‘Dit is ondertussen al de tiende keer dat ik je moet waarschuwen! Je zit omgedraaid en je let wéér niet op. En je werk is natuurlijk ook niet af! Ga maar naar juf Annet. Ik wil je hier voorlopig niet meer zien.’ Dennis pakt mopperend zijn spullen. Hij schopt zijn stoel omver en gaat al scheldend naar de IB’er.

En zo begint de tweede aflevering in de serie over bijzondere kinderen, die in jaargang 28 van het Praxisbulletin zal verschijnen. Aflevering 2: kinderen met gedragsproblemen.

Casus

MOEDELOOS
In de pauze spreekt juf Annet meester Jeroen aan, de leerkracht van Dennis. Ze wil even nagaan wat er nu precies gebeurd is. Jeroen is duidelijk: ‘Ik heb al zo veel geprobeerd om Dennis aan het werk te krijgen. Ik word er moedeloos van. Vanochtend was het weer hetzelfde: de hele klas is goed aan het werk, maar Dennis doet weer niks. Hij concentreert zich niet op zijn werk, is altijd rond aan het kijken en aan het praten, zelfs als ik een opdracht uitleg. Als ik daar dan wat van zeg, krijg ik altijd meteen een grote mond.’
Meester Jeroen zucht hard en vervolgt hoofdschuddend zijn verhaal: ‘Ik weet niet meer wat ik met hem aan moet. Hij vindt altijd alles saai. Maar als ik hem dan moeilijker werk geef, is het wéér niet goed. En wat er ook gebeurt, het is nooit zijn schuld, maar altijd die van een ander!’

HAAT
Om de leerkracht te ontlasten, besluit juf Annet om Dennis de rest van de dag in haar kantoor te laten werken.
‘Ik háát school!’ roept Dennis, als Annet hem vriendelijk vraagt om plaats te nemen aan het tafeltje, dat ze voor hem heeft neergezet. Tegelijk gooit hij zijn schrift door het kantoor.
Annet laat Dennis zijn verhaal doen. Hij vertelt over zijn visie op de situatie. Tot slot zegt hij: ‘Meester Jeroen haat mij gewoon! Ik doe nooit iets goed en krijg altijd de schuld. Hij heeft gewoon de pik op mij.’

Tips
Klassenregels

Annet laat beide verhalen op zich inwerken: het verhaal van meester Jeroen en het verhaal van Dennis. De volgende dag gaat ze observeren in de klas, waar Dennis zit. Ze komt tot de conclusie, dat er in de aanpak van Dennis nog wel het een en ander kan verbeteren. Annet schrijft daarom een aantal tips op, die ze na schooltijd uitgebreid met meester Jeroen bespreekt.
Ze beginnen met de klassenregels. Die hangen nu achter in het lokaal. Annet geeft aan, dat dit voor Dennis eigenlijk niet zo handig is. Meester Jeroen zal de regels daarom meer in het zicht hangen, belooft hij.
Jeroen benoemt de regels wél regelmatig. De leerlingen worden er dan steeds aan herinnerd. Annet vindt dat prima, maar ze vindt ook dat de regels zo negatief klinken. Tijdens de observatie is haar opgevallen, dat dit iets is waar Dennis op reageert. Hij lijkt zich op negatieve wijze aangesproken te voelen. Annet en Jeroen spreken af dat Jeroen de regels positief zal ombuigen. De regel «we praten niet door elkaar heen» zal hij bijvoorbeeld veranderen in: «we luisteren naar elkaar». Enzovoort.

HOUDING
Verder zag Annet tijdens de observatie dat Jeroen regelmatig aan Dennis een compliment geeft. Annet vindt het knap van Jeroen dat hij, ondanks het negatieve gedrag van Dennis, positieve punten blijft zien. Ze vindt het alleen jammer, dat er toch óók teleurstelling in zijn stem doorklinkt en dat de complimenten niet altijd op een specifiek gedrag zijn gericht.
Annet en Jeroen spreken af dat Jeroen erop zal letten, dat zijn complimenten ook daadwerkelijk positief zullen klinken en dat hij in plaats van ‘Oké!’ of ‘Goed gedaan!’ voortaan zal benoemen wat er goed gaat. Dus zal hij bijvoorbeeld vanaf nu zeggen: ‘Wat goed van jou, dat je je werk binnen de tijd af hebt!’ Dan wordt het compliment concreet en is het niet meer zo algemeen geformuleerd als voorheen.

RUIMTE EN GRENZEN
Een laatste punt dat Annet en Jeroen bespreken, is de ruimte die Dennis opeist en krijgt. Het is belangrijk om ongewenst gedrag te voorkomen. Dit kan Jeroen doen door vooraf duidelijk te zeggen wat hij van Dennis verwacht en hier een positieve beloning voor te geven. Het is voor Dennis namelijk belangrijk, dat hij weet binnen welke grenzen hij zich kan bewegen.
Voor komende week gaat meester Jeroen proberen te werken met een beloningskaart voor het buiten spelen. Voor elke verdiende «krul» verdient Dennis dan drie minuten computertijd!

De negatieve spiraal doorbreken

POSITIEVE BENADERING
Twee weken later gaat Annet opnieuw observeren in de klas van meester Jeroen. Ze hoort hem tegen Dennis zeggen: ‘Dennis, wat fijn dat jij de werkboeken hebt uitgedeeld. Ga nu bladzijde 56 en 57 uit je werkschrift maken. Om half 11 gaan we buiten spelen. Als je werk af is, kun je mee naar buiten. Lekker voetballen met Hassan en Remi!’
Dennis gaat aan het werk. Even later zit hij met Hassan te kletsen. Jeroen loopt langs en zegt zachtjes tegen Dennis: ‘Denk aan je werk, Dennis.’ Dennis moppert wat, maar Jeroen negeert dit. Om half 11 heeft Dennis beide bladzijdes af!

POSITIEVE BELONING
Aan het eind van de middag loopt juf Annet toevallig nog even de klas van meester Jeroen binnen. Hij zit op zijn hurken voor de computer, waar Dennis zich zojuist achter heeft geïnstalleerd.
‘Zo,’ zegt Jeroen tegen Dennis, ‘dan zet ik de kookwekker op 12 minuten, want je had vier «krullen» verdiend deze week. Knap, hoor! Veel plezier met het spel, dat je gaat spelen!’

Tips bij probleemgedrag

BIJZONDERE KINDEREN
1 Formuleer de klassenregels positief.
2 Hang de klassenregels op een plek in het lokaal, waar ze voor alle leerlingen duidelijk zichtbaar zijn.
3 Herinner de leerlingen aan de regels, voorafgaand aan vrije of onduidelijke situaties.
4 Beloon gewenst gedrag regelmatig. Bijvoorbeeld door een compliment te geven.
5 Zorg dat een compliment altijd specifieke feedback geeft over het gedrag waarbij het hoort.
6 Negeer ongewenst gedrag, wanneer dat niet direct storend is voor anderen.
7 Maak bij frequent probleemgedrag gebruik van een beloningskaart, om dit negatieve gedrag te reduceren.