grote.
Ik ben niet eng, maar een vriendelijk beest.

Refrein
Ik ben een spin, padoeba, padiba.
Een dikke spin, padoeba, padee.
Ik slaap het liefst in het haar van je oma.
Hier kom ik aan. Langs mijn draad naar benee.

2
En spinnespin, draadje hier, draadje verder.
Een grote bocht en een lijntje opzij.
En spinnespin, wat een web, wat geweldig.
Het is een wonder, dat weefsel van mij!

Refrein
Ik ben een spin, padoeba, padiba.
Een dikke spin, padoeba, padee.
Ik slaap het liefst in het haar van je oma.
Hier kom ik aan. Langs mijn draad naar benee.

Refrein door allen
Zij is een spin, padoeba, padiba.
Een dikke spin, padoeba, padee.
Ze slaapt het liefst in het haar van je oma.
Hier komt ze aan. Langs een draad naar benee.

Liedje 4

Sleutel tot avontuur

Melodie: Whiskey in the jar
Tekst: Dick de Haan

1
We zochten naar een sleutel. Maar voor we ‘t wisten, zaten
we plotseling op een eiland tussen haaien en piraten.
Het scheelde maar een haartje of het was slecht afgelopen.
Maar zijn net op ’t nippertje door die buis weer teruggekropen.

Refrein
Van je boem, tsjakkedoem, tsjakkedee!
Het was een mooi verhaal. We deden ‘r allemaal
met veel plezier aan mee.

2
Verlies je ooit de sleutel van je fiets? Ga dan niet treuren.
Gebruik je fantasie en laat een avontuur gebeuren.
Natuurlijk kom je vast wel weer je fietssleuteltje tegen.
Maar heb je ‘r, net als wij, ook nog een schatkist bij gekregen?

Refrein
Van je boem, tsjakkedoem, tsjakkedee!
Het was een mooi verhaal. We deden ‘r allemaal
met veel plezier aan mee.

Refreinmelodie herhalen
Van je boem, tsjakkedoem, tsjakkedee!
Dit was ons avontuur. ‘t Heeft lang genoeg geduurd.
We stoppen er nu mee!

Reacties

Mike de Wit (OBS De Straap, Helmond): “Het leek me leuk om de volgende link aan jullie te mailen: www.youtube.com/watch?v=8jXkWrGVPbg. Het betreft een optreden op een open podium, gebruikmakend van de tekst van het Piratenlied.”

Anne Klaver: “Geweldig, het boek “Speel je rol!”, mét de muziek die te downloaden is. Het was een hele klus, maar ik heb ze nu voor onze “Praxis-bieb” op school op cd staan. Jammer vind ik het wel, dat het Piratenlied,op de melodie van “Proud Mary”, geen muziek heeft gekregen. Het zou héél gaaf zijn als dat wel zo was, want waarschijnlijk heeft niemand een versie zonder zang van Ike & Tina Turner. Weten jullie of dat nog gerealiseerd kan worden? Dan wordt het helemaal top!”

Antwoord webmaster: “Omdat op het lied “Proud Mary” copyright berust, is het voor ons niet mogelijk om de muzieknotatie en/of de melodie ervan op de Praxisbulletin-site te plaatsen. Maar er bestaan wel karaokeversies van het lied. Zo kun je bv. op www.karaoke-version.com/mp3-backingtrack/tina-turner/proud-mary.html drie versies downloaden (voor een luttel bedrag), waaronder een zonder vocals.”