De dramatheek: Wat gebeurt er in dit boek?

Inleiding

Drama en kinderboeken gaan goed samen. Veel kinderboeken zijn een mooie basis voor het maken van een voorstelling. Daarbij is drama het doel. Tegelijkertijd is drama een zeer effectief instrument om in te zetten bij activiteiten rondom leesbevordering. Drama is dan het middel. In deze serie van De Dramatheek zullen we ons vooral richten op dat laatste.
Door middel van het spelen van een of meerdere scènes uit een boek worden de leerlingen nieuwsgierig. Hoe zou dit boek aflopen? Hoe zouden wij willen dat het boek afloopt? Wat vinden we van de personages? Hoe zouden wij reageren als ons zou overkomen wat er in dit boek gebeurt? Het spelen van een scène is aanleiding tot het voeren van boeiende gesprekken in de klas, en zal ervoor zorgen dat het (voor)lezen van het boek extra spannend wordt.

In deze internetbijdrage vindt u de derde aflevering.

Het boek van deze maand

Ik en de rovers
Door: Siri Kolu
Uitgeverij Gottmer
ISBN 978-90-257-5055-8

Dit boek heeft in 2012 een zilveren griffel gewonnen. Het is een heerlijk (voorlees)boek voor de bovenbouw.

Het verhaal

Roos wordt uit de auto ontvoerd terwijl ze met haar ouders en haar zus op weg is naar hun oma. Ze wordt gekaapt door een familie van rovers. Meestal roven ze eten (vooral snoep), Barbies, kleding en andere dingen die ze nodig hebben. Nu hebben ze ook Roos meegenomen. De rovers stelen nooit geld. Geld (‘muizenscheten’) vinden ze niet interessant. Liever roven ze lekker veel snoep.
Hoewel Roos moet wennen aan het leven bij de rovers, vindt ze het ook wel interessant. In haar opschrijfboekje schrijft ze notities over het leven als rover. In het begin doet ze nog een poging om te ontsnappen, maar dat mislukt. Dan besluit Roos er maar het beste van te maken. Voor de zomer om is heeft ze bijna alles geleerd wat de rovers kunnen (vanuit een rijdende auto een andere auto beroven, messenwerpen, berekenen hoe lang het duurt om buit te vervoeren van de ene naar de andere auto, enzovoorts)

Roos leert de rovers goed kennen. Ze weet ook wat hun toekomstdromen zijn.
Een van de rovers, Carlo, is ongeveer even oud als Roos en wil het liefste naar school. Razende Karel (de vader) wil nooit met pensioen en is dol op het roversleven. Moeder Hilda zou eigenlijk ook wel af en toe in een gewoon bed willen slapen. Alex (het oudste roverszusje) wil heel graag roverhoofdman worden, of in ieder geval af en toe het commando voeren over het roversbusje.

Roos is slim. Ze weet dat ze na de zomer weer naar huis moet en naar school, maar ze houdt wel graag contact met de rovers. Voordat ze terug naar huis gaat verzint ze een plan waarbij alle rovers en zijzelf krijgen wat ze willen.

Het is de bedoeling dat de leerlingen uiteindelijk het boek lezen.
Opdracht 1 kunt u tijdens een eerste les doen, als alleen hoofdstuk 1 t/m 3 zijn gelezen. Voor opdracht 2 is het handig als de leerlingen het boek t/m hoofdstuk 7 hebben gelezen. Voor opdracht 3 moeten de leerlingen het boek bijna uit hebben.

Opdracht 1

Laat de leerlingen het eerste hoofdstuk lezen.
In het hoofdstuk maken we kennis met het gezin van Roos.
Vader en moeder zitten voorin de auto.
Roos zit met haar zusje Viola achterin en ze maken ruzie over snoep.

Laat de leerlingen in groepjes van vier een scène spelen waarin Roos met haar familie thuis aan tafel zit te eten. Hoe zou dat gaan denken ze?

(Later kunt u met de leerlingen bespreken of hun scène lijkt op wat er in het boek staat. In hoofdstuk 3 staat hoe het ontbijt in de familie van Roos eruit ziet: Viola typt sms’jes terwijl ze met haar vingers mee trommelt op de maat van haar iPod. Vader en moeder lezen allebei een stuk van de krant. Roos vindt het thuis altijd erg saai aan tafel.)

Lees uit hoofdstuk 3 een stukje voor waarin de rovers samen eten. Ze snaaien en graaien het eten van tafel, smeren overal mosterd op, praten door elkaar heen en eten met hun handen.

Laat de leerlingen nu in diezelfde groepjes spelen hoe het ontbijt bij de rovers eraan toe gaat. Wat bespreken rovers tijdens het eten?

Opdracht 2

Roos is behoorlijk kwaad omdat haar ouders niet echt veel moeite doen om haar terug te krijgen. Ondertussen begint ze het steeds leuker te vinden bij de rovers. Ze verzint de ‘perfecte meestermisdaad’.

De meestermisdaad bestaat uit twee delen. 1. een telefoongesprek en 2. een bezoekje aan een videotheek. De scène die de leerlingen gaan spelen bestaat dus ook uit twee delen.

Deel 1

Personages: Roos, vader, moeder.

Roos belt vanuit een telefoontoestel in een kiosk naar haar vader en moeder.
Haar vader herkent haar stem niet eens. Hij verwijst haar naar een speciaal telefoonnummer van de politie.
Pas als ze hem precies verteld hoe ze is ontvoerd weet hij dat het echt Roos is en roept hij zijn vrouw bij de telefoon. Ze voeren met zijn drieën een gesprek.

Roos: Luister goed. De boeven die mij hebben ontvoerd hebben mij nog een tijdje nodig. Ik wordt goed behandeld en krijg te eten. Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat ik zo goed wordt behandeld. Daar moeten jullie voor dokken.
Vader: Ja hoor, daar heb je het al. Nu gaan ze losgeld eisen.
Roos: Ze zijn niet achterlijk. Er wordt niet met geld geschoven. De politie zou dat zeker in de gaten houden.
Hier zijn de instructies:

Jullie gaan naar de videotheek waar we een rekening hebben.
Daar openen jullie een nieuwe rekening speciaal voor mij.

Moeder: Video’s? Willen je kidnappers video’s kijken?
Roos: Nee ik! Jullie vertellen dit niet aan de politie. Maar jullie gaan iedere week naar de videotheek en betalen daar mijn rekening, hoe hoog of hoe laag dat ook is.

Vader: Ik weet niet of dat wel lukt.

Roos: Dat lukt.
(zogenaamd doodsbang, alsof ze wordt bedreigd) Help! Doe dat wapen weg. Ik heb toch alles gedaan wat jullie me hebben opgedragen? Papa, mama, jullie moeten gehoorzamen. Ik verkeer hier echt in levensgevaar!
Moeder: Oh, mijn hemel.
Roos: Probeer mij niet te vinden, dan is de kans groter dat ik aan het eind van de zomer veilig terug kom.

(hangt op)

Deel 2

Personages: Roos, jongeman, een paar rovers.
Rekwisieten: een computer, een koptelefoon, papieren zakken. (De zakken volstoppen met wc-papier of krantenpapier zodat het lijkt alsof ze vol zitten)

Een paar rovers en Roos lopen de videotheek in. Achter de balie staat een jongeman.

Roos: Mijn naam is Roos Madelief de Ridder en mijn vader heeft hier een rekening voor me geopend.
Jongen: (doet koptelefoon af) He, watte?
Roos: (doet expres heel erg lief en schattig) Dat vond ik zo lief van pappie dat ‘ie dat wilde doen.
Jongen: Dat soort accounts hebben wij hier niet.
Roos: (slikt. wordt nerveus) Pleassse. Ik weet heeeel zeker dat het account bestaat.
Jongen: (kijkt in computer) Ja, toch! Goh!
Roos: (tegen andere rovers) Daar gaat ‘ie dan!

Roos en de rovers bestellen ontzettend veel verschillend snoepgoed bij de jongen. In de snoepzakken zitten dropveters, salmiakvlooien, koeientoffee, en chocodrop. Ze dragen al het snoep naar de auto. De jongen kijkt ze verbaasd na.

Opdracht 3

Lees met de leerlingen de rest van het boek tot en met hoofdstuk 16.

Nu weten de kinderen wat de toekomstdromen en wensen zijn van de verschillende rovers. (zie het lijstje aan het eind van hoofdstuk 16)
Ook hebben ze gelezen dat de roversfamilie tijdens een roversfestival ruzie heeft gekregen met andere rovers.

Laat de leerlingen in groepjes met elkaar overleggen. Wat kan Roos bedenken om alle rovers te helpen? Hoe kan ze ervoor zorgen dat ze niet meer worden lastig gevallen door andere roversfamilies?

Scène:
Laat de leerlingen een vergadering van de rovers naspelen. Roos legt een plan uit. Wie is het met haar plan eens? Wie niet? En waarom niet? Maken ze ruzie?

Nabespreken:
Lees de rest van het boek uit. Hebben de leerlingen iets anders bedacht dan Roos, of lijken hun plannen op elkaar? Wat vinden ze van het einde van dit boek?

Meer informatie

https://www.leesplein.nl/KB_plein.php?submenu=set_set&id=9001

Dit boek heeft een vervolg:
Siri Kolu. Ik en de rovers zingen karaoke.
Gottmer uitgeverij. ISBN: 9789025751777

Het eerste boek wordt binnenkort verfilmd!