Bij de strijd om het bestaan ging het vanaf de oudste tijden – naast aspecten van veiligheid en verdediging van het territorium – om het kunnen beschikken over voldoende voedsel. Het was een overlevingsstrategie, om in tijden van overvloed voedsel te bewaren voor tijden van schaarste. Maar voedsel is bederfelijke waar, zeker als het van dierlijke afkomst is. Vlees en vis zijn nu eenmaal beperkt houdbaar.
Al vanaf die oudste tijden werd er daarom gezocht naar mogelijkheden, om voedsel langer te bewaren, te conserveren. De “uitvinding” van het vuur en het zout waren hierbij belangrijke stappen.
In dit artikel vindt u informatie over vormen van bewaren van voedingsmiddelen. En daarnaast de beschrijving van een project over dit onderwerp. Hiermee kunnen de leerlingen van de bovenbouwgroepen zélf op onderzoekgaan naar meer informatie, terwijl het geheel bijvoorbeeld kan uitmonden in een schoolpresentatie.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Uitbreidingen

Introductie van het thema

Aansluiting

Er zijn meerdere invalshoeken en startmogelijkheden voor dit project. Het is het mooist, als het thema logisch aansluit bij een onderwerp, waar u tóch al mee bezig bent. Dit kan gebeuren vanuit een actualiteit (nieuwskring) of vanuit een onderwerp uit een door u gebruikte methode.

Invalshoeken

Ik noem een aantal mogelijke invalshoeken en startmogelijkheden, waarmee u het thema in uw groep kunt introduceren:

• Actualiteit
Er gaat geen dag voorbij, of er komt wel iets in het nieuws over voedselproblematiek, voedingsmiddelenindustrie, milieu, afvalbergen van verpakkingsmiddelen, enzovoort.
Laat de kinderen van uw groep eens de kranten van de laatste week doorspitten, op zoek naar voorbeelden. Die voorbeelden kunnen worden besproken en – zo mogelijk – worden gerubriceerd.

• Natuur
Uit de dierenwereld is het aanleggen van (winter)voorraden bekend. Bespreek enkele voorbeelden hiervan met de kinderen. Denk aan hamstergedrag. En vertel ook bijvoorbeeld de fabel van De krekel en de mier.
Milieu
Introduceer het thema aan de hand van een aantal meegenomen verpakkingsmiddelen. Ik noem: kartonnen doosjes en dozen (hagelslag, pizza), pakken (melk, sap), flessen (van glas en plastic), potten (jam, olijven), plastic (vleeswaren, margarine), blik en blikjes (groenten, sardientjes, cola), enzovoort.
Maak er een uitstalling van op de kringtafel en laat de kinderen eens reageren.

• Geschiedenis
Ook een historische invalshoek is mogelijk. Met de “uitvinding” van het vuur en de ontdekte mogelijkheden van de landbouw kwam er een einde aan het nomadische bestaan van de rondtrekkende stammen. Ook de “uitvinding” van zout en specerijen om voedsel te verduurzamen (én smakelijker te maken!) was van groot belang. Denk in dit verband aan onderwerpen als:

– Romeinse tijd: zout als salaris (sal, sel = zout).
– Uitgebreide zouthandel, bijvoorbeeld in de Hanzetijd.
– Specerijenhandel, zoals in de tijd van de VOC.
– de introductie van de aardappel als volksvoedsel.

• Aardrijkskunde
Vanuit de aardrijkskunde zijn er natuurlijk oneindig veel invalshoeken te bedenken. Ik noem: allerlei voedingsmiddelenindustrieën, zoutwinning, suikerproductie, verpakkingsindustrie, glasindustrie, papier- en kartonindustrie, conservenindustrie, enzovoort. Maar ook: handel en vervoer, import en export, distributie. Producten vanuit de hele wereld, die vervoerd moeten worden (waaronder ook bederfelijke waar): hoe gaat dat in zijn werk? Waarmee worden die producten vervoerd?

• Ecologie
Vanuit ecologische hoek noem ik: milieuvraagstukken en recycling van bijvoorbeeld papier/karton en glas. En ik noem vraagstukken als: overbevissing, uitputting van de bodem, gebruik van kunstmest, landbouwgif, genetisch gemanipuleerde landbouwproducten, droogte, overstromingen, enzovoort.

Al deze invalshoeken kunnen direct of indirect leiden tot de vraag: hoe bewaren mensen voedsel? Waarom juist op die manier? Conserveren is: verduurzamen, bewaren voor bederf, bederf tegengaan. Op welke manieren gebeurde dat vroeger? Hoe gebeurt dat nu? Welke gevolgen hebben de moderne mogelijkheden voor milieu, ecologie en duurzaamheid?

Opzet van het project

Aanpak

Na de introductie van het thema Bewaren van voedsel wordt het project met de kinderen nader uitgewerkt. Naast een meer algemene, klassikale aanpak vanuit een van de genoemde invalshoeken kan er gekozen worden voor een gedifferentieerde aanpak, waarbij in kleine groepjes aan deeltaken gewerkt wordt. Door het samengaan van groepswerk en coöperatief leren ontstaat dan een complementaire werkwijze.
Het is het mooist en het meest motiverend als de kinderen in kleine groepjes (bij voorkeur in tweetallen) kunnen kiezen voor een eigen onderwerp. Hiermee kunt u ook de uitgangspunten van meervoudige intelligentie in de praktijk brengen. Een aanpak in de vorm van een verhalend ontwerp is eveneens een uitstekende werkwijze.

Onderwerpen en werktijden

De mogelijke onderwerpen kunt u naar aanleiding van een kringgesprek – aan de hand van een woordweb of een inventarisatielijst – op het bord inzichtelijk maken. De tweetallen kunnen op de onderwerpen intekenen door een eerste en een tweede keus aan te geven.
In dit artikel vindt u voor een flink aantal deelonderwerpen al de nodige aanzetten, in de vorm van steekwoorden en vragen. Want de groepjes moeten natuurlijk wél op de een of andere manier wat eerste “richtingaanwijzers” meekrijgen, om aan de slag te kunnen gaan met hun opdracht. Het werkt heel prettig, als er bijvoorbeeld opdrachtkaarten gebruikt kunnen worden. Maar ook een enkel “trefwoord”, waarop gegoogeld kan worden, is mogelijk.
Overweeg op welke tijden er aan het project gewerkt kan worden. Meestal zijn het de tijden van de vakken wereldoriëntatie (aardrijkskunde, natuur, geschiedenis), die hiervoor het meest geschikt zijn. Deze vakgebieden (met hun doelen) zitten natuurlijk ook volop in het project.

Afsluiting

Na een vastgesteld aantal weken worden de deelopdrachten afgesloten. Dat gebeurt door middel van presentaties in de klas. Bijvoorbeeld in de vorm van een spreekbeurt, een wandkrant of een PowerPointpresentatie. Het is zelfs mogelijk om de presentatie uit te voeren in de vorm van een toneelstuk of een lied.
Het is ook aantrekkelijk om er een totaalpresentatie van te maken door middel van een “overzichtstentoonstelling”. De kinderen uit andere groepen kunnen er dan ook bij betrokken worden. Zij krijgen een rondleiding van de “specialisten”. En vanzelfsprekend krijgen de ouders eveneens de gelegenheid om de tentoonstelling en/of de presentaties bij te wonen.

De deelopdrachten

Algemene opzet

In het vervolg van dit artikel treft u een flink aantal mogelijke onderwerpen aan, waaraan de kinderen in tweetallen kunnen gaan werken. De algemene opzet van een opdracht is op de volgende manier te omschrijven. (Zie het model.) Deze opzet kan eventueel worden overgenomen op een opdrachtkaart. Dat is handig voor kinderen, die wat meer structuur nodig hebben bij het aanpakken van hun opdracht.

Onderwerp: …………………………………………………………………….
Namen:  1 ………………………………………………………………….
2 ………………………………………………………………….
Zoekwoorden: …………………………………………………………………….
Bedoeling: Jullie zoeken samen uit ……………………………..
…………………………………………………………………….
Bronnen: ……………………………………………………………………
Presentatie: Aan het eind van het project kunnen jullie aan de groep vertellen:
……………………………………………………………………
…………………………………………………………………..
De manier waarop jullie je eindpresentatie doen:
…………………………………………………………………..
…………………………………………………………………..

Model. Algemene opzet.

Toelichting

– De zoekwoorden kunt u overnemen uit de lijst van mogelijke onderwerpen, die zijn opgenomen in dit artikel.
– Bij het onderdeel Bedoeling kunt u kort aangegeven wat u van het groepje verwacht dat er uitgezocht wordt.
– Bij het onderdeel Bronnen kunt u wellicht al een handig informatief boek uit het documentatiecentrum noemen. Of u kunt verwijzen naar enkele geschikte websites.
– De presentatievorm kunt u in principe vrij laten kiezen. U kunt ervan uitgaan dat de kinderen al wel met een aantal mogelijkheden ervaring hebben. Maar om variatie in de presentatievormen te krijgen – of om van bepaalde kinderen een speciale presentatie te eisen – kunt u bij het onderdeel Presentatie eventueel aangeven wat u van een bepaald tweetal verwacht.

Mogelijke onderwerpen

De nu volgende onderwerpen zijn soms korte “onderzoeksmogelijkheden”, terwijl andere onderwerpen veel ruimer van omvang zijn. Sommige onderwerpen kunnen worden samengevoegd, terwijl andere wellicht moeten worden gesplitst. De wat kleinere onderwerpen kunnen eventueel worden ingezet als groepjes snel klaar zijn met een eerste opdracht. Ik noem de volgende onderwerpen:

• Algemeen
Via de zoekwoorden conserveren en verpakking is op internet via Wikipedia veel informatie te vinden.

• Eten in de oudheid
Ik noem: jacht en visserij, het bewaren en bereiden van vlees en vis (drogen, roken, zouten), het verzamelen van eetbare vruchten en gewassen, het ontstaan van landbouw.

• Inleggen
Voedsel kan worden bewaard in zout, zuur, zoet, vet of alcohol. Zoek voor deze vijf manieren van inleggen enkele bekende voorbeelden. Beschrijf hoe het proces van inleggen in zijn werk gaat. Hoelang kunnen de producten bewaard blijven? (Zie: Wikepedia, zoekwoord: inleggen.)

• Zouten of pekelen
Zouten of pekelen wordt gedaan om voedsel langer te kunnen bewaren. Maar zout kan natuurlijk ook dienen als smaakversterker. Denk ook aan de uitvinding van het haring kaken, een uitvinding van Willem Beukelszoon uit Biervliet, rond 1312. Wat was de betekenis van deze uitvinding? (Zie: Wikipedia, zoekwoorden: zouten, pekelen.)

• Zoutwinning
Meerdere vormen van zoutwinning: mijnen (Salzburg), selnering, moernering, darinkdelven, kelp, zieden, zoutpannen. Zoek informatie over de Nederlandse zoutindustrie.

• Het belang van zout
Romeinse tijd: betalingen in zout (salaris). Zouthandel (Hanzetijd/Lübeck).

• Suikeren of konfijten
Om welke producten gaat het? Hoe gaat het in zijn werk? Kun je iets zeggen over de verpakkingen? Hoelang is een product houdbaar?

• Inleggen in het zuur
Om welke producten gaat het? Hoe gaat het in zijn werk? Kun je iets zeggen over de verpakkingen? Hoelang is een product houdbaar?

• Verschillende tijden, verschillende gewoonten
Wat aten mensen in de Germaanse tijd? Wat in de Romeinse tijd? Wat in de middeleeuwen? Wat in de Gouden Eeuw? En wat in de negentiende eeuw?
Probeer te vinden wat de mensen in die tijd aten en dronken. Welke verschillen ontdek je tussen arme en rijke mensen? Hoe werden de voedingsmiddelen toen bewaard?

• Drogen
Het drogen van sommige etenswaren was al in de oudheid bekend. Bijvoorbeeld het drogen van vlees, vis en vruchten. Zoek er informatie over op. Welke etenswaren worden nu nog steeds gedroogd? Hoe gaat dat? Wat is vriesdrogen?

• Roken
Ik noem: rookworst, rookvlees en gerookte paling. Zoek informatie op over het roken van vlees en vis. Hoe ging dat vroeger? En hoe gaat dat nu? Om welke producten gaat het? En kun je iets zeggen over de houdbaarheid?

• Koel bewaren
Eten, dat op een koele plaats wordt bewaard, is langer houdbaar. Dat was ook lang geleden al bekend. Vroeger hadden de huizen vaak een kelder. Ook: in ijs of in ijskelders bewaren. Tegenwoordig gebruiken we een koelkast (4-7 graden Celsius) en een diepvriezer (-18 graden Celsius). Hoe werkt een koelkast? Hoe werkt een diepvriezer? Hoelang zijn de producten houdbaar?

• Techniekonderzoek (1)
Zoek uit: hoe werkt een koelkast of een diepvriezer? (Zie bijvoorbeeld: Wikipedia.)

• Wecken of inmaken
Hoe ging dat in zijn werk? Wie heeft het uitgevonden? Welke producten konden op deze manier langer worden bewaard? Kun je nog ergens een weckfles vinden?

• Kruiden door middel van specerijen
Door voedsel te kruiden, kon het langer worden bewaard. Maar specerijen kunnen ook dienen als smaakversterker. Denk aan de VOC-tijd. Over welke specerijen gaat het dan? Waar kwamen ze vandaan? Hoe verliep de handel? Welke producten werden gekruid?

• Pasteuriseren en steriliseren
Bedoeld wordt: het verduurzamen van voedsel door verhitting. Wie is de uitvinder? Leg uit wat pasteuriseren en steriliseren precies is. Bij welke producten gebeurt het?

• Moderne middelen
Welke moderne middelen zijn er om voedsel te bewaren, te conserveren? Maak een overzicht. Denk aan: diepvries, verpakken in glas, vacuümverpakkingen (luchtdicht), plastic verpakkingen (voor vleeswaren, kant-en-klaarmaaltijden en toetjes), vriesdrogen, blik (conserven), enzovoort. Wat zijn de voordelen? En wat zijn de nadelen?

• Blikconserven
Groente in blik, frisdrank, bier in blik, enzovoort. Veel producten worden in blik bewaard. Zoek informatie. (Zie: Wikipedia, zoekwoorden: eten uit blik, conservenblik.) Wie is de uitvinder? Welke producten worden in blik verpakt? Denk ook aan sardientjes in blik. Zijn er verschillende manieren om een blik open te maken? Hoe lang is een product in blik houdbaar? Zoek informatie op over de fabricage van blik. Zijn blikverpakkingen goed voor het milieu?

• Glasconserven
Zoek informatie. Welke producten worden in glas verpakt? Hoelang zijn ze houdbaar? Welke sluitingen, doppen en stoppen zie je? Wat kun je vinden over de hersluitbaarheid van een glasverpakking? Wat betekent: “na openen beperkt houdbaar”? Zoek informatie op over de fabricage van glas. Zijn glasverpakkingen goed voor het milieu?

• Verpakkingen vroeger
Ik noem: amfora, potten en kruiken en ander vaatwerk (baardmankruiken, Keulse potten, Jacobakannetjes), tonnen, kuipen, manden, enzovoort. Oude ambachten. Hoe werden tonnen gemaakt? En manden?
Nota bene. Zie Kunstbeschouwing.

• Techniekonderzoek (2)
Onderwerp: hersluitbare en niet-hersluitbare verpakkingen. Zoek voorbeelden. Bekijk de voordelen en de nadelen van een verpakking. Allerlei flessen en potten met doppen en deksels (schroefdoppen en schroefdeksels van metaal, plastic, kurk, enzovoort).
Nota bene. Zie in dit verband ook het techniekartikel Achter slot en grendel, opgenomen in Praxisbulletin, 22ste jaargang, nummer 3 (november 2004), waarin gesproken wordt over conserveren en waarin opdrachtkaarten zijn opgenomen over Sluitingen van flessen en potten en Sluitingen van blikken en blikjes. En zie ook het techniekartikel Mooi, dat het past! (over “technische afspraken”), opgenomen in Praxisbulletin, 21ste jaargang, nummer 9 (mei 2004).

• Verpakkingsmiddelen en verpakkingsmiddelenindustrie
Ik noem: glasfabricage, papier en karton, plastic flessen, petflessen. Alleen al over verpakkingen zou u een klassenproject kunnen organiseren. Neem bijvoorbeeld het “lezen” van de productinformatie op etiketten en verpakkingen. Let op THT. Wat staat er over de manier van bewaren op de verpakking? “Na opening beperkt houdbaar”. Enzovoort. (Zie: Wikipedia, zoekwoord: verpakking.)

• Verpakkingsmiddelen
Waarom speciaal deze verpakking voor dit voedingsmiddel? Dit heeft (onder andere) te maken met de substantie (droog, nat, vast, vloeibaar), met smaakbehoud, met de noodzaak iets luchtdicht te kunnen afsluiten, enzovoort. Wat zijn de voor- en nadelen van al deze nieuwe mogelijkheden, gerelateerd aan het doel van de verpakking? Maar ook: de enorme afvalbergen, de noodzaak tot recycling, enzovoort.

• Glasverpakkingen
Waarom worden bijvoorbeeld bier en wijn (meestal) in gekleurd glas verpakt?

• Land- en tuinbouw
Producten van boeren en tuinders moeten soms (tijdelijk) op het bedrijf zelf bewaard blijven. Bijvoorbeeld als veevoer of voor eigen gebruik. Hoe worden allerlei producten bewaard? Denk aan: gras (hooi), uien, aardappelen, graan, groenten en fruit. (Zie: Wikipedia, zoekwoorden: kuilvoer, inkuilen, koelhuizen, graansilo.) Wat hebben al die bewerkingen voor gevolgen voor de prijzen van de producten?

• Verduurzamen van voedsel door toevoeging van E-stoffen
Op verpakkingen en etiketten staat vaak informatie over conserveringsmiddelen, smaakversterkers, kleurstoffen, antioxidanten, verdikkingsmiddelen, enzovoort. Vaak met een E-nummer erbij. (E = door de EG goedgekeurde hulpstof.) Zoek op etiketten en verpakkingen naar deze aanduidingen. Zoek op Wikipedia naar E-nummers. Wat vind je ervan, dat er allerlei additieven aan etenswaren worden toegevoegd?

• Bezwaren
Tegenwoordig zijn er vele mogelijkheden om voedsel langer te bewaren. Maar er kleven ook bezwaren aan. Bijvoorbeeld:

– De vreselijke berg (vaak niet meer te recyclen) afvalstoffen. Denk aan de pas ontdekte megadraaikolk aan plastic afval in de Stille Oceaan.
– De mogelijke gezondheidsrisico’s van chemische conserveringsmiddelen voor de mens.

• Vervoer en opslag van bederfelijke waar vroeger en nu
Denk aan pakhuizen, ijskelders, koeltransporten, koelwagens, enzovoort. Hoe wordt aan boord van vissersschepen de vis bewaard? Hoe gaat het in zijn werk met vleestransporten?

• Zadenbank
De zadenbank op Spitsbergen is de grootste zadenbank ter wereld en bestaat vanaf februari 2008. (Zoek informatie via Wikipedia.) Wat is een zadenbank? Waarom wordt dit gedaan? Wat vind je van het idee?

Kunstbeschouwing

Uitingen

Kunstbeschouwing is wellicht een onverwachte invalshoek bij een thema als Duurzaamheid. Maar bij het onderwerp van dit artikel – het verduurzamen van voedsel – kan wel degelijk gedacht worden aan kunstbeschouwing. Ik noem dan de volgende uitingen van (beeldende) kunst:

• Het stilleven
Bedoeld worden: uitbeeldingen van vergankelijke(!) natuurproducten, die vereeuwigd werden op paneel of doek, vaak vanitas-stillevens genoemd (naar: Vanitas vanitatum, omnia vanitas; alles is ijdelheid, vergankelijkheid), dit “ter leering ende vermaeck” van de zondige mensheid. Zo zijn er talloze stillevens (met name uit de zeventiende eeuw) met vlees, vis, fruit, jachtbuit en de zogenoemde “ontbijtjes”.
Nota bene. Zie ook de wonderlijke, antropomorfe stillevens (portretten) van Guiseppe Arcimboldo (circa 1575), die vaak geheel bestaan uit groenten of fruit.

• Eten en drinken
Er zijn ook schilderijen, waarop uitbundig gegeten en gedronken wordt. Heel eenvoudig is de maaltijd van De aardappeleters, van Vincent van Gogh. Trouwens, Van Gogh en bijvoorbeeld de schilders uit de School van Barbizon (circa 1840) – en dan met name Jean François Millet – tekenden en schilderden ook vaak de noest werkende landarbeiders.
Nota bene. Zie ook de schilderijen van Pieter Breughel de Oudere. Bijvoorbeeld: De boerenbruiloft, uit 1568.

• Voedselproductie
Gaat het om afbeeldingen uit de sector van de voedselproductie en aanverwante ambachten? Denk dan eens aan afbeeldingen uit de Spiegel van het Menselyk Bedryf, van vader en zoon Luyken (1694). (Zie hiervoor: www.geheugenvannederland.nl.) Afbeeldingen zijn bijvoorbeeld: De Backer, De Vleeshouwer, De Kuiper, De Olislaager, De Pasteibacker, De Suikerbacker, De Moolenaar, De Brouwer, De Grutter, De Glasblaaser, De Pottebacker, De Visser en De Jaager.
Leg deze prenten eens naast de afbeeldingen van de oude schoolplaten van Cornelis Jetses, die zijn verzameld in de serie De schoolplaat (deel: Het volle leven), Uitgeverij Libre B.V., Leeuwarden.

Kijkwijzer

Reproducties van de genoemde kunstwerken – vaak via internet te vinden – kunt u met de kinderen natuurlijk “beschouwen” aan de hand van een Kijkwijzer. Daarbij komen dan in de eerste plaats de kunstzinnige aspecten naar voren. Maar in het kader van dit thema let u natuurlijk vooral op de afgebeelde etenswaren en “productiewijzen”. De kijkwijzer is opgenomen in de internetuitbreiding bij dit artikel.

Andere mogelijke activiteiten

Klassikaal kunnen de volgende activiteiten nog gedaan worden: 1 Houdbaarheidsonderzoek Dit is een thuisopdracht. Ga thuis eens na welke producten (etenswaren, dranken) er voorradig zijn. Hoe zijn ze verpakt? Hoelang zijn ze houdbaar? Hoe wordt die houdbaarheid aangegeven? Enzovoort. Maak er een duidelijk overzicht van. 2 Buurtsuper In kleine groepjes gaan de kinderen bij de buurtsuper op onderzoek. Dit doen ze aan de hand van een opdrachtkaart, vragenlijst of speurkaart. In de klas worden samen vragen bedacht over de gang van zaken in de winkel én over producten die daar verkocht worden. Er kan gekozen worden voor een interview met de bedrijfsleider. Hoe gaat dat met de productenstroom? Wat kan er gezegd worden over de bevoorrading? Wat doet de supermarkt met voedingsmiddelen, die “over de datum” zijn? Vooraf maakt u als leerkracht natuurlijk even afspraken met de buurtsuper of de “interventies” toch wel mogelijk zijn. Plaats, datum en tijd moeten goed worden geregeld. Nota bene. Zie in dit verband het kopieerblad Bezoek aan fabriek/bedrijf (Tips voor excursie of interview) in de internetuitbreiding bij dit artikel. 3 Rekenen Er kan gerekend worden met allerlei gegevens op etiketten en verpakkingen (productinformatie, inhouden, data, gewichten, bruto/netto, voedingswaarden, enzovoort). 4 Taal en taalbeschouwing Er zijn heel wat gezegden over eten en drinken. Maak een selectie van spreekwoorden en uitdrukkingen, die de leerlingen “zouden moeten kennen”. Er zijn meerdere manieren om ze aan te bieden. Wat is de letterlijke betekenis van een spreekwoord? En wat is de figuurlijke betekenis? Bij de eindpresentatie (of tentoonstelling) kunnen toepasselijke spreekwoorden – die op kaartjes zijn geschreven (of nog mooier: gekalligrafeerd!) – overal worden neergelegd. (Bijvoorbeeld: Wat in het vat zit, verzuurt niet. Enzovoort.) 5 Brief Er kan een brief worden geschreven aan een fabriek of een ander bedrijf, met daarin vragen over de producten van die fabriek of dat bedrijf. Vaak staat er op de verpakking of op het etiket van een product al vermeld hoe je contact kunt opnemen met de producent. Dat gaat dan meestal via de consumentenservice. Bedenk welke vragen je wilt stellen. 6 Bezoek Er kan ook een bezoek worden gebracht aan bijvoorbeeld een levensmiddelenbedrijf of een conservenfabriek. Laat een van de groepjes eerst zelf contact opnemen met het bedrijf. De gemaakte afspraken over plaats, datum, tijd en eventuele kosten worden door u gecheckt. Nota bene. Voor een bezoek aan een fabriek of een ander bedrijf heb ik voor u een aantal tips op een rijtje gezet. Dit kopieerblad Bezoek aan fabriek/bedrijf (Tips voor excursie of interview) is opgenomen in de internetuitbreiding bij dit artikel en kunt u eenvoudig downloaden. 7 Rottingsproef Zie de beschrijving van de rottingsproef op de opdrachtkaart.

Rottingsproef

Vooraf

De meeste etenswaren zijn bederfelijk. Na verloop van tijd raken ze aangetast en zijn ze niet meer geschikt voor consumptie. Je zou er ziek van worden, als je ze zou eten. Je zou een voedselvergiftiging kunnen krijgen!
Het ene product is sneller bedorven, beschimmeld of rot dan het andere. Dat ga je onderzoeken. Je voert in de klas een rottingsproef (of een  schimmelproef) uit met etenswaren.
Op een plek waar het geen kwaad kan, worden tien tot twintig verschillende etenswaren neergelegd. Zorg voor een ondergrond, die geschikt is. Leg de etenswaren bijvoorbeeld op schoteltjes of op een plastic zeiltje.

Werkwijze

De proef gaat als volgt:
1 Leg verschillende etenswaren neer. Bijvoorbeeld: een stukje kaas, een boterham, een appel, een blaadje sla, een stukje chocolade, een koekje, een plakje worst, een ui, rozijnen, noten, boontjes, een aardappel, enzovoort.
2 Noteer datum en tijd.
3 Controleer daarna twee keer per dag hoe alles eruitziet.
Schrijf op wat je ziet en ruikt.
4 Houd goed in de gaten wanneer er ergens schimmel op komt (of wanneer rotte plekjes ontstaan). Noteer hiervan datum en tijd.
5 Na hoeveel tijd moet je iets écht weggooien?
6 Hoe zou het komen, dat het ene product langer houdbaar is dan het andere?

Zelfde proef twee keer

Doe bovenstaande proef tegelijkertijd op twee verschillende plaatsen. Dus bijvoorbeeld:
• Op een lichte plaats én op een donkere plaats.
• Op een koele plaats (bijvoorbeeld een kelder) én ergens op kamertemperatuur.
• In de koelkast én op de vensterbank (in de zon).

Drie keer kaas

Je zou bijvoorbeeld ook nog kunnen onderzoeken hoe het gaat met een gewoon blokje kaas, een blokje kaas in plasticfolie en een blokje kaas in aluminiumfolie. Maakt dat verschil? Hoe komt dat?

Wat ontdek je allemaal? Probeer er een verklaring voor te vinden.

Veel succes!

 

Ter afsluiting

Uiteraard stelt u enkele doelen, voordat u aan de hier beschreven opzet begint. Die doelen zijn bijvoorbeeld te ontlenen aan de kerndoelen, genoemd in: Duurzame ontwikkeling is leren vooruitzien. Kernleerplan Leren voor Duurzame Ontwikkeling (SLO, Enschede, 2007).
Juist dit “leren vooruitzien” is in het leerproces voor de kinderen een wezenlijk leerdoel. Leg daarom bij alle activiteiten, die in dit artikel zijn beschreven, zo veel mogelijk de link naar de toekomst.
Na afloop van het project checkt u of de beoogde doelen in redelijke mate bereikt zijn. Misschien doet u dat aan de hand van een serie vragen, bij wijze van toets. Maar het is aantrekkelijker om een en ander te presenteren in de vorm van een gezellige quiz.
U sluit in elk geval uw project af met een proces- en productevaluatie, op groepsniveau én op individueel niveau (deelgroepjes).