Het is maandagmiddag na schooltijd. Juf Elise neemt voor zichzelf de dag door en merkt ineens dat een leerlinge van haar wel erg vaak wordt ziek gemeld de laatste tijd. Wat is hier aan de hand?

Elise geeft les aan groep 6, een vrij drukke groep met wel 32 leerlingen. Veel kinderen vragen tijdens de lessen haar aandacht. Daardoor “vergeet” Elise sommige stille kinderen wel eens op een dag. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen schrijft zij iedere dag na schooltijd een kort dagverslag in haar persoonlijke groepsmap. Ze loopt dan alle leerlingen even na en bekijkt welke bijzonderheden er die dag waren. Op een briefje noteert ze de kinderen die de volgende dag van haar wat extra aandacht verdienen. Ook deze maandagmiddag loopt juf Elise de namen van haar leerlingen weer langs. Het valt haar ineens op dat Demi vanochtend opnieuw ziek is gemeld. Dat is niet de eerste keer deze maand. Elise bladert door haar map en ziet dat Demi deze maand al twee keer en vorige maand ook al een keer is ziek gemeld. Steeds maar voor eenn of twee dagen, maar toch is dit wel erg veel. Elise besluit om contact op te nemen met de ouders van Demi.

Wanneer ouders hun kind ziek melden, is er sprake van geoorloofd verzuim. Op zich hoeft een leerkracht hier verder niet achteraan te gaan. Wanneer een leerling binnen een korte tijd meerdere malen wordt ziek gemeld door de ouders, dan nog is er sprake van geoorloofd verzuim. Toch is het belangrijk om op zo’n moment contact op te nemen met de ouders en door te vragen. Wat is er precies met hun kind aan de hand? Zijn ze al bij de huisarts geweest? Kan de leerkracht iets betekenen? De antwoorden op deze vragen zijn heel belangrijk voor de volgende stap die de leerkracht zal nemen.

De moeder van Demi geeft aan dat haar dochter de laatste tijd vaak last heeft van buikpijn en hoofdpijn. Soms zelfs zo erg, dat Demi moet overgeven. Ze vindt het dan erg moeilijk om haar dochter naar school te sturen. Meestal gaat het na een dagje thuisblijven ook wel weer over. Ze heeft niet echt het idee dat Demi ergens mee zit of zich zorgen maakt. Waarschijnlijk is het een fase, geeft ze aan, en zal het snel weer over zijn …
Juf Elise vertelt dat Demi hierdoor inmiddels binnen nog geen twee maanden tijd al meer dan zeven volle schooldagen heeft gemist. Daar schrikt moeder van. Dat het bij elkaar al zoveel dagen waren, heeft ze niet in de gaten gehad. Elise vraagt of moeder al met Demi naar de huisarts is geweest. Dit is niet het geval. Samen spreken ze af dat moeder morgen een afspraak zal maken met de huisarts om Demi eens goed te onderzoeken en zo eventuele fysieke problemen uit te sluiten.

De volgende middag belt moeder op en vertelt dat de huisarts geen bijzonderheden heeft ontdekt bij Demi. Morgen zal Demi gewoon weer naar school komen.

Het gaat inderdaad twee weken goed en Demi komt iedere dag op school. Ze is altijd al een stille leerling geweest, dus juf Elise ziet eigenlijk verder geen aanleiding tot bezorgdheid. Wel zegt ze iedere middag even in het bijzonder “Tot morgen!” tegen Demi. Dan krijgt Elise op maandagochtend een briefje van de conciërge: Demi is weer ziek gemeld. Er is iets bijzonders aan de hand en Elise vraagt de interne begeleider om dit ’s middags samen te bespreken, zodat ze een passende aanpak kunnen bedenken.

Wanneer leerlingen regelmatig verzuimen, is het belangrijk dat er veel contact is met de ouders. Vaak lukt het de leerkracht niet om onder schooltijd telefonisch contact te zoeken, terwijl het juist van belang is dat er snel gesproken wordt met de ouders. In zo’n geval zal de leerling overgedragen moeten worden aan iemand die in de gelegenheid is om op korte termijn de ouders te bellen. Dit zal meestal de interne begeleider zijn, maar kan ook in veel gevallen de school-maatschappelijk werker zijn. Vooral als gedacht wordt aan ingewikkelde problematiek bij het kind of het gezin, gaat de voorkeur uit naar een school-maatschappelijk werker.

Elise heeft ’s middags een kort gesprek met de interne begeleider en ook de school-maatschappelijk werker is aangeschoven. Samen spreken ze af dat de contacten met de ouders van Demi vanaf vandaag zullen verlopen via de school-maatschappelijk werker. Juf Elise geeft aan dat Demi de laatste tijd regelmatig heeft verzuimd en dat de huisarts heeft uitgesloten dat er fysieke problemen zijn. Het verzuim vindt meestal plaats na het weekend op maandag en dinsdag. De maatschappelijk werker denkt dat het om bepaalde angsten bij Demi kan gaan. De juf heeft hier niet veel van gemerkt in de groep, maar dat komt eigenlijk ook omdat Demi altijd al een vrij stille leerlinge was. De maatschappelijk werker neemt contact op met de moeder om een afspraak te maken.

Tijdens het gesprek met de moeder wordt al snel veel duidelijk: Demi komt vrijdag uitgelaten thuis, is zaterdag heel vrolijk en wordt in de loop van zondagavond steeds stiller. Soms wordt ze zelfs ziek. Het lijkt wel of ze bang is voor school. Moeder heeft echt geprobeerd om Demi steeds naar school te krijgen. Ze heeft veel met haar gepraat, steeds kleine cadeautjes na schooltijd beloofd en zelfs met een paracetamol op naar school gebracht. Maar als Demi dan op de stoep staat over te geven, neemt ze haar toch maar weer mee naar huis. Moeder vindt dit erg moeilijk. De school-maatschappelijk werker geeft bij moeder aan, dat het bij Demi wel eens zou kunnen gaan om schoolweigering door angst.

Het is belangrijk om leerlingen die veel verzuimen met een bijzondere reden, zoals schoolweigering door angst, toch te melden bij de leerplichtambtenaar. Er kan dan samen met de ouders, de leerling, de school, de leerplichtambtenaar en eventueel een instantie voor jeugdhulpverlening een aanpak worden ontwikkeld. Hoe sneller leerlingen met schoolweigering door angst weer terug naar school gaan, des te groter is de kans dat de problematiek volledig verdwijnt.

De maatschappelijk werker maakt samen met de ouders van Demi en Demi zelf een afspraak bij het Bureau Jeugdzorg. Hier blijkt dat Demi zeer faalangstig is en veel moeite heeft met contacten met leeftijdgenootjes. Waar dit precies vandaan komt, is nog onduidelijk, maar dat er iets moet gebeuren staat vast. Voor verdere diagnostiek en behandeling worden Demi en haar ouders doorverwezen naar een jeugdhulpverleningsinstantie vlak bij huis. Ondertussen maken de ouders samen met de school-maatschappelijk werker duidelijke afspraken over de schoolgang van Demi.

Maak bijvoorbeeld afspraken of – en door wie – het kind naar school gebracht wordt. Maak afspraken over de tijd, zodat de leerkracht het kind kan opvangen. Begint het kind in de klas of eerst in een andere ruimte? Krijgt het kind een beloning, als het weer een dag naar school is gegaan? Zo ja, wat, wanneer en door wie? De maatschappelijk werker geeft de gemaakte afspraken door aan de leerkracht. Het is belangrijk dat de leerkracht daarna een kort gesprek heeft met het kind om de eerste lesdag voor te bereiden. De leerkracht bespreekt bv. met het kind hoe de eerste schooldag eruit zal zien, wie iets gaat vertellen aan de klasgenoten en wat afspraken zijn over werken in de klas.

Na de gesprekken is Demi niet meer op maandagochtend ziek gemeld. Regelmatig informeert de school-maatschappelijk werker bij de leerkracht hoe het gaat en zo lang er geen bijzonderheden zijn, onderhoudt juf Elise weer de contacten met ouders. De behandeling van Demi bij de externe behandelaar slaat aan en ze wordt zelfs al wat losser in de groep. Mocht er weer een terugval komen, dan geeft Elise meteen een seintje aan de school-maatschappelijk werker, waarna deze contact opneemt met de ouders. Vooralsnog lijkt dit gelukkig niet nodig te zijn.