Praktisch maandblad voor primair onderwijs

Licht en donker

0
Wat is uw eerste gedachte of uw eerste beeld, als u het woord licht hoort? In onze sterk verstedelijkte samenleving zijn we vooral gewend geraakt aan kunstmatig licht. Nederland is een van de meest verlichte landen van Europa. Dat betekent, dat er veel lichtvervuiling is. De kans is dus groot, dat u bij bovenstaande vraag eerst aan kunstmatig licht denkt. Stel de vraag ook eens aan de kinderen van uw groep!

Ali

De autistische stoornis is een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), die begint vóór het derde levensjaar. De autistische stoornis is ook wel bekend onder de namen klassiek autisme, het syndroom van Kanner of vroegkinderlijk autisme. Kinderen met een autistische stoornis hebben beperkingen in de omgang met anderen. Daarnaast zijn er beperkingen in de communicatie: het spreken en het begrijpen van taal ontwikkelt zich vertraagd of verstoord. Verder hebben deze kinderen opvallende, zich herhalende, stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten. De stoornis heeft een verregaande invloed op alle ontwikkelingsgebieden van een kind. Het is een pervasieve ontwikkelingsstoornis (pervasief: doordringend, diepgaand). Hoe eerder de stoornis wordt gesignaleerd, hoe beter de ontwikkelingsmogelijkheden zullen zijn.

Beweging als leraar

0
Lang voordat we woorden gingen gebruiken, verliep communicatie via ons lichaam. Als baby lachten we vol overgave. Ons lichaam deed in z’n geheel mee. Huilen was totaal en ongecontroleerd. Tegenwoordig leven we in een cultuur en een maatschappij, die vooral is gebaseerd op communicatie via woorden. Toch is het voornamelijk de lichaamstaal, die voor kinderen spreekt. Meestal zegt één blik op een kind en zijn/haar lichaamstaal en houding al genoeg over hoe het zich voelt. De manier waarop het kind zijn/haar ouder vasthoudt, hoe het staat, hoe zijn/haar ogen naar beneden of omhoog zijn gericht... Lichaamstaal spreekt boekdelen. De workshop in dit artikel is bedoeld om de uit balans geraakte factoren lichaam en denken (weer) met elkaar te verbinden. Want met name vanaf groep 5 zijn kinderen vooral in het hoofd aanwezig en veel minder in het lijf...

Alle kinderen verzamelen!

0
Veel kinderen en volwassenen hebben een verzameling. Denk dan bijvoorbeeld aan voetbalplaatjes, postzegels, boekenleggers of punnikklosjes. Als u ziet hoe enthousiast kinderen aan het verzamelen zijn, is het wellicht een goed idee om met uw groep óók een verzameling te beginnen. In dit artikel leest u hoe leuk en leerzaam verzamelen kan zijn en hoe verschillende vakgebieden bij de verzameling betrokken kunnen worden.

De herfstkinderen in groep 1 en 2

In dit artikel ga ik uit van het gegeven, dat het leerstofjaarklassensysteem eigenlijk géén kindvriendelijk en ontwikkelingsvriendelijk systeem is. Kinderen ontwikkelen zich immers niet in porties van tien maanden! Sommige kleuters zouden bijvoorbeeld in januari al over moeten gaan naar groep 3, terwijl het voor andere kleuters beter zou zijn, om in groep 3 nog even twee maanden te wachten met het leren lezen. Ook zijn er kinderen, waarbij de methodische leerlijn een keurslijf is, waar niet aan te ontkomen valt, terwijl ze bijvoorbeeld via ontdekkend leren een andere weg zouden gaan. Als scholen in hun schoolplan vermelden uit te gaan van het kind, dan geldt dat in veel gevallen niet voor het leerstofaanbod! Ik stel dus in dit artikel, dat het systeem niet goed is. Maar tegelijkertijd realiseer ik me, dat het niet goed werkende systeem op dit moment (nog) een gegeven is.

Speelplezier met de informatieve vertel-speeltafel

0
U leest in dit artikel hoe u tafelpoppenspel kunt inzetten als didactisch middel, om de kinderen te informeren over een onderwerp. Het artikel geeft u handreikingen, hoe u nieuwe woorden spelend introduceert (én uitlegt) en hoe kinderen zich – al spelend aan de vertel-speeltafel – nieuwe leerinhouden en de daaraan gekoppelde, nieuwe woorden eigen maken.

Een winkel in de school

Willem, Sharon en Aswin, leerlingen uit groep 3, verlaten hun klaslokaal. Willem heeft een papier in zijn hand, met daarop het cijfer 8. Op het papier van Sharon staan vijf stippen, zoals ze ook op een dobbelsteen staan. En op Aswins papier zijn zeven stippen netjes weergegeven in de tienstructuur. Het drietal is op weg naar een winkeltje, dat zich aan het einde van de schoolgang bevindt. Daar aangekomen, pakken ze elk een boodschappenmandje en kiezen diverse artikelen uit de schappen. Als de kinderen daarna de winkel verlaten, kan Willem het niet laten om naar zijn klasgenootjes te zwaaien, via de webcam, die in de winkel is opgehangen. In groep 3 volgen namelijk zijn medeleerlingen op het digitale schoolbord de verrichtingen van het drietal. Met gevulde boodschappenmandjes keren de kinderen terug in het klaslokaal. Daar wordt gezamenlijk de inhoud van de mandjes, het aantal artikelen, gecontroleerd. Het aantal moet overeenkomen met het aantal stippen of het cijfer. Er wordt door de hele klas meegeteld en de getallen 5, 7 en 8 worden bij de mandjes gelegd...