Vervang zitten en luisteren in de taalles eens door actie en beweging. Het verhoogt de aandacht en betrokkenheid.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Artikel
Uitbreidingen
Gedichten met actie

Bron: Annie M.G. Schmidt, Ziezo. De 347 kinderversjes. Querido, Amsterdam, 1981.

Ā eenvoudig:

Het mannetje Redderop (p. 45)
Boven op de bergentop
woont het mannnetje Redderop.

Joris Pudoris Pudittelman (p. 93)
Joris Pudoris Pudittelman,
wat doet-ie dan? Wat doet-ie dan?

Het luie varkentje Lanterfant (p. 137)
Vier varkentjes bij elkaar,
Wat doen ze daar? Wat doen ze daar?

Bang voor de Bullebak (p. 281 en 282)
Kinderen wat hoor ik daar
in de verte veel misbaar?

Lodewijk waar was je (p. 282 en 283)
Zoek, zoek in de struiken,
zoek achter elke heg.

moeilijker:

Ontmoeting met Tiberius (p. 21)
In de Minervalaan, in Zuid,
woont Nicodemus Piekajuit, Ā 

Dat grote ei (p. 31)
Wie heeft dat grote ei gelegd?
zei Hannekedoe de haan.

Het mannetje Regenpiet (p. 91 en 92)
Dat mannetje dat je hier zo ziet,
dat is het mannetje Regenpiet.

Naar Zwoerdjesland (p. 94)
Alle kinderen van Snort
mogen in de muizenford,

Is Poelekie-pluis een kat? (p. 98)
Kinderen als ik me niet vergis:
met Poelekie-pluis is het helemaal mis.

Van Wisjni naar Wosjni (p. 269 en 270)
Met de slede rijden wij
van Wisjni naar Wosjn

Tip: In het taalaanbod van Kansrijke Taal is kinderpoƫzie integraal opgenomen: www.kansrijketaal.nl en www.kansrijketaalwinkel.nl.