Aron mag deze keer de aftrap nemen, omdat hij de bal heeft meegenomen. Hij schopt de bal in een mooie, rechte lijn naar Mtoto. Mtoto rent met de bal vooruit, ontwijkt twee tegenstanders en schiet de bal dan weer terug. Aron vliegt vooruit met de bal. Het doel is nu heel dichtbij! Vanuit zijn ooghoeken ziet hij zijn tegenstanders op hem af rennen. ‘Schieten, Aron. Nu!’ hoort hij Mauri roepen. Hij speelt de bal voor zijn rechterbeen, mikt en… schopt de bal recht het doel in. Goal!
Zomaar een stukje tekst over spelende kinderen. Op het eerste gezicht niets bijzonders. Alleen speelt dit potje voetbal zich af in Afrika. En dat maakt het tot mooi onderwijsmateriaal. Door met een herkenbaar verhaal te beginnen, wekt u direct de interesse bij de kinderen. Bovendien is de toon gezet: er wordt gespeeld!

Lees ook de uitbreiding

Bij dit artikel hoort een online uitbreiding.

Ontwikkelingseducatie richt zich op onderwijs over de zogenoemde ontwikkelingslanden. Deze woordkeus geeft al aan, dat het gaat om landen, die zich – naar internationale maatstaven – nog verder moeten ontwikkelen. De meeste ontwikkelingslanden liggen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Het zijn landen, waarin het grootste deel van de bevolking zeer arm is. Daarnaast lopen ontwikkelingslanden op economisch, technologisch en medisch gebied achter op de rijke landen.
Het ligt voor de hand, om in te zoomen op de minder ontwikkelde kenmerken van armere landen. Dit lijken immers de overeenkomsten tussen de ontwikkelingslanden te zijn. Toch is dit niet altijd wenselijk. Het doet bijvoorbeeld geen recht aan de grote verschillen tussen ontwikkelingslanden. En misschien nóg wel belangrijker: het is didactisch gezien vaak minder interessant.

0c991562-d084-42e8-9034-74b4db61bda6_malawi3

REFERENTIEKADER
Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen het leven van kinderen in Nederland en kinderen in een willekeurig ontwikkelingsland. Door van deze verschillen uit te gaan, biedt u als leerkracht een referentiekader aan, dat voor de meeste Nederlandse kinderen onvoldoende is. De kenmerkende verschillen – zoals te weinig eten, nauwelijks luxe artikelen en niet naar school kunnen – passen niet in de belevingswereld van veel kinderen. Ze herkennen het simpelweg niet. Om aansluiting te vinden bij de belevingswereld van Nederlandse kinderen, zult u dan ook niet op zoek moeten naar verschillen, maar naar overeenkomsten.

IDENTIFICATIE
Een belangrijk aanknopingspunt bij ontwikkelingseducatie is, dat Nederlandse kinderen zich kunnen herkennen in de kinderen in ontwikkelingslanden. Dus dat ze zich met die kinderen kunnen identificeren. Dit betekent, dat u ruim aandacht kunt besteden aan onderwerpen, die dicht bij de beleving van kinderen liggen. Zowel hier als in een ontwikkelingsland. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als: spelen, omgeving, dieren en school.
Door vanuit een herkenbaar beeld te werken, vindt u vanzelf aanknopingspunten om verschillen te ontdekken. Kinderen zijn nieuwsgierig en stellen vaak spontaan de vragen, waar u verder mee kunt. Zo gaat u samen met de kinderen op ontdekkingstocht.

4c6fdd66-80d0-4e0d-8d96-57b96201b5af_malawi4
INNERLIJK PROCES
Een belangrijk doel van ontwikkelingseducatie is, om bewustwording te creëren bij kinderen in Nederland ten aanzien van andere landen, levenswijzen en levensomstandigheden. Deze mondiale vorming is belangrijk om in een multiculturele samenleving anderen te kunnen begrijpen en respecteren. Ontwikkelingseducatie draagt daarmee bij aan kinderen, die hart hebben voor hun medemens en zich gedragen als wereldburgers.
Dit is niet iets, wat aan kinderen kan worden opgelegd. Het gaat om een innerlijk proces, waarbij kinderen op een bepaalde manier leren denken en een bepaalde houding ontwikkelen. Bij die ontwikkeling gaat het om attitudevorming of gewenst gedrag. Hierbij spelen enkele belangrijke pedagogische en didactische aspecten een rol.

PEDAGOGISCHE ASPECTEN
Bij attitudevorming gaat het niet om rechtstreekse gedragsbeïnvloeding (gedragsregels), maar om bewustwording. Dit betekent, dat kinderen inzicht moeten krijgen in de materie en zelf leren afwegen welke consequenties dit heeft voor het eigen gedrag. Dit kan alleen op grond van eigen ervaringen.

DIDACTISCHE ASPECTEN
Gedragsverandering vindt niet plaats door kinderen een les uit het hoofd te laten leren. De lesstof moet nauw aansluiten bij de belevingswereld van een kind. Het aanleren van waarden en begrippen heeft namelijk alleen zin, als het bijdraagt aan de verruiming en verdieping van de eigen beleving. Voor het nadenken over het eigen gedrag geldt hetzelfde.

Vanuit pedagogisch oogpunt is het voor attitudevorming wenselijk om kinderen binnen het onderwijs eigen ervaringen aan te bieden. Bij het voorbereiden en begeleiden van deze ervaringen kunt u de volgende aandachtspunten gebruiken:
– Sluit aan bij de belevingswereld van kinderen (identificatie)
Formuleer vooraf enkele thema’s, die u zou kunnen aanbieden. Denk hierbij goed na over uw eigen groep. U hoeft niet alle aspecten van een land te behandelen. Wellicht hebben de kinderen veel interesse voor een bepaald spel, voor muziek of dieren. U kunt ook een actueel onderwerp nemen, zoals beroepskeuze (vervolgonderwijs). Laat voldoende ruimte over voor de eigen inbreng van kinderen.
– Laat overeenkomsten en verschillen vanuit eigen interesse aan bod komen
Kies een thema uit, dat dicht bij de kinderen ligt en focus in eerste instantie op de overeenkomsten. Wat herkennen de kinderen? Waar hebben ze vragen over?
– Sluit aan bij het juiste niveau van de kinderen
Bied thema’s en werkvormen aan, die goed aansluiten bij het niveau van uw groep. Zorg voor voldoende uitdaging, door verschillende activiteiten van een iets hoger niveau aan te bieden.
– Bied verschillende didactische werkvormen aan
Kies bewust voor verschillende didactische werkvormen. Bij de verschillende werkvormen kunnen steeds andere kinderen het voortouw nemen. Zeker bij lastige thema’s is het belangrijk, om de lesstof op meerdere manieren te verwerken. Denk hierbij aan: hoofd, hart en handen.
– Bied voldoende en veelkleurige informatie aan
Probeer het thema vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Geef kinderen eventueel de mogelijkheid, om stukjes zelf te lezen of op te zoeken op internet.
– Stimuleer opdrachten, die gericht zijn op inzicht en gedrag
Bespreek uitdagingen, lokale oplossingen en oplossingen van kinderen zelf. Hierbij kunt u bijvoorbeeld gebruikmaken van rollenspelen of andere spelvormen, waarbij kinderen spelenderwijs inzicht verwerven.
– Bied een handelingscomponent aan
Rond af met een handelingsperspectief. Hierbij gaat het niet (alleen) om het inzamelen van geld. Het is belangrijk, dat kinderen inzicht krijgen in hun eigen mogelijkheden. Hierbij mag u realistisch zijn. Een kind kan niet alleen voor alle oplossingen zorgen. Het is wel goed om te beseffen, dat alle beslissingen die je als kind neemt, invloed hebben op anderen. Dat geldt niet alleen voor je naaste familie en je vriendjes/vriendinnetjes, maar soms ook voor mensen die je niet kent!

d7d439af-0b2b-4c7c-9e95-b3df0a61e85a_malawi5
VOORAF
In uw lesvoorbereiding kunt u de hiervoor genoemde aandachtspunten vertalen naar meer concrete stappen. Dit zal ik hierna illustreren aan de hand van een lesvoorbeeld over het land Malawi, in Afrika. Voor dit lesvoorbeeld zijn enkele bewerkte tekstfragmenten gebruikt uit de landenmodules voor groep 5-8 van Kids Moving the World.

BENODIGDE MATERIALEN
– introductieverhaal
– foto van een zelfgemaakte voetbal
– fotomateriaal uit Malawi
– voetbal van kinderen uit uw eigen klas
– kosteloos materiaal

– Het introductieverhaal is opgenomen op praxisbulletin.nl, zodat u dit gemakkelijk kunt downloaden voor gebruik in uw groep.
– De foto van een zelfgemaakte voetbal is afgedrukt aan het begin van dit artikel. (Zie: pagina 5.)

THEMA
De lessenserie gaat over het Afrikaanse land Malawi. U start met het thema School. U onderzoekt samen met de kinderen hoe een schooldag van kinderen in Malawi eruitziet.

INTRODUCTIE
De introductie start met een voorleesverhaal. In het verhaalfragment maken de kinderen kennis met enkele leeftijdgenootjes, die aan het voetballen zijn. De voetbalwedstrijd vindt plaats op het schoolplein tijdens de pauze.

KRINGGESPREK
De meeste kinderen in uw klas zullen de pauze ook gebruiken om te spelen. Voetbal is een spel, dat zowel in Nederland als in Malawi populair is. Kinderen zullen u vast kunnen vertellen over hun mooie momenten tijdens het spel.
Met behulp van het introductieverhaal kunt u informatie inbrengen over de materialen en het speelveld in Malawi. Laat bijvoorbeeld de foto van de zelfgemaakte voetbal zien. (Zie: pagina 5.) Onderzoek samen met de kinderen waar de voetbal van is gemaakt en waarom hij zo is gemaakt. Kinderen zullen nieuwsgierig zijn naar de kwaliteit van de voetbal. Bedenk samen hoe de kinderen dit kunnen testen.

VERVOLGACTIVITEITEN
Bedenk hoe u het thema Spel kunt uitbreiden, verdiepen of verbreden naar andere thema’s. Maak hierbij gebruik van verschillende werkvormen. Afhankelijk van de leeftijd en het niveau van de kinderen kunt u denken aan uitbreiding door middel van:
– het ontwerpen en maken van een eigen voetbal met kosteloos materiaal;
– het testen en verbeteren van de zelfgemaakte voetbal;
– het spelen van een voetbalwedstrijd met verschillende ballen;
– het bekijken en spelen van andere spellen, zoals hinkelen of tikkertje;
– het bespreken van andere pauzeactiviteiten, zoals het eten van een pauzehapje/pauzemaaltijd;
– het tekenen, verven of kleuren van een pauzemaaltijd uit Nederland én uit Malawi;
– het koken en proeven van een pauzemaaltijd uit Malawi.

UITBREIDEN EN VERDIEPEN
Na de introductie en eventuele vervolgactiviteiten kunt u dieper ingaan op het thema School. In het voorleesverhaal zitten voldoende aanknopingspunten, om te laten zien hoe een schooldag in Malawi eruitziet. Aanvullende informatie kan bijvoorbeeld via internet worden gevonden. Bekijk met de kinderen welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen een schooldag in Malawi en een schooldag in Nederland.
Scholen in Malawi hebben bepaalde uitdagingen. Bespreek de lokale oplossingen. Maar laat kinderen ook zélf mogelijke oplossingen bedenken.
Een paar voorbeelden:

Uitdaging
In Malawi zitten vaak veel kinderen in één klas. Hierdoor zijn de lokalen overvol en extra warm.
Lokale oplossing
Kinderen krijgen vaak buiten les. Behalve in het regenseizoen is het de rest van het jaar warm en droog in Malawi. De kinderen zitten dan lekker koel, onder een boom, in de schaduw.
Uitdaging
Scholen in Malawi hebben weinig lesmaterialen en hulpmiddelen, zoals schriftjes en rekenmaterialen.
Lokale oplossing
Enkele creatieve oplossingen zijn: schrijven met een stokje in het zand, verven met nat zand op bomen en rekenen met oude kroonkurken.

AFRONDING
Rond af met een handelingsperspectief. Bespreek welke acties van kinderen invloed hebben op leeftijdgenootjes in Malawi. Dit kunnen kleine, dagelijkse handelingen zijn, maar ook speciale projecten. Enkele voorbeelden:
– Vertellen over dit schoolproject aan je directe omgeving.
– Contact onderhouden met kinderen uit Malawi (via intermediair).
– Het kopen van fair trade artikelen uit Malawi.
– Het houden van een inzamelingsactie voor microkrediet in Malawi.
TOT SLOT
Ik hoop, dat het werken aan de bewustwording en attitudevorming bij de kinderen van uw groep mee zal helpen, om ze te ontwikkelen tot verantwoordelijke en betrokken wereldburgers.
Veel succes én plezier met dit project!