Praktisch maandblad voor primair onderwijs
Home Team Doe meer met een handige strategie

Doe meer met een handige strategie

team

1028

Kennismaking met vier denkstrategieën, die kinderen bij de les betrekken én houden. Met voorbeeldles begrijpend lezen.

Stelt u zich een groep 4 voor. De AVI-niveaus in de klas lopen flink uiteen. Bij begrijpend lezen gaat het in deze les om het letterlijke begrip van de tekst. Hoe kunt u een les geven met opdrachten, die voor ieder kind uitvoerbaar zijn? Alle kinderen buigen zich over dezelfde leestekst. Met toewijding en precisie lezen ze gezamenlijk de tekst. Leesbegrip zet aan tot denken over wat je al wist, wat je nog niet wist en wat je moet onthouden. Kinderen delen met elkaar de informatie, die ze uit de tekst halen. Ieder kind levert zijn/haar bijdrage aan het begrijpen van de tekst. Ze hebben elkaar nodig.In de les gebruikt u strategieën, die kinderen bij de les betrekken én houden. U demonstreert de leesvaardigheid. U geeft kinderen de gelegenheid om de leesvaardigheid te oefenen en toe te passen. En de kinderen vragen zich af met welke oefeningen zij hun voordeel kunnen doen…

Denkstrategieën

In dit artikel maakt u kennis met een viertal denkstrategieën:

U schept een klimaat voor het denken (1).
U geeft les in de vaardigheden van het denken (2).
U geeft vorm aan het leren met denken (3).
En u denkt na over het denken (4).

Aan elk van deze strategieën kunt u een les wijden. Maar u kunt de verschillende strategieën ook naast elkaar in één les toepassen. Het is van belang om het doel van de leesles voor ogen te houden: welke informatie halen de kinderen uit de tekst? In de voorbeeldles in dit artikel gaat het om details, die letterlijk in de tekst staan. Strategie en leesdoel bepalen het verloop van de les. U bent de oefenmeester, die voorbeelden geeft, die meedoet en aanmoedigt. En kinderen ontwikkelen het talent om te oefenen.

“De middelmatige docent vertelt.
De goede docent legt uit.
De zeer goede docent demonstreert.
De uitmuntende docent inspireert.”

(Citaat van William Arthur Ward, uit: Robert Fogerty, Hersenwerk in de klas.)

Nota bene
De genoemde strategieën zijn ontleend aan: Robin Fogerty, Hersenwerk in de klas, APS, Utrecht, 1999. Op de website treft u lesvoorbeelden aan, waarin de verschillende strategieën zijn verwerkt.

Opzet van de leesles voor groep 4

• Leesdoel: letterlijk tekstbegrip
• Uitdaging: leren oefenen
• Resultaat: gebruik maken van een handige strategie

Voorbereiding

• Technisch leesniveau
U kiest een tekst (verhalend en/of informatief). Het technisch leesniveau houdt het midden tussen de verschillende niveaus in de groep. Het is belangrijk, dat er voor alle kinderen iets van hun gading is in de tekst. Maak gebruik van teksten uit de schoolbibliotheek, teksten in tijdschriften, uit uw leesmethode of teksten, die door de kinderen zelf worden aangereikt.
• Leesdoelen
Voor de leesdoelen put u uit de handleiding van uw methode, de kerndoelen of uw schoolwerkplan. Het is belangrijk, dat kinderen weten wie hun leesmaatje is en dat ze gewend zijn om met elkaar samen te werken.
• Denkmodellen
Ieder lesdeel wordt afgesloten met het nadenken over wat je hebt geleerd, over wat je niet mag missen. Daarnaast leren de kinderen hoe ze hun voordeel kunnen doen met een strategie.
• Leestekst
Voor dit artikel koos ik een tekst uit de methode Goed Gelezen! (tweede versie) van Claudia de Boer (Groep 4, Blok 1, Les 3: Hoor jij dat ook?).

Nota bene

Voor het gebruik van modellen kunt u terecht op de website. Daar zijn voorbeelden van denkmodellen opgenomen. Gebruikers van de tweede versie van Goed Gelezen! herkennen de modellen als denkplaatjes. De complete leestekst staat op de website.

LESDEEL 1

Voorbereiding: het klimaat scheppen voor het denken

In deze les brengt u de kinderen in de sfeer van het verhaal. Het verzamelen van informatie over wat kinderen aanspreekt, past bij de kennismaking met een tekst. U leest het verhaal voor. Kinderen richten hun aandacht op details in de tekst. Bij wat ze onthouden, speelt persoonlijke voorkeur een belangrijke rol. Voor het verzamelen van de details kunt u een lijstje gebruiken. Dit model geeft structuur aan het denken. Ieder kind vult zijn/haar lijstje aan, met hulp van een leesmaatje.

Uitvoering: schep een oefenklimaat

• Verzamelen van details
• Model: lijstje
• Tekst: Hoor jij dat ook?
– U leest de tekst voor. De kinderen lezen de tekst mee en houden de tekst onder handbereik.
Opdracht:
Wat heb je onthouden van dit verhaal?
Schrijf vijf woorden op.
Zoek bij je leesmaatje nog drie andere woorden.
Schrijf die woorden op.
Bewaar het lijstje met de woorden.

– Na afloop herhaalt u de essentie van de les. Namelijk: het herinneren van details na het luisteren naar de tekst.
– Wat je niet mag missen: maak een lijstje van details, die je nog weet.
– Handig voor een volgende keer: zoek een leesmaatje, want samen vind je meer.

LESDEEL 2

Voorbereiding: lesgeven in het zoeken van informatie

De kinderen beschikken over hun lijstje met details, die ze verzameld hebben in lesdeel 1 . In deze klassikale les (lesdeel 2) richt u zich op het aanleren van vaardigheden. U demonstreert de strategie informatie zoeken. Door vragen en antwoorden leert u de kinderen informatie te zoeken en te vinden. Meer passende antwoorden zijn mogelijk. Denken doe je zelf. Een beetje begrijpen mag ook.

Uitvoering: oefen de vaardigheid “informatie zoeken”

• Ordenen en sorteren van details • Model: lijstje – U doet voor hoe de kinderen in de tekst en in hun lijstje kunnen zoeken. Ieder kind zoekt voor zichzelf de juiste antwoorden.

Wie zijn de personen?
Wie nog meer?
Staat het niet in je lijstje?

 

Loes.

Zoek het op in je lijstje.
Kleur het woord.
Zoek het op in je lijstje.Zoek het op in de tekst.
Schrijf het op je lijstje.

Wat doen die personen?
Wat nog meer?
Staat het niet in je lijstje?

Slapen.

Zoek het op in je lijstje.
Kleur het woord.

Zoek het op in je lijstje.
Zoek het op in de tekst.
Schrijf het op je lijstje.                

 Waar gebeurt het verhaal?

Waar nog meer?

Staat het niet in je lijstje?

(In) bed.

Zoek het op in je lijstje.
Kleur het woord.
Zoek het op in je lijstje.
Zoek het op in de tekst.
Schrijf het op je lijstje.

– U doet voor hoe de kinderen hun antwoorden kunnen ordenen. Ieder kind ordent voor zichzelf. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Bijvoorbeeld: wat hoort bij …? Wat hoort bij Ron? Kleur dat geel. Wat hoort bij Loes? Kleur dat groen. Bijvoorbeeld: wat hoort bij …? Wat hoort bij dief? Kleur dat rood. Wat hoort bij Loes? Kleur dat blauw. – Voor het sorteren bedenkt u tegengestelde categorieën. Zorg voor voldoende contrast, zodat kinderen aan het denken worden gezet. Inventariseer de antwoorden op het bord. Bijvoorbeeld: welke woorden passen bij “groot” en welke bij “klein”? Of: welke woorden passen bij “mooi” en welke bij “lelijk”? – Na afloop herhaalt u de essentie van de les. Namelijk: gericht verzamelen van informatie uit de tekst. – Wat je niet mag missen: stel jezelf vragen over de tekst en je vindt informatie. – Handig voor een volgende keer: maak je lijstje langer met nieuwe antwoorden.

LESDEEL 3

Voorbereiding: lesgeven in het samen leren

De kinderen beschikken over een lijstje met details, verzameld in lesdeel 1. In deze les (lesdeel 3) leren kinderen hoe je details met elkaar kunt vergelijken, door lijstjes naast elkaar te leggen. Samen met een ander leesmaatje dan in lesdeel 1 zoeken de kinderen naar overeenkomsten en verschillen. Op deze wijze krijgt het verhaal of de informatie een extra dimensie. Kinderen zoeken actief naar uitbreiding van hun kennis. Je ontdekt andere details. Je ziet nuances door er met je leesmaatje van gedachten over te wisselen. Je zoekt naar argumenten voor jouw keuze. Je leert je te verplaatsen in de keuze van je leesmaatje. Een boeiende ervaring!

Uitvoering: oefen samen

• Vergelijken van details
• Model: twee overlappende cirkels
– In tweetallen vergelijken de kinderen hun lijstjes. Met behulp van het model (2 overlappende cirkels) zoeken ze naar overeenkomsten en verschillen tussen details. De overeenkomstige details komen in het overlappende gedeelte.

Bijvoorbeeld: vergelijk de lijstjes van wat hoort bij Loes. Wat is hetzelfde? Wat is niet hetzelfde?
Of: vergelijk de lijstjes van wat je mooi vindt. Wat is hetzelfde? Wat is niet hetzelfde?

– Na afloop herhaalt u de essentie van de les. Namelijk: andere details vinden door informatie te vergelijken.
– Wat je niet mag missen: vergelijk je lijstje met dat van je leesmaatje.
– Handig voor een volgende keer: bedenk wat je wilt onthouden van je leesmaatje.

LESDEEL 4

Voorbereiding: lesgeven in nadenken en overdenken

De kinderen beschikken over details, die verzameld zijn in eerdere lessen. De tekst ligt onder handbereik. In deze les (lesdeel 4) denken kinderen na over hun lijstjes. Ze beoordelen wat ze willen onthouden van de tekst. Het gaat niet om een sluitende samenvatting. Door de keuze van de zinnen verwoorden kinderen hun begrip van de tekst.

Uitvoering: denk na over het oefenen

• Terug naar de tekst
– U sluit af met een individuele opdracht en/of een opdracht voor leesmaatjes.
– Individuele opdracht:

Wat wil je onthouden van het verhaal? Kies drie woorden. Bijvoorbeeld: Loes – tent – krak. Zoek de zinnen met die woorden. Lees de zinnen in de goede volgorde voor aan je leesmaatje.

– Opdracht voor leesmaatjes:

Wat willen jullie onthouden van het verhaal? Kies ieder drie woorden. Zoek de zinnen met die woorden. Lees de zinnen in de goede volgorde voor aan de klas. Doe het om de beurt.

– Na afloop herhaalt u de essentie van de les. Namelijk: onthouden van de tekst door de keuze van zinnen.
– Wat je niet mag missen: kies woorden en zoek de zinnen.
– Handig voor een volgende keer: bedenk wat jij zelf wilt onthouden.

Uitbreiding

Het Praxisbulletin-artikel beschrijft vier denkstrategieën met behulp waarvan u een begrijpend-lezenles vorm geeft. Ieder kind levert zijn bijdrage aan het begrijpen van de tekst. Ze hebben elkaar nodig. De strategieën die u gebruikt, betrekken én houden de kinderen bij de les. In deze internetuitbreiding vindt u voorbeelden van denkmodellen, de complete leestekst “Hoor jij dat ook?” en lesvoorbeelden waarin de vier beschreven strategieën zijn verwerkt.

Voorbeelden van denkmodellen

201004lijstjeModel lijstje

Een lijstje kun je gebruiken bij het verzamelen, ordenen en sorteren van details.

201004cirkels

 

Model cirkels

Cirkels kun je gebruiken voor het vergelijken van details. De details die met elkaar vergeleken worden staan in de cirkels. De overeenkomsten staan in het overlappende gedeelte. De verschillen blijven staan in beide cirkels.

Beide (denk)modellen zijn overgenomen uit de methode Goed Gelezen! (tweede versie).

Leestekst “Hoor jij dat ook?”

“Hoor jij dat ook?”
Loes zit in bed.
“Pssst, Ron.
Slaap je al?”
Loes geeft haar broer een duw.
“Ron toe.
Zeg nou wat.
Ik hoor iets voor de tent.
Ik ben bang!”
Ron gaapt.
“Ben jij bang?
Doe niet zo gek.
Het is hier niet eng.
En ik hoor ook niets.
Doeg, ik heb slaap.”

Loes weet het wel.
Wat Ron zegt, is waar.
Hun tent staat bij een boer.
Het is hier niet eng.

Krak, krak, krak.
“Ron! Ik hoor weer iets.”
Ron gaat uit bed.
Hij gluurt door een kier.
Loes rilt.
“Zie je wat?”
“Nee, Loes.”
“Er is vast een dief!”
Loes kruipt door de tent.
“Pap. Mam. Help, een dief!”

“Ja, ja. Ik kom al.”
Pap kijkt raar.
“Is er een dief?”
Loes knikt.
“Kom vlug, pap.”
Pap sluipt naar de rits.
Hij maakt de rits los.
“Mag ik de lamp?”
Mam komt er aan.
“Pas je wel op?”
Pap schijnt op de wei.
Hij kijkt rond.
Hij ziet al wat er is.
Pap lacht. “Loes!
Zie je die troep?
Die troep komt uit een zak.
De dief is een beest.
Hij heeft vast trek.
Ik heb een plan.
Pak vlug je jas, Loes.”

Claudia de Boer. Uit: Goed Gelezen! Groep 4, blok 1, les 3 (Malmberg, ‘s-Hertogenbosch).

Lesvoorbeelden voor het gebruik van strategieën

De keuze voor een bepaalde strategie hangt samen met het karakter van de oefening. U houdt rekening met het oefenklimaat, de vaardigheid die geoefend wordt, de interactie tijdens het oefenen en de reflectie na afloop van het oefenen. Het is de moeite waard om met elke strategie ervaring op te doen. De volgorde van de lesdelen 1 t/m 4 in dit voorbeeld is logisch, maar niet noodzakelijk. Met behulp van de verschillende strategieën kunt u zelf een les samenstellen.

Les met accent op klimaat

Lesdeel 1
Details verzamelen
(individueel/
tweetallen/
klassikaal)

Les met accent op klimaat en vaardigheid

Lesdeel 1 Lesdeel 2
Details verzamelen
(individueel/
tweetallen/
klassikaal)
Details ordenen en sorteren
(individueel)

Les met accent op klimaat en samenwerken

Lesdeel 1 Lesdeel 3
Details verzamelen
(individueel/
tweetallen/
klassikaal)
Details vergelijken
(tweetallen)

Les met accent op klimaat, vaardigheid, samenwerken en reflectie

Lesdeel 1 Lesdeel 2 Lesdeel 3 Lesdeel  4
Details verzamelen
(individueel/
tweetallen/
klassikaal)
Details ordenen en sorteren
(individueel)
Details vergelijken (tweetallen) Terug naar de tekst
(individueel/
tweetallen/
klassikaal)