Streng kijkt mejuffrouw Sanders de kinderen aan, als ze binnenkomen. Ze heeft een houten plak in haar hand. Haar witte blouse is tot hoog in haar hals dichtgeknoopt. De grijze haren zijn bijeengebonden in een stevige knot. Vragend kijkt de groep de “nieuwe juf” aan. De kinderen vragen zich af: wie is dat toch? En zo begint een gevarieerd lescircuit voor de middenbouw over de school van vroeger. Het circuit kan als aanvulling op geschiedenislessen of binnen een thema worden ingezet.

Introductie

MEJUFFROUW SANDERS
Twee keer heb ik het Aap, Noot, Mies-circuit uitgevoerd in de klas. Eén keer als mezelf en één keer als mejuffrouw Sanders. En ik moet u zeggen: met een zelf vervaardigde houten plak, kleding van de kringloopwinkel en een grijze pruik maakte ik tóch de meeste indruk. De kinderen die wat al te enthousiast waren, kon mejuffrouw Sanders meteen aanpakken: “Pas op, want je krijgt een tik met de plak!”

MUZIEK- EN VERSJESBOEK
Dit is onbetwist de meest beeldende introductie van het circuit De school van vroeger, die er bestaat. Maar wie liever de eigen kleren aanhoudt, kan ook alleen de plak, een liniaal of een rietje meenemen. Op het (digitale) schoolbord hebt u het volgende versje staan:

Juffrouw, de jongens hebben kikkers mee.
Juffrouw, de jongens hebben kikkers mee.
Stoute jongen, je mag niet klikken.
Anders krijg je zeven tikken.
Juffrouw, ga gerust uw gang.
Ik ben voor een tik zo gauw niet bang.

U deelt het Muziek- en versjesboek uit. Bovenstaand versje is het eerste rijmpje, dat in dit boek is opgenomen. Het versje keert gedurende de dag enkele keren terug, totdat de kinderen het keurig in koor kunnen opzeggen, zoals het een échte schoolklas van vroeger betaamt.
Nota bene. Het Muziek- en versjesboek kunt u redelijk eenvoudig zelf samenstellen, waarna u het kunt vermenigvuldigen voor uw groep. U kunt versjes en liedjes opnemen als Bim Bam Beieren, Ja zuster, nee zuster, De mosselman, Potje met vet, Vader Jacob, Twee emmertjes water halen en Piet de smeerpoets. Eventueel kunnen er ook nog (oude) sinterklaas- en kerstliedjes worden opgenomen. Wilt u er afbeeldingen bij plaatsen? Dan biedt het internet alle mogelijkheden om snel oude (school)prenten en plaatjes uit grootmoeders tijd te downloaden. Het boek kan daarna een basis vormen voor uiteenlopende, muzikale activiteiten.
Tip: laat een van de kinderen dagelijks een liedje (of een versje) uitkiezen en dit samen met de groep oefenen.

Geschiedenislessen

Vrijwel elke geschiedenismethode belicht in groep 6 de school van vroeger in een apart blok. Voor het circuit is het belangrijk, dat de kinderen over voldoende achtergrondinformatie beschikken. Als u de lessen uit de methode kunt volgen, is dit aan te raden. Gebruikt u de methode niet? Licht dan in elk geval de leerplichtwet en de vroeger heersende schoolcultuur (orde, straffen, samenstelling van de klassen) toe.

Opa’s en oma’s

Foto’s
Tijdens het thema zijn bij ons op school opa’s en oma’s ingeschakeld. Zij hebben verteld over de school van vroeger en hebben de kinderen mooie foto’s meegegeven van zichzelf als kind, op school en in de buurt.
Interviews
Daarnaast hebben de kinderen – in het kader van een parallel lopend bibliotheekproject – hun grootouders geïnterviewd over de school van vroeger. Deze interviews hebben we besproken en gebundeld. Centrale vragen kunnen zijn:
– Wat vond u vroeger leuk op school?
– Wat was niet leuk? En waarom niet?
– Welke spelletjes speelde u vroeger op school?
Uitbreiding
Het circuit is eventueel verder uit te breiden met:
– een historische speurtocht in de buurt;
– houtskooltekenen;
– een thematafel (met voorwerpen als een leesplankje, een lei, een griffel en de themaboeken).
En uiteraard is het aan te raden een woordweb bij te houden met de groep.

Organisatie

Met betrekking tot de organisatie noem ik de volgende aandachtspunten en tips:
– De bedoeling van het circuit is, dat de kinderen binnen enkele weken alle onderdelen afronden. U kunt hierbij gebruikmaken van een aftekenlijst. De kinderen zetten een half streepje, als een activiteit is gestart en maken hier een kruisje van, als de activiteit is afgerond. Uiteraard kunt u dit aftekenen ook zélf doen.
– Een circuitronde mag 20-30 minuten duren.
– Het is handig om een boekje met klaaropdrachten te maken voor de snelle werkers.
– U kunt ervoor kiezen, om de kinderen eerst alle activiteiten te laten doorlopen en daarna te bekijken welke onderdelen nog afgerond moeten worden. De kinderen kunnen onderdelen eventueel in extra werktijd (tijdens zelfstandig werken) afmaken.
– Het is erg handig en praktisch, als alle materialen – per onderdeel – in bakken (of mandjes) klaarstaan.
Nota bene. Een overzicht van alle benodigde materialen vindt u op praxisbulletin.nl.
– Hoeveel kinderen u per onderdeel indeelt, is afhankelijk van de groepsgrootte en de beschikbare materialen (zoals bijvoorbeeld het aantal computers dat u in de klas hebt).
– Denk na over de indeling in groepjes: maakt u vaste groepjes of mogen de kinderen zélf kiezen?
– Neem ruim de tijd voor de uitleg van de diverse onderdelen. Maar bedenk, dat u de eerste keer hoe dan ook veel vragen kunt verwachten. Dit zal elke week beter gaan. Echt waar!

Het circuit

PECHVOGEL
Dit is een beeldende activiteit, met de nadruk op textiele werkvormen. Er zijn minimaal 2 rondes nodig voor deze opdracht. In een groepje van 4-6 kinderen wordt een pechvogel gemaakt van stof en vilt. De vogel wordt gevuld met watten. De kinderen leren bovendien een eenvoudige handsteek.
Met de kinderen neemt u eerst de instructiebladen door. Daarop wordt de werkwijze stap voor stap beschreven, vergezeld van verduidelijkende afbeeldingen.
Na het doornemen van de instructie met de kinderen kunt u een ronde maken langs de andere onderdelen van het circuit. Het pechvogelgroepje heeft de meeste begeleiding nodig. Houd daar rekening mee.

WEBJE
Dit is een computeractiviteit, met elementen van geschiedenis en begrijpend lezen. De groepsgrootte is afhankelijk van het aantal computers.
Aan de hand van het webje-oma.yurls.net maken de kinderen zelfstandig opdrachten, die te maken hebben met het thema. Het webje gaat over de tijd van opa en oma en biedt veel extra informatie.

SCHRIJVEN MET INKT
Bij deze schrijfactiviteit is van tevoren een duidelijke instructie nodig. Omdat de opdracht relatief weinig tijd kost en er misschien niet voldoende kroontjespennen zijn, wordt deze activiteit gecombineerd met het werken met het fotoboek. (Zie hierna.)
Een deel van het groepje (de grootte is afhankelijk van het aantal kroontjespennen) schrijft de eigen naam eerst met pen en Oost-Indische inkt. De andere kinderen beantwoorden intussen de vragen bij het fotoboek. De kinderen wisselen van plek, als ze klaar zijn met schrijven.
FOTOBOEK
Geschiedenis staat bij deze activiteit centraal. Het fotoboek, met daarin foto’s van de school van vroeger, is hierbij nodig. Twee of meer kinderen (zoals genoemd bij het schrijven) gaan eerst schrijven. De andere kinderen gaan met de vragen bij het fotoboek aan de slag. Zij benoemen de belangrijkste verschillen tussen vroeger en nu en bekijken daarvoor foto’s van vroeger.
Het fotoboek kunt u redelijk eenvoudig zelf samenstellen, waarna u het kunt vermenigvuldigen voor uw groep. U kunt hiervoor oude schoolfoto’s gebruiken van de opa’s en oma’s van de kinderen. Maar ook een oud schoolrapport, een afbeelding van een leesplankje, een lessenaar, een schoolklas, schoolgebouwen, spelende kinderen op het schoolplein (oude spelletjes), enzovoort. En natuurlijk zijn oude schoolplaten (Jetses) en (spot)prenten zeer geschikt. Ook hier kan het internet u weer van dienst zijn.

OUDHOLLANDSE SPELLETJES
Dit is een spelactiviteit, waarbij u ook uw eigen creativiteit kunt gebruiken. Wat vindt u zélf leuke, haalbare spelonderdelen?
Binnen het groepje kunnen de kinderen twee aan twee Oudhollandse spelletjes doen. Twee kinderen knikkeren bijvoorbeeld de helft van de tijd, terwijl twee andere kinderen oefenen met een diabolo. Daarna wordt er gewisseld.
Meer suggesties zijn: spijkerpoepen, ezeltje prik, sjoelen, zaklopen, koekhappen en spiegelschrijven.

LIEDJES EN VERSJES
Een talige activiteit, met muzikaal voorbereidende elementen. Het door u samengestelde Muziek- en versjesboek is hierbij uitgangspunt. Het bijbehorende werkblad is bij elke samenstelling te gebruiken. De kinderen maken diverse opdrachten, gebruiken een woordenboek en werken aan een korte stelopdracht. Deze activiteit vormt de basis voor muzikale activiteiten in de klas.

NEDERLANDSE GULDEN
Deze extra rekenactiviteit is alleen uit te voeren in combinatie met een gratis lespakket van DNB (De Nederlandse Bank) over de Nederlandse gulden. Dit lespakket kunt u aanvragen via de website van DNB. Het lespakket bestaat uit (onder andere) een boek over de Nederlandse gulden en versnipperd geld. Hierbij maken de kinderen een serie opdrachten. Zo rekenen ze met geld en ontwerpen ze een biljet van de toekomst.

Evaluatie en afsluiting

Na elke circuittijd willen de kinderen graag hun verhaal kwijt. Bespreek steeds met elkaar wat leuk, minder leuk, moeilijk en makkelijk was. En hoe ging het samenwerken met elkaar?
Deze (korte) evaluaties ondersteunen de kinderen bij de (vervolg)activiteiten en geven u meer inzicht in de capaciteiten en het leerplezier van de kinderen.

Uitbreiding op dit artikel

Dit artikel heeft een uitbreiding op deze site. Daar zijn opgenomen: alle werk- en instructiebladen die nodig zijn bij het circuit, een overzicht van alle benodigde materialen, suggesties voor (thema)boeken, links en extra lesideeën. Klik hier om het artikel te lezen.