Je moet kiezen: je krijgt een extra arm óf een extra oog. Je hebt voor altijd groen haar óf je moet zwaaien naar iedereen die je ziet. Kinderen smullen van dilemma’s, maar ploeteren (soms) met rekensommen. De oplossing: dilemmasommen! Met gekke dilemma’s, waarvoor je wél eerst even goed moet rekenen voordat je een weloverwogen keuze kunt maken.

Werkwijze

  • Knip de kaartjes los en stop elk kaartje in een envelop. Nummer de enveloppen. Een printversie van de kaartjes vind je op praxisbulletin.nl.
  • Geef elk groepje een envelop. De kinderen bekijken het dilemma. Daarna gaat elk kind individueel aan de slag met het uitrekenen. Ze vergelijken hun antwoorden. Heeft iedereen hetzelfde antwoord? Dan maakt elk kind een keuze: optie A of B.
  • Ze leveren de envelop met het dilemma weer in en kiezen een nieuwe envelop. Ze houden zelf bij welke nummers ze al gehad hebben.
  • Is een groepje klaar? Dan bedenken ze zelf dilemmasommen met behulp van het printblad ‘dilemmasommen om zelf af te maken’ op praxisbulletin.nl.

Variaties

• Je kunt de dilemma’s ook klassikaal aanbieden. Schrijf het dilemma op het bord en laat de kinderen rekenen. Geef dan een signaal: op dat signaal geven de kinderen allemaal tegelijkertijd aan wat hun keuze is. Dat kan op een wisbordje of met staan en zitten.

• Met de keuzes die de kinderen maken, kun je weer verder rekenen met de pluskinderen. Hoeveel kinderen kozen optie A? En hoeveel optie B? Hoeveel procent is dat?

Download het artikel als pdf-bestand