Na de algemene introductie voor de hele school gaan de lessen in groepen van start, met materialen en opdrachten in een ecozak.

Brieven van de minister-president

U opent de brieven door op de links te klikken. U kunt de pdf-bestanden vervolgens afdrukken en/of opslaan op uw computer.

Lied “Het moet anders!”

Liedtekst

Melodie 1: langzame melodie in zesachtste maat, voor de onderbouw.
Melodie 2: snelle versie in vierdelige maat, als ondersteuning voor de rap.
Melodie 3: tegenmelodie voor de middenbouw, gezongen door de langzame melodie (melodie 1) heen.

Melodie 1 en 2:
Het moet anders, het moet beter!
De toekomst van de aarde
ligt in onze hand.
Het kan anders, het kan beter!
Voor mens, dier, boom en plant.

Melodie 3:
1 De aarde heeft een dunne schil
van wolken, lucht en wind.
En daarin ademt alles wat leeft,
dat weet toch ieder kind.
En spuit je rook en gas en roet
recht in die hemelboog?
Dan wordt het warm,
dan stijgt de zee.
Waar zit je dan nog droog?

2 De stormwind draait wieken in ’t rond
van molens hoog en sterk.
Zij maken schone energie,
zij doen voor ons het werk.
Geen olie en geen kolen meer,
maar wind en zonnekracht!
Zo houden wij de aarde mooi.
Een schone toekomst lacht!

Rap: tegenmelodie voor de bovenbouw, begeleid door de snelle melodie (melodie 2).

1 Je kan nou wel hard roepen:
‘Vervuilen is niet cool!’
Maar als je zelf er niks aan doet,
bereik je nooit je doel.
Als jij lang staat te douchen,
als jij niet fietsen wil,
maar altijd met de auto gaat,
dan staat jouw wereld stil.

2 De aarde wordt steeds warmer.
’t Vervuilen houdt niet op.
Jij bent het die verand’ren moet,
dus stop vervuilen: stop!
Denk niet: het zal niks helpen!
Als iedereen dat zegt,
gebeurt er dus geen ene bal,
dan gaat het onwijs slecht!

Notenschrift

Deel A: melodie 1 plus melodie 3, 70 bpm

201001notenschrift-moetanders1

Deel B: melodie 2 plus rap, 110 bpm

201001notenschrift-moetanders2

Tekst en muziek: Hans Aalbersberg
Illustraties: Carla Gerritzen

Melodie en karaoke

U kunt de mp3-bestanden als volgt naar uw computer kopiëren:

klik met de rechtermuisknop op de bovenstaande links;
kies “Doel opslaan als…”;
geef de map op waarin u het mp3-bestand wilt opslaan;
klik op “Opslaan”.

Toelichting

Het lied is geschreven om verschillende groepen kinderen van de school samen te laten zingen. Het heeft de vorm van een zgn. quodlibet: verschillende teksten met hun eigen melodie kunnen tegelijkertijd gezongen worden. Het lijkt op een canon, maar in die muziekvorm heeft een lied een aantal invalpunten waarop een tweede en volgende groep kan inzetten. De quodlibet bestaat uit een aantal zelfstandige liedjes die gelijktijdig door elkaar gezongen kunnen worden.

Zelfstandige liedjes

Onderbouw Voor de kinderen van de groepen 1 t/m 3 is de eerste melodie in 6/4-maat bedoeld. In de begeleiding volgen zij de lage stem, gespeeld door een fagot. De tekst is eenvoudig gehouden en bevat weinig woorden. Dit deel draagt vooral de visie en missie van het milieuproject uit. Bespreek met de kinderen wát er dan anders en beter moet en kan. Middenbouw De kinderen uit groep 4 t/m 6 zingen de tweede melodie in de 6/4-maat. Zij volgen in de begeleiding de trompetmelodie. De onderbouw blijft hun eigen liedje herhalen, de middenbouw zingt er doorheen. In deze tekst, die uit twee coupletten bestaat, worden problemen en oplossingen van en voor het milieu bezongen. De onderbouw zingt hun lied dus drie keer: één keer alleen en twee keer als begeleiding van de middenbouw. Bovenbouw Voor de oudste kinderen is een rap geschreven. De tekst spreekt de kinderen duidelijk aan: als jij niets doet, gebeurt er niets! Nu is het kenmerk van een rap dat hij altijd in 2/4- of 4/4-maat uitgevoerd wordt. Rappen op een 6/4-maat gaat niet lekker. Om toch samen met de andere kinderen van de school te kunnen optreden is een aparte versie van de onderbouwmelodie gemaakt, versneld en in 4/4-maat. De kinderen van de groepen 1 t/m 6 kunnen deze melodie drie keer zingen: één keer solo en twee keer terwijl groep 7/8 “rapt”. Tenslotte, als de begeleiding de 6/4-maat weer inzet, zingen alle kinderen nog twee keer de basismelodie. Uitvoering De uitvoeringsversie van het lied heeft daarom deze volgorde: 1 instrumentaal intro van een half onderbouwcouplet 2 onderbouw solo 3 onderbouw met middenbouw samen, couplet 1 4 onderbouw met middenbouw samen, couplet 2 5 instrumentaal tussenspel in 4/4-maat, een heel couplet 6 onderbouw/middenbouw solo 7 onderbouw/middenbouw, rap couplet 1 bovenbouw 8 onderbouw/middenbouw, rap couplet 2 bovenbouw 9 instrumentaal tussenspel van een half onderbouwcouplet 10 onderbouw/middenbouw/bovenbouw zingen het onderbouwdeel 11 reprise 12 instrumentaal slot Gebruiksmogelijkheden Het lied is uitstekend te gebruiken als afsluiting van een milieuweek op school. Als bv. gekozen is om de milieuweek af te sluiten met een tentoonstelling of een grote actie en er zijn veel ouders in de school, dan is het prachtig om met een groot koor de show te stelen. Een andere mogelijkheid is het lied vóór de aanvang van het project aan te leren en enkele gedeelten door solistjes te laten zingen. Als het lied opgenomen kan worden en er wordt een cd van de opname gemaakt, dan kan die, ten bate van een goed doel – Greenpeace? – verkocht worden. Laat dan ook de hoes ontwerpen door enkele tekenvaardige kinderen! U mag de muziek van dit lied rechtenvrij gebruiken. Instuderen Voor iedere bouw staan hierboven inzingversies. Het is verstandig hiermee te beginnen, zodat de melodie stevig in de groep zit. Pas daarna kan geprobeerd worden om met de uitvoeringsversie aan de slag te gaan. Door met het juiste instrument mee te zingen vinden de kinderen hun plek in de totale uitvoering. De daadwerkelijke samenzang zal ook nog wel eens (in een weeksluiting?) geoefend moeten worden. De 6/4-maat kan eerst eens op tafel getikt worden: drie tikken links, drie tikken rechts. Op deze manier is – zeker aan oudere kinderen – uit te leggen dat deze maatsoort eigenlijk tweedelig is: twee triolen in een maat.

1 2 3

4 5 6

1

2

 

Eenmaal klaar voor de uitvoering, is een dirigent eigenlijk onmisbaar: hij/zij geeft aan wanneer de groepen moeten inzetten. Daarnaast is het handig om, als een groep van solo naar begeleiding overgaat, aan te geven dat het wat zachter moet. Voorbeeld: de onderbouwgroepen zingen enthousiast hun Het moet anders…, maar als de middenbouw gaat inzetten, moet de onderbouw wel wat zachter. De overgang van 6/4 naar 4/4 wordt verzorgd door de begeleidende muziek. Fagot en trompet spelen nu dezelfde melodie, die de onder- en middenbouw moeten zingen. En dan weer: als de bovenbouw gaat rappen, moet het allemaal wat zachter. Er kan ook gekozen worden om tijdens de rap niet te zingen! Deze grootse uitvoering lijkt nogal lastig, maar als alle groepen hun melodietje goed kennen en weten waar ze moeten beginnen, kan het eigenlijk alleen maar mooi en goed gaan klinken. Misschien moet het team eerst eens het hele lied oefenen. Eerst alle melodieën apart oefenen en dan door elkaar… Tenslotte: zou het, als alle kinderen helemaal aan het eind van het optreden de basismelodie weer zingen, niet mooi zijn om dan het licht te dimmen en hen allemaal met een klein lampje te laten zwaaien op de maat van de muziek? U kunt eens kijken wat elektrische waxinelichtjes kosten of kinderen zelf lichtjes mee laten nemen. Eigen tekst Als de melodie er eenmaal in zit, kan een eigen tekst gemaakt worden, die misschien beter past bij de specifieke activiteiten binnen het milieuproject op uw school. Dit lijkt vooral werk voor midden- en bovenbouwgroepen; voor de onderbouw zouden geïnspireerde leerkrachten misschien een tekst kunnen maken.

Achtergronden

De maatsoort

De 6/4-maat is in de popmuziek veel gebruikt in blues en ballads. In de klas wat blues laten horen, is natuurlijk heel beeldend. De ballad “If I could turn back the hands of time” (zie de filmpjes op Youtube) is het best te gebruiken in deze muziekles: hij wordt in 6/4-maat gezongen én hij is op melodisch gebied ook nog eens familie van ons milieulied!

Melodie en akkoordenschema

Het lied “Het moet anders!” is geschreven op een veelgebruikt akkoordenschema: C / Am / F / G. Deze akkoordenvolgorde is beroemd geworden door Pachelbels canon.
Johann Pachelbel leefde in Neurenberg van 1653 tot 1706. Hij was organist en componist en heeft aan de oudste broer van Johann Sebastian Bach muziekles gegeven. Zijn Canon in D is het meest bekend geworden. Deze is geschreven voor drie violen en basso continuo, meestal een bas of een klavecimbel. Hieronder ziet u een klein stukje van de Canon in D:

Het nogal plechtige stuk wordt vaak gespeeld bij klassieke bruiloften, maar ook bij begrafenissen!
Het akkoordschema zette talloze componisten aan het werk: er valt van alles van te maken. De songs hebben vaak iets melancholisch. Een kleine opsomming van popsongs die als basis Pachelbels Canon in D hebben:

– Spicks and spacks – The Beegees
– Rain and tears – Aphrodites Child
– Tous les garçons -Françoise Hardy
– Streets of London – Ralph McTell
– Go west – Village People
– If I could turn – R. Kelly
– Walking in Memphis – Marc Cohn
– Alfred J. Kwak – Herman van Veen
– With or without you – U2

Deze lijst is nog lang niet volledig: op Wikipedia zijn nog veel meer songs te vinden.

Gitaristen en pianisten die deze akkoordenreeks goed kunnen spelen, merken dat het heel makkelijk is een melodietje op deze reeks te maken. Door in een andere toonsoort te beginnen – ons lied begint in C – kan de melodie heel anders komen te liggen. Een en ander nodigt uit tot experimenteren en – wie weet – componeren!