De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) is een landelijk opererende “buitendienst” van het ministerie van OCW, die in 2006 is ontstaan door een fusie tussen de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ). Beide diensten houden zich van oudsher bezig met de instandhouding van het Nederlandse erfgoed: de ROB met het archeologische erfgoed onder de grond én onder water en de RDMZ met het gebouwde erfgoed boven de grond. Tijdens de fusie is aan hun takenpakket ook het thema cultuurlandschap toegevoegd.

Gebouwd en (maritiem) archeologisch erfgoed

Monumenten staan gewoon op straat. Iedereen loopt er dagelijks aan voorbij, zonder zich af te vragen wat er staat, waarom het er staat en hoe een stad (of een omgeving) gegroeid is.
Archeologie spreekt meer tot de verbeelding. Het is een spannend idee om in de grond iets te ontdekken, wat daar al eeuwen ligt. Nederland is een echt “waterland”. In het verleden is er op en met dat water veel gebeurd: schepen zonken, de zee nam land in en soms namen we het land weer terug.
Het onderzoek naar oude gebouwen én naar wat er verborgen ligt in de bodem gebeurt bij de RACM. De RACM verzamelt zo veel mogelijk kennis over monumenten, steden en over archeologische vindplaatsen, zoals grafheuvels, Romeinse overblijfselen en scheepswrakken.

Erfgoededucatie bij de RACM

De RACM vindt het belangrijk dat kinderen kennismaken met de geschiedenis van hun eigen omgeving. Erfgoededucatie is daar een goed middel voor.
In de afgelopen jaren zijn er projecten ontwikkeld voor leerlingen vanaf groep 5/6 van de basisschool tot en met de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.

Educatieve projecten over de gebouwde omgeving

Om een beeld te geven uit de praktijk, volgt nu een korte beschrijving van projecten op het gebied van monumenten, die op dit moment bij de RACM te vinden zijn.

Scholen Adopteren Monumenten

Scholen Adopteren Monumenten is een van oorsprong Europees project. Bij dit project gaat een school een langdurige band aan met een monument in de buurt, in de vorm van een virtuele “adoptie”. Het monument dient als kapstok, om allerlei (door de leerkrachten ontwikkelde) lessen aan op te hangen. De leerlingen ontwikkelen gaandeweg tijdens het project een verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van “hun” monument. Monumenten zijn in dit verband niet alleen oude gebouwen, zoals kastelen, kerken, grachtenpanden en boerderijen. Het kan eve­goed om een wijk, een park, een gemaal of een grafheuvel gaan.
Scholen Adopteren Monumenten wordt zowel binnen het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs uitgevoerd. De St. Jozefbasisschool in Muiden heeft bijvoorbeeld sinds 2002 met groep 7 het Muiderslot geadopteerd en de leerlingen treden elk jaar in de meivakantie op als juniorgidsen. Ouders en belangstellenden krijgen een rondleiding in en om het slot. En die rondleiding is door de leerlingen zelf ontwikkeld. (Zie website Muiderslot: www.muiderslot.nl/onderwijs.)
Nota bene. Zie in dit verband: N. T. Pool, Scholen adopteren monumenten. Een handleiding voor docenten en andere betrokkenen voor het gebruik van de historische omgeving in het onderwijs, Amsterdam, 1997. Gratis te verkrijgen via de RACM Infodesk (033 – 421 74 56) of via info@racm.nl.

De Monumentenkist

• Materiaal voor alle soorten onderwijs
De knalgroene Monumentenkist is ontwikkeld in het verlengde van Scholen Adopteren Monumenten. In de praktijk bleek dat leerkrachten er veelal niet aan toekwamen om zelf allerlei materiaal rondom het door hen gekozen monument te vervaardigen.
Oorspronkelijk was de Monumentenkist bestemd voor de basisvorming van het voortgezet onderwijs. Maar op verzoek van basisscholen is de kist in 2007 uitgebreid. De Monumentenkist bevat nu materiaal, dat aansluit bij alle soorten onderwijs: van groep 5/6 en 7/8 van de basisschool tot en met een praktijkvariant voor het vmbo, een versie voor de basisvorming vmbo en havo/vwo en een ckv-pakket.
Hoewel het lesmateriaal specifiek ontwikkeld is voor de betreffende doelgroepen, is in de praktijk gebleken, dat leerkrachten ook graag gebruikmaken van materiaal, dat oorspronkelijk voor een andere doelgroep bedoeld is.

• Basisonderwijs
Voor het basisonderwijs is een opzichzelfstaand pakket ontwikkeld. Het geheel bestaat uit een draaiboek voor de docent, een introductieflip-over en een tweetal kijkwijzers. De opbouw is als volgt: een introductieles in de klas, een buitenles bij het gekozen monument en een verwerkingsles in de klas.
Voor de introductieles kan de leerkracht gebruikmaken van de introductieflip-over. Hierin komen in kort bestek allerlei wetenswaardigheden over monumenten aan de orde, zoals:
– Wat is een monument?
– Wat maakt een monument bijzonder? Enzovoort. Het geheel wordt afgesloten met een korte quiz.
Voor de buitenles is een tweetal kijkwijzers ontwikkeld: één voor groep 5/6 en één voor groep 7/8. Tijdens de buitenles helpen de vragen de leerlingen gericht te kijken naar hun monument. De kinderen maken een schets en mogen opvallende elementen van het gebouw tekenen.
Terug in klas reflecteren ze op datgene, wat ze buiten hebben gezien. En ze maken een werkstuk van hun monument.

• Informatie
Op dit moment zijn er 22 kisten verspreid over heel Nederland. Elke provincie heeft er minstens één op een erfgoedhuis staan.
Voor adressen van erfgoedhuizen, zie de website: www.erfgoednederland.nl/programmalijnen/erfgoed-en-educatie/links. En voor meer informatie en/of het aanvragen van het lesmateriaal, mail naar: o.faber@racm.nl.
Tip. Een leuk boekje om te lezen is: Alles wat je altijd al wilde weten over monumenten en bouwstijlen, van Meindert Stokroos, ISBN 90 6868 435 3.

Educatieve projecten over de (maritieme) archeologie

Een koffer vol scherven

Archeologische vondsten kunnen dienen als hulpmiddel binnen verschillende vakken. En daarbij hoeft niet alleen aan het vak geschiedenis te worden gedacht. Een koffer vol scherven is als hulpmiddel een mooie start. Deze koffer kan op school worden gebruikt als voorbereiding op een bezoek aan bijvoorbeeld een opgraving, museum of depot.
In de koffer zitten verschillende materialen, zoals een docentenhandleiding, werkbladen, een determinatiekaart, een dvd en originele, archeologische vondsten.

• Les 1-3
De eerste drie lessen spelen zich af op school. In twee lessen lezen de leerlingen de krant door en bekijken de dvd. In de volgende (derde) les krijgen de leerlingen in groepjes enkele archeologische vondsten uit de leskoffer in handen. Die gaan ze aan de hand van de determinatiekaart onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek vullen ze in op zogenoemde vondstkaarten. Als alle vondsten zijn gedetermineerd, vergelijken ze hun resultaten met die van het originele vondstkaartje, dat door de archeoloog is ingevuld. Vervolgens kiezen de leerlingen de juiste situatietekening uit, zoeken de vondst erin op en kleuren alles wat ermee te maken heeft in. Met deze opdracht worden de vondsten in hun juiste context geplaatst.

• Les 4
De vierde les is een bezoek aan de opgraving, het museum of het depot. De leerlingen bedenken vooraf vragen, die ze aan de archeoloog kunnen stellen. Afsluitend krijgen de leerlingen een verwerkingsopdracht, die ze thuis of op school kunnen maken.
Het lesmateriaal is uiterst flexibel en biedt veel mogelijkheden voor op maat gemaakt onderwijs.

• Informatie
Hoewel de koffer ontwikkeld is voor de basisvorming van het voortgezet onderwijs, is hij ook heel goed in te zetten in groep 7/8 van de basisschool.
Het lesmateriaal van Een koffer vol scherven kunt u gratis (of tegen een kleine vergoeding) lenen bij een archeologische instelling, zoals een gemeentelijke archeologische dienst, een archeologisch museum of een provinciaal depot. Kijk voor een overzicht van aanbieders bij u in de buurt op: www.erfgoednederland.nl/erfgoed-nederland/projecten-en-diensten.

Geheimen van het scheepswrak

• Boekje
In 2004 is het informatieve boekje Martijn en de geheimen van het scheepswrak naar alle openbare bibliotheken verstuurd. In dit boekje wordt het verhaal verteld van een jongetje, dat zo graag onderwaterarcheoloog wil worden. Spelenderwijs leert hij wat er allemaal bij komt kijken.
Het boekje is geschikt voor leerlingen van groep 7/8 van de basisschool. Het is geen specifiek onderwijsproduct, maar het leent zich prima om voor te lezen in de klas. Het boekje is gratis te verkrijgen via de RACM Infodesk (033 – 421 74 56) of via info@racm.nl.

• Leskist over Beurtschip B71
Het wrak van het beurtschip werd in 1980 ontdekt, tijdens graafwerkzaamheden in het centrum van Lelystad. Omdat het wrak van grote cultuurhistorische waarde is, werd besloten het complete schip op te graven. Naast de fysieke resten van het schip werden een aantal bijzondere vondsten in het schip gedaan. Die geven een unieke kijk op de mensen, aan boord van een beurtschip.
De beurtvaart was tussen1550 en 1650 een van de belangrijkste vervoermiddelen van mensen en goederen in ons land. De beurtschepen voeren over de Zuiderzee en onderhielden lijndiensten tussen vaste plaatsen, zoals tussen Zwolle en Amsterdam.
Bij de opzet van het lesmateriaal staan de bijzondere vondsten en de personen achter die vondsten centraal. Ze vertellen het verhaal van de reis op het schip en het leven aan het begin van de zeventiende eeuw. Het gaat om de volgende vondsten:
– Een kist met eieren, waarschijnlijk van een boerin die op weg was naar de markt van Amsterdam.
– Twee “sisters” (oude muziekinstrumenten), mogelijk van een reizende muzikant.
– Een ton met tinnen voorwerpen, vermoedelijk van een rijke handelaar.
– De bezittingen van “hanekemaaiers” (reizende landarbeiders uit Westfalen), zoals een zeis met bijbehorend gereedschap, zeisbomen en een plunjezak. Deze arbeiders gebruikten de beurtvaart om door Nederland te reizen.
– Naast de vondsten van passagiers zijn ook veel voorwerpen gevonden, die aan de bemanning van het schip toebehoorden.
De vijf personen achter de vondsten – een hanekemaaier, een reizende muzikant, een boerin, een rijke handelaar en een bemanningslid (bijvoorbeeld de kapitein) – nemen de leerlingen mee op de laatste reis van dit beurtschip. Deze personen vertellen allen in een korte monoloog waarom zij deze reis maken. Niet alleen leren de leerlingen zo over het principe van de beurtvaart, maar ook over de grote verscheidenheid van mensen in het begin van de zeventiende eeuw. Dit alles tegen de achtergrond van de interessante sociaal-economische ontwikkelingen uit deze periode. Het logboek van de kapitein is de rode draad van de leskist.

• Informatie
Het lesmateriaal is bestemd voor leerlingen van groep 7/8 van het basisonderwijs. De leskist is begin 2009 beschikbaar. Voor meer informatie over deze kist, mail met: o.faber@racm.nl.

Tentoonstelling Lelystad

• Open voor publiek
De RACM heeft drie locaties, van waaruit zij werkt: Zeist, Amersfoort en Lelystad. Heel bijzonder is de locatie Lelystad, want deze locatie is ook open voor het publiek. Daar kan groot en klein kennismaken met de scheepsarcheologie in Nederland.
Bij de entree wordt u uitgenodigd langs de werkplaatsen en de behandelingsruimten te wandelen. Deskundigen en specialisten houden zich daar bezig met het onderzoeken, conserveren en restaureren van scheepswrakken en scheepsinventarissen. Op diverse plekken krijgt u een toelichting op het werk, dat er wordt verricht. Vervolgens maakt u in het uitgebreide depot kennis met de meer dan 20.000 grote en kleine voorwerpen die hier worden bewaard.

• Informatie
Het adres van de tentoonstelling in Lelystad is: RACM Lelystad, Oostvaardersdijk 01-09, Lelystad.
Zie voor meer informatie over toegangsprijzen e.d.: www.racm.nl. U kunt ook bellen met de afdeling Voorlichting in Lelystad (0320 – 26 97 00).

Het Geheugen van Nederland

Een deel van de collectie van RACM Lelystad is opgenomen op de website www.geheugenvannederland.nl. Daar vindt u ook digitale lessen over maritieme archeologie.

• De ondergang van de Zeehond (digitale les 1)
Archeologen graven in Flevoland een klein vrachtschip op, dat in de Zuiderzee is gezonken. Het schip heet: de Zeehond. De opvarenden van dit schip vertellen hun verhaal over de dag van de ramp, de dag dat het schip zonk. Deze les wordt verteld door Annegien, Willem en Hylke.

• Duik naar het Verleden (digitale les 2)
Een volgeladen handelsschip – de Scheurrak SO1 – raakt in moeilijkheden. Terwijl de opvarenden zich nog op het laatste moment in veiligheid kunnen brengen, is het schip reddeloos verloren. Het zinkt en wordt op de bodem van de Waddenzee begraven. Voor eeuwig?
Zo begint Duik naar het Verleden, een spannend spel voor leerlingen in de basisvorming. De leerlingen kruipen in de huid van onderwaterarcheologen en duiken naar het wrak van een schip. Hun doel is te achterhalen wat voor type schip het was, wanneer het gezonken kan zijn en op welke handelsroute het voer. Aan het eind van het spel hebben de kinderen ontdekt dat het wrak kort na 1590 is vergaan.

• Informatie
Hoewel de digitale lessen bestemd zijn voor het voortgezet onderwijs, zijn ze zeer toegankelijk en ook geschikt voor leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs. Zie voor meer informatie: www.geheugenvannederland.nl.

Oud Hout

In 2007 is het publieksvriendelijke boekje Oud Hout verschenen, waarin verhalen zijn opgenomen uit de wereld van de scheepshistorie in Flevoland. Eerder verschenen deze verhalen als colums in de Krant van Flevoland (in de periode 2006/2007). Hieruit kunt u inspiratie halen voor verhalen over vroeger. Het boekje is verkrijgbaar bij de boekhandel (ISBN 978 90 72380 93 7).

Tot slot

Ik hoop dat u na het lezen van dit artikel meer mogelijkheden bent gaan ontdekken voor het geven van lessen, lessenseries en projecten over monumenten en (maritiem) archeologisch erfgoed én wat voor ondersteuning u daarbij kunt krijgen.
Wij wensen u en de kinderen in ieder geval veel plezier, als u aan de slag gaat in de eigen omgeving met vondsten, wrakken of monumenten. Of met een kerk, een park of een wijk.
Succes!