“Mag het een onsje meer zijn?” is een wereldoriëntatieproject voor de midden- en bovenbouw. We bekijken de rijkdom aan leerervaringen, die het thema De markt ons geeft. Uit deze veelheid van ervaringen halen we díe aspecten, die verband houden met rekenen. Waarom rekenen? Door de druk op de te behalen doelen van de methodes is er nauwelijks tijd om kinderen concrete ervaringen te bieden. Met dit thema kunnen we daarom rekenen weer levend – en dus voor de kinderen interessant – maken. We sluiten het thema af met een échte markt, waarop de ouders onze gast zijn. Dit artikel bevat een uitbreiding.

Bestanden

Klik op de naam van het bestand om het te openen.

Artikel

Lees ook de uitbreiding

Bij dit artikel hoort een online uitbreiding.

Informatie vooraf

RIJKE LEERERVARINGEN
Wat zijn de rijke leerervaringen van dit thema?
• Soorten markten: weekmarkten, jaarmarkten, Luikse markten, braderieën, rommelmarkten, vrijmarkten, Turkse en Marokkaanse markten.
• De marktwaren: wat wordt er op de markt verkocht? Waar komen de producten vandaan? Wat zijn de productlijnen? Hoe zijn de producten tot stand gekomen?
• Het ontstaan van markten en handel in het algemeen: een stukje geschiedenis.
• Boodschappen doen en omgaan met geld.
• Het beroep van marktkoopman.

Centraal thema

Vanuit deze vijf punten leggen we verbanden met het rekenen. De basisbegrippen vergelijken, sorteren, ordenen en volgorde zijn rijkelijk aanwezig in dit thema. Het thema nodigt uit tot wegen (van producten) en meten (bijvoorbeeld van afstanden). Het aspect tijd speelt ook een rol in dit thema.
We kiezen als centraal thema: wegen. Niet omdat de andere aspecten minder belangrijk zijn. Maar omdat de gewichtsmaten vaak vaag en abstract blijven voor veel kinderen. Binnen het wegen komen de genoemde basisprincipes van het rekenen ook weer aan bod.

Voorbereiding

Voor dit thema hebt u de volgende zaken absoluut nodig:
– Voor iedere tafelgroep hebt u een weegbalans nodig. Misschien vindt u die in de kleutergroepen. Anders moet u ze zelf maken van een kleerhanger. Hang een touw in het midden van de hanger, zodat die opgetild kan worden. Hang aan beide uiteinden haakjes, waaraan u eventueel netjes (of zakken) kunt bevestigen.
– Ook hebt u digitale keukenweegschalen nodig. Vraag ze te leen aan ouders.
– Voor het uitvoeren van de opdrachten zijn er telkens een aantal producten nodig, die u kopen moet.

Opening en introductie

De opening/introductie van het thema bestaat uit vier onderdelen:
• Marktkraam
In de centrale hal van de school wordt een marktkraam ingericht. Kinderen van de bovenbouw spelen voor marktkooplui en prijzen de waren aan. Ze verkopen fruit (mandarijntjes), groenten (wortels en kleine tomaatjes), noten en snoep (spekjes, drop).
• Inkopen doen
In de loop van de ochtend krijgen de kinderen ieder 50 cent. Ze mogen van dit bedrag inkopen gaan doen bij de marktkraam. Het hele bedrag moet besteed worden. Kinderen die minder besteden, moeten het resterende geld weer inleveren. Doe dit per groep! Dan hoeft u maar voor één groep speelgoedgeld te hebben!
• Woordspinnen
Vraag aan de kinderen van uw groep wie er wel eens op een markt is geweest. Laat de kinderen over hun ervaringen vertellen. Inventariseer met de kinderen naar welke markten ze geweest zijn en laat hen benoemen wat er zoal te koop werd aangeboden op die markten.
Maak samen met de kinderen woordspinnen van de geïnventariseerde gegevens.
• (Foto)collages
Vervolgens verdeelt u de kinderen in groepjes. Ieder groepje maakt een collage van één markttype. Denk bijvoorbeeld aan: de bloemenmarkt, de rommelmarkt, de weekmarkt, de veemarkt. De technieken, die de kinderen kunnen gebruiken, zijn: tekenen, schilderen en collages maken van plaatjes uit tijdschriften.

Wegen

152bb082-0055-4970-a271-c0b0e142212a_weegbalans2De weegbalans
KRINGACTIVITEIT
• Licht en zwaar
U bent op de markt geweest. En u neemt twee gevulde boodschappentassen mee naar school: één tas zit boordevol met grote en lichte dozen (van producten) en één tas zit halfvol met kleine en zware producten.
In de kring houdt u een gesprek met de kinderen over licht en zwaar. Welke tas ziet er voor de kinderen zwaar uit? Waarom? Hoe kunnen ze bewijzen dat de ene tas zwaarder is dan de andere tas? De kinderen zullen het waarschijnlijk met hun lichaam laten zien.
• Aantonen
Dit is het moment dat u de weegbalans introduceert. Nu kunt u ook de producten met elkaar gaan vergelijken. En de kinderen kunnen de effecten op de weegbalans observeren. U neemt bijvoorbeeld een lege doos uit de ene tas en een pak suiker uit de andere tas. Wat zien de kinderen op de weegbalans? Haal dan alle producten uit de beide tassen en vraag welk product het lichtst en welk product het zwaarst zal zijn. U neemt de proef op de som en toont met de weegbalans aan wat het lichtste en wat het zwaarste product is.

ZELFSTANDIG WERKEN
Zorg per tafelgroepje voor: één weegbalans en een flink aantal verschillende producten. (Bijvoorbeeld: een lolly, een sinaasappel, een appel, een pak koekjes, een zakje chips, een pakje rozijnen, een potje zout, een kool, een mandarijn, een pakje vanillesuiker, een gum, een potlood, een pen en een schrift.) De kinderen krijgen de opdracht om met verschillende producten de balans in evenwicht te brengen.

De digitale weegschaal

KRINGACTIVITEIT
• Gram
We gaan van de balans naar de digitale weegschaal. Vraag of er kinderen in uw groep zijn, die deze weegschaal herkennen en die ook weten hoe die werkt.
Laat een voorbeeld zien van wat kinderen bij de vorige opdracht (met de weegbalans) ontdekt hebben. Stel, dat een lolly, een pak koekjes en een zakje chips even zwaar zijn als een mandarijn. Weeg dan nu de mandarijn op de digitale weegschaal. Welk getal verschijnt er in beeld? Welk getal zou er moeten verschijnen, als nu de andere producten (samen) gewogen worden? Zijn er kinderen, die weten wat de getallen betekenen? Introduceer nu het begrip gram.
• Schatten
Op de kringtafel liggen een aantal lichte producten. Bijvoorbeeld: twee rozijnen, een eurocent, een puntenslijper, een beschuit, een theezakje, een bloem, een suikerklontje en een paperclip. Welk product zou wel eens slechts één gram kunnen wegen? Laat de producten van licht naar zwaar op een rij leggen. Weeg dan een paar producten, om het begrip gram en het begrip schatten duidelijk te maken. Wat zou de puntenslijper wegen? Weeg hem maar!

ZELFSTANDIG WERKEN
In tafelgroepjes beschikken de kinderen over een digitale weegschaal, een aantal producten en een werkblad.
De kinderen gaan het gewicht van een product eerst schatten en daarna wegen. Schatten is een belangrijke activiteit. De kinderen moeten de producten in hun handen nemen en op die manier het gewicht schatten.

Hoeken

Voor de thematische hoek geef ik u de volgende aandachtspunten:
– Creëer in de groepen van de school een thematische hoek: een marktkraam. Schuif wat tafels tegen elkaar en gebruik een parasol als dak. Zorg voor lege dozen en/of lege manden.
– Op deze markt kan van alles verkocht worden: schoenen, bloempotten, speelgoed, kleding, bloembollen, bloempotten, sieraden… Het is er allemaal te vinden! Het is een prachtige gelegenheid om kinderen te laten sorteren en te laten ordenen.
– Zorg ook voor: een kassa (of een geldla), speelgoedgeld (waar ook weer kan worden gesorteerd en geordend), boodschappentassen, een weegschaal, etiketten en potloden.
– Ieder leerjaar (of iedere groep) kan een speciale marktkraam inrichten. Wat vindt u van een snoepkraam? Of van een groente- en fruitkraam? Of verkoopt u liever specerijen?
– De kinderen mogen per tafelgroepje in de marktkraam spelen en spelend leren.
– De kinderen kunnen woordkaarten maken, om de producten aan te prijzen en te verkopen.
– En natuurlijk moeten de prijzen bepaald worden. Worden de producten per stuk verkocht? Of per gewicht?

Marktbezoek

Bezoek met de kinderen in de loop van het project de weekmarkt bij u in de buurt. Ik geef twee mogelijkheden/invalshoeken.

fd224082-ccec-41db-8ef8-8ab3db77f181_marktbezoek
MOGELIJKHEID 1: PRODUCTEN
• Videoclip
Kijk eerst samen met de kinderen naar de videoclip Feest op de markt.
→ Googel hiervoor op internet: feest op de markt van Bart en Klaas.
• Gesprek
Nodig de kinderen daarna uit tot een bezoek aan de markt: in groepjes en onder ouderbegeleiding! Ga in gesprek met de kinderen en vraag wat ze verwachten aan te treffen op een (regionale) weekmarkt:
– Waarvoor gaan de mensen uit de buurt naar deze markt?
– Welke leerervaringen zijn er voor de kinderen op deze markt?
– Waar willen ze op letten?
– Wat kunnen ze vergelijken met elkaar?
• Vergelijkingsonderzoek
Een uitdagende leerervaring zou kunnen zijn: welk groepje komt met het grootste aantal producten terug naar school? (Uiteraard krijgt elk groepje hetzelfde bedrag, om te besteden op de markt. Bijvoorbeeld: 4 euro.) Dit idee nodigt uit tot een vergelijkingsonderzoek van prijzen en producten. Misschien kopen de kinderen wel kopspelden…

MOGELIJKHEID 2: WEGEN
• Gesprek
Toon de kinderen een zak (sinaas)appels van 1 kilo, die u op de markt gekocht hebt en noem de prijs van deze aankoop. Vraag de kinderen of de marktkoopman deze (sinaas)appels afgewogen heeft. Heeft iemand een idee welk getal er dan op de weegschaal zal staan?
• Kilogram
Introduceer dan het begrip kilogram (kg). Weeg 1 suikerklontje en 1 kg suiker en vergelijk die gewichten met elkaar.
• Goed kijken, dan kopen
Daarna gaan de kinderen – in groepjes en onder ouderbegeleiding – naar de markt. Ieder groepje krijgt 4 euro, om te besteden. De opdracht is: koop een product van 1 kg. Dus: 1 kg appels, 1kg peren, 1kg mandarijnen, enzovoort. Hierbij krijgen de kinderen de opdracht om de kraam te zoeken, die het meeste waar voor hun geld geeft. Dat betekent: waar is de kilogram van een bepaald product het goedkoopst?
• Rekenen
Terug in de klas is er veel te rekenen:
– Zijn de appels en de sinaasappels, enzovoort wel precies even zwaar?
– Zijn er (bijvoorbeeld) evenveel appels als peren in 1 kg?
– Wat is het lichtste product, dat er gekocht is? En wat het zwaarste?
– Welke kilo was de goedkoopste? En welke de duurste?

Het beroep van marktkoopman

KRINGACTIVITEIT
• Beroep
Marktkoopman is een beroep. Een beroep, dat langzaam uit onze cultuur verdwijnt. We duiken een beetje in het dagelijkse bestaan van deze mensen. Dat geeft ons de gelegenheid om hen beter te leren kennen en om met ordenen bezig te zijn.
→ Ter visuele ondersteuning: googel marktkoopman op internet en klik op Afbeeldingen van marktkoopman.
• Dagindeling
Neem de dagindeling van de kinderen als uitgangspunt. Laat de kinderen over hun dagbesteding vertellen. Leg dan de link naar de dagindeling van de marktkoopman. Hoe zou zijn dag eruitzien? Gebruik tijdens het gesprek woorden als: vervoer, vrachtwagenchauffeur, heftruck, veiling, opslagplaats, inkoop, verkoop en marktmeester.
Maak het vooral levend voor de kinderen. Laat ze bijvoorbeeld (korte) toneelstukjes spelen. Zoals: de marktkoopman rijdt met zijn vrachtauto naar de veiling, om daar fruit in te kopen.

3213e618-d166-45ae-98c5-5ec35eca49cf_marktkoopman

ZELFSTANDIG WERKEN
Geef enkele kinderen de opdracht om woordkaarten te maken van de hiervoor genoemde begrippen. Andere kinderen tekenen drie tot vijf dingen, die een marktkoopman op een dag doet. Dat doen ze op een lange strook papier. Kunnen ze het ook al in de juiste volgorde tekenen?
→ Ter inspiratie: googel videofilmpjes op internet. Tik de titel in: zingende marktkoopman met pensioen. En: marktkoopman kandidaat “Amsterdammer van het jaar”.

De producten

DE OORSPRONG
Producten die op de markt verkocht worden, hebben een oorsprong: ze hebben ergens gegroeid of zijn ergens gemaakt. In onze moderne consumptie maatschappij weten kinderen helaas vaak niet meer waar en hoe producten groeien of ontstaan. Ouders kopen regelmatig kant-en-klare producten. Dat is om vele redenen erg ongezond voor de groei van een kind. Kinderen missen zo vooral het contact met de levende natuur en de aarde. En hierdoor ook het contact met zichzelf!
Als leerkracht kunt u een (heel) kleine bijdrage leveren aan het promoten van gezonde voeding en gezonde producten, door nu (bijvoorbeeld) appelmoes met de kinderen te gaan maken. Het ruikt heerlijk in de klas, het is gezellig en de betrokkenheid wordt hierdoor enorm verhoogd.

KRINGACTIVITEIT
Producten en ingrediënten
• Op de kringtafel hebt u een aantal producten staan: meel, melk, eieren, een potje jam, een potje zout, een pak suiker, een beker water, een wortel, een prei, een aardappel, een vruchtenyoghurt en een bouillonblok.
• Vraag de kinderen of ze zich nog precies kunnen herinneren wat ze gegeten en gedronken hebben tijdens de lunch van vandaag (of het ontbijt van vanmorgen of het avondeten gisteravond). Ieder kind schrijft en/of tekent vervolgens alles op een briefje.
• Vertel de kinderen daarna wat het woord ingrediënt betekent. Neem het potje jam van de kringtafel en vraag de kinderen te benoemen wat er allemaal in deze jam zit. Weten de kinderen ook wat er in brood zit? In soep? En in vruchtenyoghurt? Laat de kinderen maar eens een aantal producten bekijken op de inhoud: wat zit erin?

Makers en andere betrokkenen
• Neem vervolgens één product (bijvoorbeeld: brood). Weten de kinderen welke mensen er allemaal betrokken zijn geweest bij het maken van dit product?
• Beschikt u over een broodmachine? Het is gezellig en leerzaam om samen een brood te bakken. Als het brood klaar is, kunt u het samen wegen. Kinderen kunnen ook allemaal hun eigen boterham wegen.
→ Op YouTube kunt u met de kinderen een filmpje van Willem Wever bekijken: Hoe komen de strepen in een zuurstok? (over het maken van snoep). U vindt er ook filmpjes over het maken van kaas. (Bijvoorbeeld: Wij maken kaas.)

ZELFSTANDIG WERKEN
In tweetallen onderzoeken de kinderen de weg van een product: hoe en waar is het product ontstaan en welke weg heeft het afgelegd, totdat het uiteindelijk op de markt verschijnt?
De kinderen kunnen de productielijn tekenen en/of beschrijven, maar ze kunnen er ook een (multimedia)presentatie van maken op de computer.

Een eigen marktfeest

MARKT(MID)DAG MET MARKTCAFÉ
U kunt dit project afsluiten met en feest. Organiseer – met de hulp van ouders – een markt(mid)dag op school! U hebt het hele project de tijd, om die markt voor te bereiden. Want tijdens het project kunt u bijvoorbeeld het laatst uur van iedere vrijdagmiddag besteden aan knutselen. Maak dan samen met de kinderen mooie spullen, die op de (afsluitende) markt verkocht kunnen worden. (Maar ook appelmoes, cakejes, koekjes, worteltjes- of tomaten soep, pakjes noten, rozijnen en snoep uit “eigen keuken” of “van eigen fabrikaat” vinden gretig aftrek op de markt!)
Straks mogen de kinderen natuurlijk zelf hun producten verkopen. En… vraag bovenbouwers op tijd of ze willen helpen bij het verkopen van koffie en thee in het marktcafé.

abe2080e-2f3e-4068-ad56-1571ae2f96c0_marktfeest

REKENEN MET GELD
Deze activiteit biedt ook gelegenheid om met geld te rekenen. Laten we als voorbeeld de appelmoes nemen. Stel, dat u 5 euro hebt betaald voor de ingrediënten en dat daarvan toen 10 potjes appelmoes van zijn gemaakt. Dan kunnen de kinderen de prijs per potje uitrekenen. En ze kunnen de winst per potje bepalen.

Thematips

• Voor een overzicht van alle weegschalen kunt u kijken op weegschaal.nl. Klik op: webshop.
• Industriële weegschalen vindt u op averyweigh-tronix.nl.
• Voor de kleuters zijn leuke filmpjes beschikbaar via schooltv.nl/beeldbank. Zoek: Hoe weeg je een olifant? En: Cake bakken met Flip de beer. En: Tomatenpluk.
• Op de zoekmachine van kinderpleinen.nl tikt u: wegen. Klik daarna op: Wegen en gewichten – online rekenen. Dan krijgt u een plein vol materiaal rond wegen en gewichten!