Ik vertel in de klas dat ik heb gehoord over een schrijver. Het is een man en hij heeft een vrouw en vier kinderen. Om zijn brood te verdienen, schrijft hij artikelen voor een krant. Maar het allerliefst schrijft hij gedichten en verhalen. Dat doet hij in zijn vrije tijd, want het is best lastig om die verhalen en gedichten uitgegeven te krijgen.
Ik ben erg benieuwd naar de schrijver en zijn familie. Gelukkig kunnen de kinderen mij meer informatie geven.

De schrijver

Taakverdeling

De taken worden verdeeld. En een groepje van vier jongens gaat aan de slag met de schrijver. Hij wordt getekend op ribkarton en hij krijgt een T-shirt aan met een grote M erop. “Hij moet wel groot worden,” vindt Bram. “Maar hoe komen we nu zo snel aan een groot persoon?” Er wordt in ieder geval besloten, dat het grootste kind uit de klas én de juf allebei niet groot genoeg zijn. Dus gaan de kinderen naar de klas van juf José, om haar helemaal om te trekken. Juf José wordt op het karton op de grond gelegd. Het omtrekken gaat nog niet zo gemakkelijk, want José heeft volgens de jongens wel “wat moeilijke stukjes”.
Een groepje kinderen maakt de familie van de schrijver. En een ander groepje buigt zich over zijn werkkamer. Die werkkamer wordt gemaakt van een schoenendoos. Er komt uiteraard een bureau in te staan. Naast het bureau komen twee prullenbakken, omdat het schrijven nog wel eens fout gaat. De propjes papier liggen dan ook niet alleen in de prullenbakken, maar her en der verspreid door de kamer. Daarnaast krijgt de schrijver een hoogslaper in zijn werkkamer, voor als hij geen zin meer heeft om naar zijn slaapkamer te lopen.

De schrijver komt tot leven

Na een middag hard werken presenteren de groepjes alles aan elkaar en komt de schrijver tot leven. Hij heet Mark van de Ruit, is 48 jaar, heeft een vrouw en vier kinderen, waarvan één tweeling. Zijn kinderen zitten allemaal nog op de basisschool. Hij heeft een eigen werkkamer, in een schuurtje achter in de tuin. Aan de wand hangen zijn twee lievelingsgedichten. Het ene gedicht is het eerste gedicht, dat hij ooit heeft gemaakt. En het andere gedicht vindt hij heel mooi, omdat zijn kinderen het hebben versierd. Op de boekenplank staan veel verschillende soorten boeken. ’s Morgens – nadat hij zijn kinderen naar school heeft gebracht – gaat hij eerst snel de krantenartikelen schrijven, zodat hij daarna de rest van de dag tijd heeft om mooie gedichten en verhalen te schrijven. Verder houdt hij van wandelen en schaken.

Een brief

Verzoek

De volgende ochtend wordt Mark voorgesteld aan de ouders. “Dit is Mark,” zegt Alexander. “Hij heeft nog wel een beetje een gekke nek, maar dat verven we nog een beetje bij.” En Esmée legt aan haar moeder uit hoe ze de hoogslaper in de werkkamer heeft gemaakt.
Via het postkantoor van de onderbouw – die ook met een verhalend ontwerp bezig is – wordt er die dag een brief bezorgd in de klas. Het is een brief van de Groninger Courant, waarin wordt gevraagd of Mark van de Ruit gedichten wil schrijven voor de maandelijkse kinderkrant. Het moeten verschillende soorten gedichten worden over dieren. “Natuurlijk wil Mark dat!” roepen de kinderen. En vanzelfsprekend willen de kinderen hem daarbij wel helpen.

Gedichten schrijven en illustreren

Eerst gaat er een brief terug naar de krant, met het bericht dat Mark zeer vereerd is en dat hij zijn best zal doen om mooie gedichten te maken. Daarna zoeken we naar verschillende soorten gedichten: limericks, naamgedichten, rondelen, vrije gedichten, haiku’s en elfjes.
Ieder kind kiest een soort gedicht uit en gaat aan de slag met het schrijven en typen van het gedicht. Er wordt een lettertype gezocht, dat goed bij het gedicht past. En er komt een mooie illustratie bij het gedicht (gemaakt met waterverf en wasco).
Als de kinderen klaar zijn, dragen ze hun gedicht voor in de kring. Na de kring wordt er nog uitgebreid gediscussieerd over de gedichten. Enkele kinderen vinden dat het gedicht van Melvin erg mooi is. En daarom verwachten ze dat dit gedicht zeker in de kinderkrant zal komen. “Maar het gedicht van Tjeerd heeft weer een heel mooie tekening.” Dus ook dat gedicht en die illustratie zullen waarschijnlijk wel in de krant worden opgenomen, denken ze. Ik ben benieuwd…

Een tweede brief

Nog een verzoek

Alweer wordt er een brief bezorgd van de uitgever van de krant. Deze keer komt de conciërge hem brengen. Als de conciërge vraagt of ene Mark van de Ruit in deze klas zit, roept Max: “Ja, dat is de schrijver van onze klas. Hij staat daar!”
In de brief staat dat de uitgever erg blij is met de fantastische gedichten en dat ze die daarom zeker gaan plaatsen! Er gaat een luid gejuich op in de klas. De uitgever vraagt nu of Mark misschien tijd heeft om ook mooie sprookjes te schrijven. Daar denken de kinderen even over na. Natuurlijk willen ze Mark wel helpen met het schrijven van sprookjes. Maar een sprookje schrijven is echt “vet moeilijk”.
Een aantal dagen worden er sprookjes voorgelezen in de klas. Kinderen nemen ook sprookjesboeken mee van thuis om voor te lezen. We ontdekken hoe sprookjes precies zijn opgebouwd, waar sprookjes vaak over gaan en wat de kenmerken van sprookjes zijn. En we besluiten, dat we gewoon gaan proberen om mooie sprookjes te schrijven!

Sprookjes schrijven en illustreren

De kinderen maken allemaal hun eigen sprookje. Zelfs kinderen, die het niet altijd even makkelijk vinden om een tekst te schrijven, beginnen enthousiast en met veel fantasie te schrijven. De eerste sprookjes zijn – geïllustreerd en wel – die middag al klaar. Suzanne neemt haar sprookje mee naar huis en zit thuis vier uur lang te typen, omdat ze het zo graag af wil hebben.
De volgende dag komt een moeder aan mij vragen in welke krant de gedichten precies komen. Ze heeft thuis – in opdracht van haar dochter – al hun eigen kranten (én die van de buren) doorgebladerd, op zoek naar mooie gedichten van de klas, maar ze heeft ze nog niet kunnen vinden. Ik zeg haar dat ze misschien maar abonnee moet worden van de Groninger Courant, een krant die helaas niet bestaat.
Die week worden de sprookjes in de klas voorgelezen. En de kinderen geven elkaar tips over hoe je het best kunt voorlezen. “Probeer het heel spannend te maken, door eerst zachtjes en dan weer hard te lezen,” zegt Sam.
Dan worden alle sprookjes gebundeld en is het sprookjesboek klaar! Er gaat een kopie van het boek naar de krant. Want de originele sprookjes willen we natuurlijk graag in de klas houden!

Een echt voorleesboek voor kleuters

Bedenken

We krijgen telefoon in de klas. De uitgever is razend enthousiast over de sprookjes en vraagt nu of Mark van de Ruit zijn eigen voorleesboek voor kleuters zou willen schrijven!
Dit is natuurlijk de droom van Mark. Nu kan hij eindelijk doen wat hij altijd al heeft gewild. Hij sluit zich op in zijn werkkamer en denkt na over hoe hij het boek gaat schrijven.
In de kring praten we uitgebreid over het voorleesboek. Wie zou de hoofdpersoon kunnen zijn? Waar zou het verhaal zich kunnen afspelen? Hoe zouden we het best de tekeningen en de tekst op papier kunnen zetten? En hoe groot moet het boek worden?
Uiteindelijk komen we tot de conclusie, dat de hoofdpersoon een dier moet zijn. “Want dat vinden die kleintjes vaak heel leuk!” Met z’n allen bedenken we daarna stukje bij beetje het verhaal van een mier, die op wereldreis gaat.

Afspraak

De volgende dag komt Ludo op school met goed nieuws! Hij heeft zijn overbuurman gevraagd. Die is illustrator en wil ons wel komen vertellen hoe we het verhaal het best kunnen illustreren. Veel kinderen willen hem direct gaan bellen om een afspraak te maken. Maar volgens Ludo kan dat beter na tien uur, voor als hij per ongeluk nog in bed ligt. Marcel Leuning wordt gebeld. En hij kan direct na het weekend komen.

De illustrator in de klas

De illustrator komt in de klas. Hij vertelt enthousiast over zijn werk en geeft ons tips voor ons verhaal. Hij heeft boeken en posters bij zich, die hij heeft geïllustreerd. De kinderen zijn allemaal erg betrokken en willen van alles van hem weten: hoe lang hij al illustrator is, hoe hij de tekeningen maakt, wat hij moeilijk vindt om te tekenen en hoelang het duurt voordat een tekening klaar is. De kinderen vinden het vooral leuk, als hij vertelt dat het helemaal niet erg is om een keer iets over te trekken.

En dan zelf aan de slag!

Als de illustrator weg is, kunnen we natuurlijk niet verder met onze weektaak. Er moet direct aan het voorleesboek worden gewerkt. Er wordt mooi papier gemaakt. En we illustreren het boek op de Eric Carle-manier, want dat zijn tenslotte heel mooie prentenboeken.
Ieder kind maakt zijn (of haar) eigen bladzijde. Zo komt de mier op iedere bladzijde weer een ander dier tegen. De kinderen kijken nauwkeurig hoe groot de mier op iedere bladzijde komt en overleggen goed hoe de tekst erbij moet worden geplakt.

Hoera, het boek is klaar!

Voorlezen

Dan is het boek af. Wij vinden zelf dat het erg mooi is geworden. Maar we zijn natuurlijk allemaal erg benieuwd of de kleuters het ook een mooi boek vinden! Er gaan kinderen naar de verschillende kleutergroepen, om te vragen of ze het boek mogen komen voorlezen. Omdat alle kinderen graag willen voorlezen, gaan ze in tweetallen aan kleine groepjes kleuters voorlezen. Gelukkig zijn ook de kleuters erg enthousiast.

Presentatie

Omdat het boek een groot succes is, besluit de familie van Mark van de Ruit een feest te geven. Twee kinderen schrijven een uitnodiging. We nodigen alle ouders, opa’s en oma’s en andere belangstellenden uit om bij de presentatie van het boek aanwezig te zijn.
Een paar dagen later is het dan zover. De kinderen stellen de schrijver en zijn familie voor. Daarna lezen ze zijn mooiste gedichten en verhalen voor. En tot slot wordt natuurlijk het boek gepresenteerd. Alle bezoekers zijn erg enthousiast. En onder het genot van een glaasje kinderchampagne kijken ze nog even rond. Het is een groot succes.
Mark van de Ruit is natuurlijk supertrots. Hij heeft het de laatste weken erg druk gehad en heeft nauwelijks tijd gehad voor zijn familie. Hij vindt, dat hij en zijn familie wel een vakantie hebben verdiend. De volgende dag vertrekken ze dan ook al vroeg met het vliegtuig naar Spanje!
En wij? Wij houden het boek zolang nog in de klas. Want we zijn nog lang niet klaar met voorlezen…

Meer informatie

Voor een compleet scenario van De Schrijver (en andere verhalende ontwerpen) kijkt u in de webwinkel op de website www.verhalendontwerpen.nl.