Veel vaardigheden die al sinds de prehistorie belangrijk zijn voor de mens, zijn nog steeds actueel. Het zijn competenties die kinderen nodig hebben om succesvol deel te nemen aan de maatschappij van de toekomst. Maar hoe kun je ze bijbrengen aan de leerlingen? Het vijf-taken-model is hiervoor een praktisch hulpmiddel.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Artikel

Hoe pas je de vaardigheden die besproken worden in het artikel over het vijf-taken-model praktisch toe in de klas? Hieronder lees je bij elke taak een passend voorbeeld, geschreven door Liesbeth Mol.

Los het op
In elke school of in elke klas is er weleens een probleem waar geen oplossing voor te vinden lijkt: de wcā€™s worden vies achtergelaten, er wordt gerend in de gang, kinderen storen elkaar bij het zelfstandig werken, er wordt veel geroddeld en ga zo maar door. Wat in zoā€™n geval goed werkt, is kinderen zelf met oplossingen laten komen. Laat ze eerst zelf nadenken, hun oplossingen vervolgens bespreken met hun maatje en tot slot met hun (werk)groepje komen tot bijvoorbeeld drie verschillende oplossingen. Laat de kinderen de oplossingen op een groot vel papier zetten en kort toelichten in de klas. Hang ze vervolgens op en laat alle kinderen langs de vellen lopen en bij drie voorstellen een krul zetten. Spreek een periode af waarin het meest gekozen voorstel uitgeprobeerd wordt. Evalueer na die periode samen het resultaat.

Belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden tijdens deze oefening: probleemoplossend vermogen, creatief denken, zelfregulering, samenwerken, communiceren.

Denk het uit
De kinderen maken een tekening waarbij een voorwerp uit hun etui onderdeel wordt van die tekening. Laat eventueel wat voorbeeldtekeningen op het bord zien, zodat duidelijk wordt wat de bedoeling is (zoekterm voor afbeeldingen via Google: ā€˜tekeningen met voorwerpenā€™). Haal deze voorbeelden ook weer weg. Bij deze opdracht gaat het vooral om het creatieve proces: wat bedenk je bij een voorwerp? De nadruk ligt minder op het tekenen zelf.

Belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden tijdens deze oefening: creatief denken, communiceren.

Vind een antwoord
Bij elk thema, van wereldoriĆ«ntatievakken tot taal of rekenen, is een vragenmuur een waardevolle aanvulling. Introduceer deze vragenmuur aan het begin van een thema. Verdeel de muur (een groot vel papier kan ook) in twee delen: boven de ene helft staat een vraagteken en boven de andere een uitroepteken (of een ander teken of een stukje tekst dat passend is). Als kinderen vragen hebben bij het thema, schrijven ze deze op een briefje en plakken hem onder het vraagteken. Tijdens de weektaak of als klaarwerk kunnen kinderen zoā€™n briefje pakken en op zoek gaan naar het antwoord. Spreek daarbij af dat de bron ook genoteerd wordt. Bespreek van tevoren wat (on)betrouwbare bronnen zijn en hoeveel bronnen nodig zijn voor een betrouwbaar antwoord. Plak het briefje op de andere helft als het antwoord is gevonden. Degene die het antwoord gevonden heeft, legt het uit tijdens de volgende les.

Belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden tijdens deze oefening: kritisch denken, informatievaardigheden, mediawijsheid, communiceren.

Laat het zien
Gebruik de gratis tool linoit (linoit.com) eens. Hiermee kun je als leerkracht een ā€™prikbordā€™ voorbereiden en vervolgens delen met de kinderen. Zij kunnen in groepjes het prikbord vullen met hun onderzoeksresultaten: teksten, filmpjes en afbeeldingen. Door van tevoren af te spreken dat elk groepje zijn eigen kleur memoblaadjes gebruikt, blijft het overzichtelijk. Het werkt heel intuĆÆtief en aan het eind van de les staan de resultaten van alle groepjes mooi bij elkaar op een scherm. Als leerkracht houd je ook precies bij wat de groepjes aan het doen zijn en kun je eenvoudig inspringen als je merkt dat een groepje weinig produceert of op de verkeerde weg zit.

Belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden tijdens deze oefening: communiceren, mediawijsheid, kritisch denken, ICT-basisvaardigheden.

Maak een keuze
Kijk eens op het Twitteraccount @WODB (waarbij de letters staan voor Which One Doesnā€™t Belong). Het principe is dat je steeds vier plaatjes te zien krijgt waarbij je moet beslissen welke er volgens jou niet bij hoort. Zet bij de inloop van de dag op je bord eens vier plaatjes die passen bij je lessen van die dag; vakantiefotoā€™s, gereedschap, muziekinstrumenten, geometrische figuren, vruchten, dieren, je kunt het zo gek niet bedenken of er is een WODB van te maken. De keuze van de plaatjes is niet zo van belang, het gaat vooral om de argumenten bij de antwoorden waar de kinderen mee komen. Waarom vinden ze dat? Stimuleer ze om te argumenteren waarom een bepaald plaatje er niet bij hoort en beloon creativiteit.

Belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden tijdens deze ā€˜oefeningā€™: kritisch denken, creatief denken, communiceren.