Elke maand leest u hier een ‘bespiegeling’ van een van de columnisten van Praxisbulletin. Deze maand schrijft juf Marieke over een hele bijzondere gedachte over schoonheid.

Nooit zo veel en zo vaak feest gehad als dit schooljaar. WĆ©ken aan een stuk vier ik voor mā€™n gevoel Sinterklaas, Kerstmis en carnaval vanwege knutselactiviteiten en andere voorbereidingen. Verjaardagen: er lijkt geen eind te komen aan de stroom vlaaien van collegaā€™s en traktaties van kinderen.

Maar de grootste feesten komen voor mij toch onverwacht. Zoals laatst op een gewone doordeweekse donderdag met Berend.

Hij is klein van stuk, deze zevende-groeper. We zitten samen aan de grote tafel op de zogenaamde rugzakzolder. Dat is zo omdat hij een ā€˜stoornis in het autistisch spectrumā€™ heeft en ik op dit uur zijn begeleider ben.

We spelen een spel. Voor ons op tafel liggen kaartjes met kwaliteiten en vaardigheden. Berend heeft links en rechts een stapeltje liggen: links de kwaliteiten die hij zichzelf toedicht en rechts de andere. In het midden ligt nog niets. Daar komen de kwaliteiten en vaardigheden waar hij aan wil werken.

Het volgende kaartje is ā€˜schoonheidā€™.
ā€œNouā€, zegt Berend beslist, ā€œdat hoort niet bij mij.ā€
Ik kijk hem vragend aan.
ā€œMaar het hoort ook wel bij mijā€, vervolgt hij even stellig.
Mijn wenkbrauwen gaan nog een fractie omhoog.
ā€œWe zijn allemaal hetzelfdeā€, legt hij uit.
Ik zeg hem dat ik toch echt wel vind dat er verschil is tussen mensen en dat sommige mensen mooier zijn dan anderen. En hoe zit het dan met fotomodellen? O, nou, hij wil me mijn mooie mensen niet afnemen blijkt al snel, alleen: ā€œJij vindt ze mooi. Maar daarom zijn ze het nog niet. Ik vind misschien weer andere mensen mooi. We zijn dus of allemaal mooi, of allemaal niet. Het kaartje hoort dus bij iedereen of bij niemand.ā€

Ik kijk naar deze 11-jarige jongen en ben oprecht verbaasd door de eenvoud en waarheid van zijn opmerking. Ik vraag hem van wie hij dat weet.
ā€œVan mezelf. Het is zo.ā€
Geen triomf in zijn stem. Geen poging me te overtuigen. Niets. Gewoon een constatering van een feit. Terwijl ik nog een beetje nakauw op zijn opmerking, heeft hij het volgende kaartje al te pakken. Dat gaat in het midden, besluit hij. Het vormt tot nu toe het stapeltje van dingen die hij wil leren: ā€˜vrienden makenā€™.

Juf Marieke